Lezersrecensie
Een balans tussen lichtheid en diepgang
Denken, vreugde en liefde (2024) van Hein-Anton van der Heijden (1950) neemt de lezer mee in de levens van twee intrigerende personages. Aan de ene kant is er Evi, een jonge filosofe met grote idealen. Dankzij haar milieubewuste vrienden wordt ze zich steeds bewuster van de ernst van de klimaatcrisis, wat haar inspireert om in actie te komen. Wanneer ze verliefd wordt op Lucas, een gepassioneerde klimaatactivist, lijkt haar geluk compleet. Maar een onverwachte tragedie zet haar wereld volledig op zijn kop.
Tegelijkertijd volgen we Miko, een Europarlementariër die in 2018 indruk maakte met een krachtige toespraak over de klimaatcrisis. Ondanks zijn grote idealen blijft de vraag of hij werkelijk in staat is verandering te realiseren, of dat hij gevangen zit in de barrières van politieke beperkingen.
Vijf jaar later kruisen de levens van Evi en Miko elkaar opnieuw via een tv-serie die hun persoonlijke verhalen op dramatische wijze herschept. Bij de voorvertoning kijken ze met een mengeling van verbazing en herkenning naar hun eigen levensverhaal, zoals dat door anderen is geïnterpreteerd. Terwijl ze proberen te begrijpen wat ze zien, worden ze geconfronteerd met drie fundamentele vragen van Kant: Wat kan ik weten? Wat mag ik hopen? Wat moet ik doen? De antwoorden lijken verder weg dan ooit.
‘Hoeveel geluk kan een man met een leven waarin alle beloftes zijn vervuld, verdragen op een mooie zomerdag voordat het gaat jeuken? Wat bepaalt het moment tot waar hij zich nog voelt opgetild, en wanneer net niet meer? Hoelang kan hij opgetogen blijven over iets wat hij al honderd keer eerder heeft gedaan?’
Denken, vreugde en liefde is een roman die geen kant-en-klare boodschap opdient. In plaats van de lezer te overstelpen met uitgesproken idealen of morele lessen, ontvouwt het verhaal zich op subtiele en gelaagde wijze. De personages worden niet neergezet als symbolen van goed of kwaad, en hun keuzes worden niet beoordeeld als moreel of immoreel. Hun gedachten over een onderwerp zo groot en beladen als de klimaatcrisis bieden zowel een reflectie op de hedendaagse samenleving als een spiegel van het leven zelf: ingewikkeld, onvoorspelbaar, vol pijn en schoonheid, zonder beloften of eenvoudige oplossingen.
Op literair vlak is vooral het hoofdstuk ‘De schrijver’ intrigerend. Hier presenteert de auteur zichzelf expliciet als verteller, wat een bewuste breuk veroorzaakt tussen de fictieve wereld en de lezer. Dit benadrukt dat het verhaal een constructie is en plaatst het maakproces van de roman centraal. Het is een fascinerende verkenning van de grenzen tussen fictie en werkelijkheid, terwijl het ook inzicht biedt in de worsteling van moderne schrijvers. Een vraag die daarin opduikt: moeten politieke romans zich werkelijk voordoen als thrillers, compleet met spanningsbogen, om een publiek te bereiken? En hoe belangrijk is het om een bestseller te schrijven?
Van der Heijdens schrijfstijl doet denken aan de verfijning van Remco Campert (1929-2020), waar emotionele gevoeligheid en mystiek moeiteloos samenkomen met subtiel politiek engagement. Zijn proza is nooit zwaar of nodeloos complex, maar juist elegant en luchtig van toon, zelfs wanneer de thema’s indringend of pijnlijk zijn. De focus ligt op kwetsbare, maar betekenisvolle relaties tussen mensen en de introspectieve reflecties die daaruit voortvloeien. Bovendien experimenteert Van der Heijden met uiteenlopende vormen van introspectie: van poëtische fragmenten en door Evi zelf geformuleerde multiplechoicevragen tot diepgaande en gelaagde dialogen.
