Wie genoeg dwaalt verdwaalt eigenlijk nooit
Jan Postma (1985) studeerde politicologie, journalistiek en internationale betrekkingen. Als freelancejournalist en fotograaf werkte hij bij verschillende tijdschriften, zoals De Gids, Das Mag en De Groene Amsterdammer. In het voorjaar van 2017 verscheen zijn essaybundel Vroege werken. Het aantal lezers van essaybundels lijkt te groeien, maar het is nog steeds niet het populairste genre in de letteren. Het debuteren met een essaybundel getuigt dus van lef. Daarnaast is het bijeen brengen van vijftien verschillende essays met uiteenlopende onderwerpen een stap die je maar moet durven. De bundel springt namelijk van onderwerpen als ‘jezelf googelen’ naar een expositie van de selfies van Heleen van Royen en van Postma's bewondering voor Joseph Brodsky naar een muizenplaag in zijn huis. Bovendien kan het essay verschillende vormen aannemen, maar Postma maakt in zijn eerste essay uit de bundel al duidelijk welke vorm hij hanteert:
“Hier is het een verdwaling; hier is het een ironische omarming van het alledaagse narcisme; hier is het vrolijke, zelfbewuste hybris; hier is het een poging tot oprechtheid in het volle besef van de ondoorgrondelijkheid van alles waar lang genoeg over wordt nagedacht (..) hier is het, bij gebrek aan geloof in een enkele, eenduidige en kenbare waarheid, de praktijk van particuliere werkelijkheidsvinding; hier is het essay het zich toe-eigenen van de toevalligheid.”
De kern van Postma's essays wordt gevormd door het zoekende en het dwalende. In zijn stukken schuwt hij niet om van het onderwerp af te dwalen en in te gaan op allerlei toevallige ontmoetingen of persoonlijke anekdotes. Een persoonlijke toon in essays zorgt voor betrokkenheid bij de schrijver, maar kan de lezer ook te veel afleiden van het onderwerp. Daarnaast is het gevaar dat je door de persoonlijke anekdotes niet altijd weet waar Postma heen wil. Dit hoeft geen probleem te zijn en is in sommige essays zelfs de kracht van Postma's schrijfstijl, maar in andere essays valt het tegen. Het gevaar schuilt in de mate waarin de schrijver in zijn teksten aanwezig is en de eigen ervaringen moeten dus niet de boventoon voeren.
En dit weet Postma zelf ook wanneer hij schrijft dat hij voorzichtig moet zijn met narcisme, maar toch heeft hij besloten om de persoonlijke zijweggetjes, die soms weinig toevoegen aan het verhaal, niet weg te laten. In de essays waarin de persoonlijke anekdotiek wel werkt, gaat het om de boeiende thematiek van de menselijke nieuwsgierigheid naar het zelf. In het essay 'Van dooie muizen. Over de dingen die komen gaan', gaat het bijvoorbeeld over de onzekerheden waar iedereen mee te maken krijgt. Met mooi taalgebruik komt Postma tot de volgende conclusie: “wie in onzekerheden kan leven, tegenstrijdigheden niet vreest, kan elk moment opnieuw de werkelijkheid ontdekken zonder uit het lood te worden geslagen.”
Postma heeft voor de ik-vorm gekozen om de werkelijkheid te onderzoeken en inzicht te bieden in de manieren waarop de mens zich tot de ander en de wereld probeert te verhouden. Hoewel zijn mooie persoonlijke waarnemingen niet in elk essay goed tot uiting komen, bevat de essaybundel intrigerende en aan het denken zettende stukken. Over het geheel genomen zijn de beste essays in de bundel echter die waarin Postma niet te veel over zichzelf schrijft, maar zijn essay koppelt aan het werk van andere kunstenaars en schrijft over belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen, zoals de immigratieproblematiek. Dit gebeurt bijvoorbeeld in zijn stuk over essayist Rebecca Solnit waarin hij in gaat op hoe mensen reageren op een crisis:
“Een crisis wordt doorgaans pas en ramp wanneer niet-slachtoffers in paniek raken en ze door een ingebeelde bedreiging hun vermogen tot medemenselijkheid het zwijgen laten opleggen.”
Hoewel Postma laat blijken dat zijn eigen 'kleine narcisme' hem blijft boeien, zal niet iedere lezer zich daar in kunnen vinden. Vroege werken bevat mooie passages en boeiende anekdotiek, maar de goede essays worden soms overschaduwd door de essays die te veel focussen op Postma's eigen leven. Vroege werken is dus een aardige bundel maar overtuigt niet.
Reageer op deze recensie