Alle magische sluizen open
Let op: deze recensie bevat spoilers van het eerste deel van de serie, De bronzen stad.
Met De koperen koning, het tweede deel uit de 'Daêvabad'-trilogie, keren we terug naar de magische djinnstad Daêvabad en zijn opmerkelijke bewoners. Auteur S.A. Chakraborty (1985) onderscheidt zich er definitief mee als spectaculaire fantasyauteur. Enerzijds overtreft ze het toch zeer temperamentvolle eerste deel, De bronzen stad, ruimschoots op het gebied van heftige magie. Anderzijds weet ze de verhaalteugels een stuk strakker in handen te houden dan in haar debuut, met een knap geconstrueerd plot als resultaat. Haar neiging tot onduidelijkheid heeft de auteur nog niet helemaal bedwongen, maar ook dat is vast een kwestie van tijd.
'Alles aan dit verhaal is groots opgezet en complex.' – Recensent Anne-Claire
Chakraborty is een als katholiek geboren Amerikaanse die zich in haar tienerjaren heeft bekeerd tot de Islam. Ze studeerde enige tijd in Caïro en in een online interview valt te lezen hoe ze daar al inspiratie opdeed voor de 'Daêvabad'-trilogie. De Vertaalzusjes, die na het eerste boek ook dit deel vertaalden, hebben zich eveneens verbeterd.
Met de 'Daêvabad'-trilogie heeft Chakraborty een klassieke fantasyserie willen schrijven die moslims met plezier konden lezen, zonder steeds op zaken te stuiten die storend voor hen zijn. Daarbij baseerde ze zich op voor de hand liggende bronnen als de islamitische mythologie en de wereld van Duizend-en-een-nacht, maar ook op Arabische legendes en de middeleeuwse geschiedenis van het Midden-Oosten. Alles bij elkaar levert dat originele fantasy op die ook aantrekkelijk is voor niet-moslims.
Even lijkt het verhaal de draad op te pakken waar die was neergelegd, maar na de proloog springen we vijf jaar vooruit in de tijd. Magisch genezer Nahri is dan druk in de ziekenboeg van het paleis en leert steeds meer vormen van magie beheersen. Haar huwelijk met emir Muntadhir verloopt echter minder voorspoedig. Prins Alizayd is na zijn verbanning terecht gekomen in een woestijndorp, waar zijn nieuw verkregen watermagie zich op verrassende wijze heeft ontwikkeld. Ondertussen is de eeuwenoude daêva Darayavahoush tot zijn spijt weer tot leven gewekt door Manizheh, Nahri’s doodgewaande moeder. Deze sterkste Nahid-magiër van haar generatie wil Daêvabad terugveroveren op koning Ghassan en beveelt Dara haar als legeraanvoerder bij te staan.
De gebeurtenissen raken in een stroomversnelling wanneer Ali noodgedwongen terugkeert naar de stad. Daar probeert hij met Nahri de positie van de shafits, de halfbloed djinns die worden uitgebuit, zoveel mogelijk te verbeteren. Dat roept echter ook veel vijandigheid op en een catastrofale oorlog, waarbij verschillende groepen met elkaar in de clinch raken, lijkt onafwendbaar.
Alles aan dit verhaal is groots opgezet en complex. Dat geldt niet alleen voor de magie, maar ook voor het avontuur en de mythologie. Het geldt tevens voor de vele gewelddadige confrontaties, voor een keur aan politieke intriges en voor thema’s als racisme, genocide, onderdrukking en territoriumdrift. Hoe de auteur de vele verhaallijnen die daaruit voortkomen in goede banen weet te leiden is een raadsel, maar het is goed gelukt. Al lijken de personages soms wat klein en verdrukt naast al die ontwikkelingen op macroniveau.
Helderheid was niet Chakraborty’s sterkste kant en op dat punt is er nog steeds ruimte voor verbetering. Zo legt ze de dingen die in het vorige deel zijn gebeurd niet opnieuw uit, hoewel dat af en toe welkom was geweest. Ook de nieuwe politieke verwikkelingen tussen allerlei verschillende partijen zijn soms lastig te volgen en als lezer raak je gemakkelijk de draad kwijt wat betreft wie er nu precies bij welke groep hoort. Tenslotte blijft ook het gedrag van personages, met name dat van Ali en Manizheh, soms wat onverklaard.
Gelukkig ondergraven die problemen de belangrijkste verhaallijnen en gebeurtenissen niet echt en vallen de meeste puzzelstukjes uiteindelijk op hun plek. Bovendien wordt de genreliefhebber ruiterlijk beloont voor dat beetje extra moeite doordat alle sluizen opengaan en de verbeelding er volop uitstroomt. Dat belooft nog wat voor het afsluitende deel. Wat er voor Chakraborty kwalificeert als waardige apotheose van een trilogie, valt niet te bedenken.
Reageer op deze recensie