Denken, vreugde en liefde laat de lezer achter met meer vragen dan antwoorden, en dat is precies de kracht ervan. Het boek biedt een rijk palet aan emoties, inzichten en relaties die de complexiteit van het leven weerspiegelen. Van der Heijden nodigt ons uit om stil te staan bij de ongrijpbaarheid van persoonlijke idealen, de balans tussen actie en passiviteit, en de manier waarop we ons tot de wereld verhouden. In een tijd waarin snelle en absolute antwoorden de norm lijken, omarmt deze roman juist de schoonheid van onzekerheid en de ruimte voor reflectie.
Tegelijkertijd volgen we Miko, een Europarlementariër die in 2018 indruk maakte met een krachtige toespraak over de klimaatcrisis. Ondanks zijn grote idealen blijft de vraag of hij werkelijk in staat is verandering te realiseren, of dat hij gevangen zit in de barrières van politieke beperkingen.
Vijf jaar later kruisen de levens van Evi en Miko elkaar opnieuw via een tv-serie die hun persoonlijke verhalen op dramatische wijze herschept. Bij de voorvertoning kijken ze met een mengeling van verbazing en herkenning naar hun eigen levensverhaal, zoals dat door anderen is geïnterpreteerd. Terwijl ze proberen te begrijpen wat ze zien, worden ze geconfronteerd met drie fundamentele vragen van Kant: Wat kan ik weten? Wat mag ik hopen? Wat moet ik doen? De antwoorden lijken verder weg dan ooit.
‘Hoeveel geluk kan een man met een leven waarin alle beloftes zijn vervuld, verdragen op een mooie zomerdag voordat het gaat jeuken? Wat bepaalt het moment tot waar hij zich nog voelt opgetild, en wanneer net niet meer? Hoelang kan hij opgetogen blijven over iets wat hij al honderd keer eerder heeft gedaan?’
Denken, vreugde en liefde is een roman die geen kant-en-klare boodschap opdient. In plaats van de lezer te overstelpen met uitgesproken idealen of morele lessen, ontvouwt het verhaal zich op subtiele en gelaagde wijze. De personages worden niet neergezet als symbolen van goed of kwaad, en hun keuzes worden niet beoordeeld als moreel of immoreel. Hun gedachten over een onderwerp zo groot en beladen als de klimaatcrisis bieden zowel een reflectie op de hedendaagse samenleving als een spiegel van het leven zelf: ingewikkeld, onvoorspelbaar, vol pijn en schoonheid, zonder beloften of eenvoudige oplossingen.
Op literair vlak is vooral het hoofdstuk ‘De schrijver’ intrigerend. Hier presenteert de auteur zichzelf expliciet als verteller, wat een bewuste breuk veroorzaakt tussen de fictieve wereld en de lezer. Dit benadrukt dat het verhaal een constructie is en plaatst het maakproces van de roman centraal. Het is een fascinerende verkenning van de grenzen tussen fictie en werkelijkheid, terwijl het ook inzicht biedt in de worsteling van moderne schrijvers. Een vraag die daarin opduikt: moeten politieke romans zich werkelijk voordoen als thrillers, compleet met spanningsbogen, om een publiek te bereiken? En hoe belangrijk is het om een bestseller te schrijven?
Van der Heijdens schrijfstijl doet denken aan de verfijning van Remco Campert (1929-2020), waar emotionele gevoeligheid en mystiek moeiteloos samenkomen met subtiel politiek engagement. Zijn proza is nooit zwaar of nodeloos complex, maar juist elegant en luchtig van toon, zelfs wanneer de thema’s indringend of pijnlijk zijn. De focus ligt op kwetsbare, maar betekenisvolle relaties tussen mensen en de introspectieve reflecties die daaruit voortvloeien. Bovendien experimenteert Van der Heijden met uiteenlopende vormen van introspectie: van poëtische fragmenten en door Evi zelf geformuleerde multiplechoicevragen tot diepgaande en gelaagde dialogen.
Denken, vreugde en liefde laat de lezer achter met meer vragen dan antwoorden, en dat is precies de kracht ervan. Het boek biedt een rijk palet aan emoties, inzichten en relaties die de complexiteit van het leven weerspiegelen. Van der Heijden nodigt ons uit om stil te staan bij de ongrijpbaarheid van persoonlijke idealen, de balans tussen actie en passiviteit, en de manier waarop we ons tot de wereld verhouden. In een tijd waarin snelle en absolute antwoorden de norm lijken, omarmt deze roman juist de schoonheid van onzekerheid en de ruimte voor reflectie.
1
Reageer op deze recensie