Lezersrecensie
Ook een thriller met een traag begin kan effectief uitpakken.
Wanneer Lex, de hoofdpersoon in Lex (2024) van Gert-Jan van den Bemd, zijn baan opgeeft om fulltime thrillers te schrijven, lijkt aanvankelijk alles goed te gaan. Zijn vriendin Karla steunt hem, en vol inspiratie begint hij aan een nieuw boek. Maar al snel merkt hij dat het creatieve proces tegenzit: elke zin voelt als een mislukking en zijn teksten belanden in de prullenbak. Om zijn frustraties kwijt te raken, besluit Lex door de straten van Breda te wandelen. Tijdens een van haar eigen hardlooprondes ziet Karla een man die zich vreemd gedraagt op een verlaten parkeerterrein. Ze vertelt Lex over haar ontdekking, en hij besluit dat gegeven als inspiratie voor zijn boek te gebruiken. Wat hij niet weet, is dat deze toevallige ontmoeting hun levens in ernstige problemen zal brengen.
De andere verhaallijn in Lex volgt Wander, een vijfenveertigjarige sales director die ondanks zijn succes voortdurend onder druk staat. Om zijn positie te behouden, wordt van hem verwacht dat hij vloeiend Engels spreekt — wat hij nog niet volledig beheerst. Tegen zijn zin moet hij een cursus Engels volgen, en elke donderdagavond sleept hij zich naar de les. Daar ontmoet hij Dolly, een veel jongere vrouw, met wie hij, ondanks zijn stabiele huwelijk, een geheime affaire begint. Wat als een ontsnapping uit zijn dagelijkse routine begint, verandert al snel in een complex web van verleiding, geheimen en innerlijke conflicten. Wanders verhaal wordt uiteindelijk met dat van Lex verweven, op een spannende en verrassende manier.
‘In de lift van de flat waar zijn moeder woonde, dacht hij: ik had het nooit moeten doen, ik had nooit ontslag moeten nemen. Natuurlijk zat ik in een shitsituatie, maar ik wist wel waar ik aan toe was. Zesendertig uur per weer, veertig hooguit. Door de belemmering ontstond de behoefte om eraan te ontsnappen, de beperking van zijn vrijheid werkte als compost, een voedingsbodem waarin zijn creaties ontkiemden. Drie thrillers in vier jaar. Nu hij zeeën van tijd had, ontsproot er niets, alles ging dood. Hij was als een pensionado in een warm oord, ogenschijnlijk niets te wensen over, volgevreten, altijd licht aangeschoten, maar tot op het bot verveeld.’
Van den Bemd neemt uitgebreid de tijd om zijn personages te introduceren, en zelfs de figuren die in eerste instantie van weinig betekenis lijken, spelen uiteindelijk een belangrijke rol. Vooral hoofdpersoon Lex is intrigerend en gelaagd. Zijn twijfels en angsten komen op een indringende manier over, en je voelt zijn frustraties en onzekerheden al vanaf de eerste pagina’s. Zijn innerlijke strijd is krachtig neergezet. Ook Wander is een personage over wie zorgvuldig is nagedacht. Bij hem komen de emoties op een authentieke manier naar voren, en Van den Bemd werkt de twijfel aan zijn betrouwbaarheid uitstekend uit.
Het verhaal van Lex kan door de langzame opbouw niet meteen in het thrillergenre worden geplaatst. Het eerste deel van het verhaal is nogal traag, en hoewel de auteur probeert de lezer nieuwsgierig te maken met subtiele hints, duurt het even voordat het echte drama zich aandient. Pas halverwege het boek groeit de spanning, en het duurt zelfs tot het laatste derde deel voordat de lezer echt wordt meegesleept in de nerveuze spanning van zowel Lex als Wander. Wat Van den Bemd echter knap bewerkstelligt, is het moment waarop de levens van deze mannen elkaar onverwacht overlappen; een verrassing die alles wat vooraf is gegaan in een nieuw licht plaatst.
De grote wending in Lex is niet alleen een kwestie van plotontwikkeling, maar ook een bewuste stijlkeuze. Waar veel thrillers vanaf de eerste pagina in hoog tempo de spanning opbouwen, kiest Van den Bemd ervoor de lezer geduldig door een doolhof van onduidelijkheden te leiden, om pas later alles uit de kast te halen. Voor ‘traditionele’ thrillerlezers kan dit frustrerend zijn, gewend als zij zijn aan thrillers die vanaf het begin van de eerste pagina’s vol spanning zitten. Maar waarom mag een auteur die een thriller in het vooruitzicht stelt, die ‘belofte’ niet pas later in het verhaal inlossen?
