Twijfel is een teken van intelligentie
De Nederlandse schrijfster en journalist Roos Schlikker (1975) publiceerde jarenlang in onder andere Vrij Nederland, HP/De Tijd, Het Parool en Volkskrant Magazine. Ook schrijft ze columns voor Libelle en LINDA. Haar columns over het moederschap waren zo populair dat ze werden gebundeld in het boek We rommelen maar wat aan (2016). In de jaren daarvoor schreef Schlikker meerdere boeken. Ze interviewde tien verschillende miljonairs over het miljonair zijn voor haar boek Het eerste miljoen is het moeilijkst (2008). In 2012 schreef Schlikker het boek Ik wens je het onmogelijke met verhalen van ouders die om euthanasie voor hun kind hebben gevraagd. Schlikker had dus al veel schrijfervaring voordat ze aan haar debuutroman Huisje, boompje, beest (2017) begon.
“Lopen we allemaal soms niet graag op het randje… Jij toch ook? Joris keek voor zich uit. Zijn leven had helemaal geen randjes. Geen richeltjes, geen scherpe hoeken, alles keurig en beschaafd.”
Het leven kan behoorlijk voorspelbaar zijn: De gesettelde Lidia en Joris wonen in een Vinex-wijk, gaan netjes elke dag op tijd naar hun werk, doen de dagelijkse huishoudelijke taken en maken zo nu en dan een praatje met de buren. Er lijkt niets spannends te gebeuren, maar schijn bedriegt. Joris staat op het punt zijn baan te verliezen en wil eigenlijk een nieuw leven beginnen. Hij wil het liefst het huis verkopen en gaan reizen, maar zijn vrouw Lidia ziet niets in het plan. Dan komt er een nieuwe man in de buurt wonen. Joris raakt door hem geïnspireerd om dingen anders te doen, maar wordt hij daar echt gelukkiger van? Daarnaast is er iets vreemds aan de hand met deze nieuwe buurtbewoner. Waarom woont hij als alleenstaande in een eengezinswoning? Waarom verlaat hij nooit zijn huis zonder zijn fototoestel? Dan hoort Lidia verhalen over hem en ze vraagt zich af wat er zich achter de gesloten deuren afspeelt.
Schlikker heeft een grote dosis humor in het verhaal gestopt. De dialogen zijn hilarisch en de personages hebben allemaal wel iets eigenaardigs. De schrijfster onderscheidt zich echter van andere humoristische schrijvers doordat ze haar onderwerpen laat schuren. Ze schrijft namelijk over zeer serieuze onderwerpen, bijvoorbeeld een midlifecrisis, maar doordat ze haar rake observaties afwisselt met humoristische wendingen in het verhaal, wordt de roman niet te zwaar. De herkenning in de personages werkt ook mee. Iedereen heeft bijvoorbeeld wel iemand in de buurt wonen die alles in de gaten houdt of iemand die altijd voor je klaar staat. De spanningen in de buurt worden echter door de schrijfster niet expliciet vermeld, maar ze heeft er wel voor gezorgd dat de lezer de broeierige sfeer voelt.
“Je zou ook eens buiten je eigen kaders kunnen kijken. Daar kom je schoonheid tegen, niet alleen in een aangeharkt park waar je alle hoekjes kent.”
Tegelijkertijd zijn de personages soms te karikaturaal waardoor ze onecht worden en domineert de humor te veel. De vaak aanwezige en expliciete poepscènes in het verhaal zijn grappig, maar voegen verder niets aan het verhaal toe. Waarom poept Joris bijvoorbeeld in de tuin van zijn buurvrouw? Doet hij dat omdat hij thuis geen rust vindt of is er een andere reden? Het is jammer dat deze en andere details van het verhaal niet zijn uitgewerkt. Dat zou het verhaal meer diepgang geven. Schlikker heeft een aantal interessante en voor sommige lezers herkenbare onderwerpen gekozen, maar had haar lezers meer aan het denken kunnen zetten.
Huisje, boompje, beest is een humoristische roman die vlot leest en een aantal belangrijke onderwerpen aanhaalt. Wat doe je bijvoorbeeld als je vermoedt dat er een pedofiel in jouw buurt woont? Toch mist de roman diepgang en voegt de humor soms weinig aan het verhaal toe. Het is dus een vermakelijke roman, maar met een betere uitwerking had de lezer ook meer om over na te denken.
Reageer op deze recensie