Herschrijf de geschiedenis als voeding voor het heden
Op negenenveertigjarige leeftijd begint schrijver A.H.J. Dautzenberg (1967) met het schrijven van een dagboek. Het resultaat is het boek Ik bestaat uit twee letters (2018). De inhoud is zeer divers: vele dagboekfragmenten, essayistische betogen, brieven aan vrienden en andere schrijvers, gedichten, foto’s en strips worden met elkaar afgewisseld. Dautzenberg komt vaak (ongewild) in de media. Hij doneerde een nier, kreeg veel negatieve reacties toen hij het op nam voor de pedofielenvereniging Martijn en hij schreef een boek samen met de bekende fraudeprofessor Diederik Stapel (1966). De negatieve reacties leidden regelmatig tot vervelende veranderingen in het leven van Dautzenberg. Vooral het beeld dat de media van de schrijver schetst, heeft veel invloed op de verkoop van zijn werk en zijn financiële positie als schrijver. Deze en nog vele andere onderwerpen behandelt Dautzenberg openhartig en eerlijk in zijn boek.
Voor sommige mensen is het bijhouden van een dagboek een bezigheid die voldoening geeft, maar voor Dautzenberg is het effect juist het tegenovergestelde. Het 'accelereert de onrust' en het 'kwadrateert het bewustzijn' en het doet hem naar eigen zeggen zelfs een aantal keren pijn. De lezer merkt vooral aan de toon van de dagboekfragmenten dat het schrijven over zijn jeugd voor Dautzenberg confronterend is. Tegelijkertijd zorgt de eerlijkheid van de schrijver voor een verbintenis met de lezer. Iedereen vraagt zich immers weleens af wie ze diep van binnen zijn, wie ze waren in het verleden en vooral wie ze zullen zijn in het heden.
"Mijn ongemak komt volgens mij vooral voort uit mijn opvoeding: praten over jezelf, dat doe je niet".
Dautzenberg is in zijn teksten altijd maatschappelijk betrokken, maar in het dagboek gaat het vooral om de zorgzaamheid tegenover zijn familie. De meest interessante dagboekfragmenten gaan over de relatie tussen Dautzenberg, zijn tweelingbroer Hub en hun vader. De schrijver raakt de lezer wanneer hij liefdevol praat over zijn overleden vader, terwijl toch vaak is gebleken dat zijn vader niet altijd goed handelde. Interessant is het verloop van het onderzoek naar het NSB-verleden van de grootouders. De fragmenten bewijzen dat het graven in het verleden vaak nuttig is, maar het onderzoek is ook persoonlijk. Welke rol spelen bijvoorbeeld de keuzes van je familie op jouw toekomst?
Kenners van Dautzenbergs oeuvre weten dat zijn fictiewerk autobiografisch is. In Ik bestaat uit twee letters gaat de schrijver echter een stap verder. De bekentenissen, de impulsieve notities tussendoor en de diepgaande zelfanalyses geven een goed beeld van de schrijver, soms zelfs een te persoonlijk beeld. Niet iedere lezer zit te wachten op de zeer persoonlijke feiten, zoals de cupmaat van zijn moeder. Aan de andere kant weet Dautzenberg ook de afstand te behouden. Hij schrijft namelijk niet over alles wat hij met andere mensen meemaakt. Wanneer hij slecht nieuws ontvangt, wil hij de lezer niet betrekken: ‘Er zijn gebeurtenissen waar ik niet over kan schrijven'. Het boek toont dus ook een tweestrijd tussen een schrijver die zeer openhartig verslag doet en zijn wens om het liefst onzichtbaar te blijven.
Ik bestaat uit twee letters van Dautzenberg is een openhartig egodocument in de stijl die lezers van hem gewend zijn. Het boek is een diepgaand onderzoek naar het verleden en vooral Dautzenbergs jeugd, maar het is ook een persoonlijke analyse over de vraag of andere mensen in je leven bepalen wie je bent en hoe je in het leven staat. Met een scherpe toon, intellectuele vraagstukken en duidelijke taal neemt Dautzenberg je terug naar zijn jeugd. Om het heden te kunnen begrijpen, moet je de geschiedenis soms ophalen en herschrijven.
Reageer op deze recensie