Gert-Jan van den Bemd laat dus zien hoe geduldig lezen ook bij een thriller zijn vruchten kan afwerpen. Lex is echter niet voor iedereen weggelegd. Wie de voorkeur geeft aan directheid en snelheid, kan het verhaal als teleurstellend ervaren. Maar wie houdt van diepgaande karakterontwikkeling en psychologische spanning, zal hier zeker van genieten.
De andere verhaallijn in Lex volgt Wander, een vijfenveertigjarige sales director die ondanks zijn succes voortdurend onder druk staat. Om zijn positie te behouden, wordt van hem verwacht dat hij vloeiend Engels spreekt — wat hij nog niet volledig beheerst. Tegen zijn zin moet hij een cursus Engels volgen, en elke donderdagavond sleept hij zich naar de les. Daar ontmoet hij Dolly, een veel jongere vrouw, met wie hij, ondanks zijn stabiele huwelijk, een geheime affaire begint. Wat als een ontsnapping uit zijn dagelijkse routine begint, verandert al snel in een complex web van verleiding, geheimen en innerlijke conflicten. Wanders verhaal wordt uiteindelijk met dat van Lex verweven, op een spannende en verrassende manier.
‘In de lift van de flat waar zijn moeder woonde, dacht hij: ik had het nooit moeten doen, ik had nooit ontslag moeten nemen. Natuurlijk zat ik in een shitsituatie, maar ik wist wel waar ik aan toe was. Zesendertig uur per weer, veertig hooguit. Door de belemmering ontstond de behoefte om eraan te ontsnappen, de beperking van zijn vrijheid werkte als compost, een voedingsbodem waarin zijn creaties ontkiemden. Drie thrillers in vier jaar. Nu hij zeeën van tijd had, ontsproot er niets, alles ging dood. Hij was als een pensionado in een warm oord, ogenschijnlijk niets te wensen over, volgevreten, altijd licht aangeschoten, maar tot op het bot verveeld.’
Van den Bemd neemt uitgebreid de tijd om zijn personages te introduceren, en zelfs de figuren die in eerste instantie van weinig betekenis lijken, spelen uiteindelijk een belangrijke rol. Vooral hoofdpersoon Lex is intrigerend en gelaagd. Zijn twijfels en angsten komen op een indringende manier over, en je voelt zijn frustraties en onzekerheden al vanaf de eerste pagina’s. Zijn innerlijke strijd is krachtig neergezet. Ook Wander is een personage over wie zorgvuldig is nagedacht. Bij hem komen de emoties op een authentieke manier naar voren, en Van den Bemd werkt de twijfel aan zijn betrouwbaarheid uitstekend uit.
Het verhaal van Lex kan door de langzame opbouw niet meteen in het thrillergenre worden geplaatst. Het eerste deel van het verhaal is nogal traag, en hoewel de auteur probeert de lezer nieuwsgierig te maken met subtiele hints, duurt het even voordat het echte drama zich aandient. Pas halverwege het boek groeit de spanning, en het duurt zelfs tot het laatste derde deel voordat de lezer echt wordt meegesleept in de nerveuze spanning van zowel Lex als Wander. Wat Van den Bemd echter knap bewerkstelligt, is het moment waarop de levens van deze mannen elkaar onverwacht overlappen; een verrassing die alles wat vooraf is gegaan in een nieuw licht plaatst.
De grote wending in Lex is niet alleen een kwestie van plotontwikkeling, maar ook een bewuste stijlkeuze. Waar veel thrillers vanaf de eerste pagina in hoog tempo de spanning opbouwen, kiest Van den Bemd ervoor de lezer geduldig door een doolhof van onduidelijkheden te leiden, om pas later alles uit de kast te halen. Voor ‘traditionele’ thrillerlezers kan dit frustrerend zijn, gewend als zij zijn aan thrillers die vanaf het begin van de eerste pagina’s vol spanning zitten. Maar waarom mag een auteur die een thriller in het vooruitzicht stelt, die ‘belofte’ niet pas later in het verhaal inlossen?
Gert-Jan van den Bemd laat dus zien hoe geduldig lezen ook bij een thriller zijn vruchten kan afwerpen. Lex is echter niet voor iedereen weggelegd. Wie de voorkeur geeft aan directheid en snelheid, kan het verhaal als teleurstellend ervaren. Maar wie houdt van diepgaande karakterontwikkeling en psychologische spanning, zal hier zeker van genieten.
5
Reageer op deze recensie