Wonderschrijfster of toch niet helemaal?
Het debuut De meermin en de courtisane van de Britse schrijfster Imogen Hermes Gowar is als een meteoriet de wereld ingeschoten. Meerdere uitgeverijen hebben op het manuscript geboden en de auteur kreeg een jaloersmakend voorschot. Na publicatie regende het al snel lovende recensies. Er kwamen vertalingen en nominaties voor prijzen en de filmrechten werden verkocht. Kortom, dit is een wonderbaarlijk debuut. Hoewel, misschien is toch niet iedereen het daarmee eens. Het is namelijk ook mogelijk dat je als lezer verbaasd achterblijft omdat je het verhaal als onevenwichtig en vlak hebt ervaren.
Imogen Hermes Gowar studeerde archeologie, antropologie en kunstgeschiedenis. Hierna werkte ze in musea, terwijl ze ondertussen korte verhalen schreef. Deze verhalen leverden haar een beurs op waar ze een graad in creatief schrijven mee behaalde. In haar dissertatie legde ze de basis voor The Mermaid and Mrs. Hancock.
We begeven ons naar de Londense voorstad Depthford in 1785. Hoofdpersoon Jonas Hancock is er koopman en weduwnaar. Zijn leven is een sleur, maar dat verandert als hij een gemummificeerd zeemeerminnetje in handen krijgt. Deze curiositeit wordt een doorslaand succes bij het publiek en het geld stroomt binnen. Ondertussen probeert courtisane Angelica Neal in Londen te voorkomen dat ze terug moet naar het bordeel van madam Chapell, nadat haar beschermheer voortijdig is overleden. Wanneer madam Chapell de meermin huurt om in het bordeel tentoon te stellen, ontmoeten Hancock en Angelica elkaar daar op een wellustig feest. Hancock neemt geschrokken de benen, maar later blijkt dat hij de courtisane niet kan vergeten. Hij maakt echter alleen een kans als hij haar een nieuwe zeemeermin brengt. Dan neemt het leven van beiden onverwachte wendingen.
De schrijfstijl van Imogen Hermes Gowar wordt alom geroemd en terecht. Ergens heeft ze de gulden middenweg gevonden tussen stilistisch vernuft, beeldende beschrijvingen en soepele zinnen. En dat terwijl ze als extra uitdaging een 18de-eeuws aandoende taalgebruik hanteert. Dat zal de vertalers van De meermin en de courtisane, Carla Hazewindus en Anne Jongeling, trouwens de nodige hoofdbrekens hebben gekost. Zij moesten immers een vergelijkbaar 18de-eeuws lijkend Nederlands produceren. Gelukkig zijn ze daar aardig in geslaagd.
Een ander punt waarop de auteur veel wordt geprezen is haar prachtige historische enscenering. Het 18de-eeuwse, Londense leven kleurt ze vol weelderige details in. Kleding, etenswaren en voorwerpen uit de tijd beschrijft ze alsof ze er zelf tussenin leeft. Opvallend is dat ze daarbij alle zintuigen rijkelijk aan bod laat komen. Beeld, geluid, geur, smaak, tast, de lezer kan het volop meebeleven met de personages. Ondertussen is de beeldende kunst als inspiratiebron nooit ver: renaissancescènes met blote lijven en daaromheen wapperende stof, Monet-achtige taferelen met in het wit geklede jongedames, het huis van Angelica dat op een exotisch boudoir van Delacroix lijkt of het huis van Hancock met veel groen- en bruintinten geschilderd door een Hollandse meester. Het zijn maar enkele voorbeelden. Het is schitterend gedaan en in combinatie met het sprookjesachtige verhaal is het begrijpelijk dat zoveel mensen erdoor betoverd raken.
Het geval wil echter dat Hermes Gowar meer opheeft met het schrijven van scènes vol fijnzinnige schoonheid dan met het creëren van een constructieve verhaallijn of een geloofwaardige karakterontwikkeling. En dat heeft gevolgen waar een lezer zich aan zou kunnen storen. Zo kan deze moeite krijgen met de radicale gedragsveranderingen die belangrijke personages vertonen. Of met het gemak waarmee ernstige problemen snel weer worden opgelost. Of met de manier waarop het verhaal steeds meer kanten uitwaaiert zonder alle opgestarte verhaallijntjes ook af te ronden. Of met het feit dat er soms tijdenlang maar weinig gebeurt en dan opeens van alles tegelijkertijd.
Uiteindelijk blijkt De meermin en de courtisane een fraaie symbolische ontknoping te hebben, maar op de weg ernaartoe dwaalt de auteur dus vaak af. Wie daar slecht tegen kan, zal het boek vertwijfeld dichtslaan. Lezers die er minder mee zitten zullen echter, net als de meeste van hun voorgangers, meegevoerd worden door de wonderschrijfsels van Imogen Hermes Gowar.
Reageer op deze recensie