Kleurrijk verslag van een jaar met Michael Boogerd
In het najaar van 2007 eindigde de wielercarrière van Michael Boogerd met een knieblessure. Dat bleek het begin van een hoop narigheid: Boogerd viel in een zwart gat, ging scheiden en voelde zich na aanhoudende verdachtmakingen gedwongen om jarenlang dopinggebruik te bekennen. Toch wist hij langzaam maar zeker de weg terug te vinden. Toen het ei van de bekentenis eenmaal was gelegd, wilde hij bovendien best openhartig over zijn lotgevallen praten. Dat merkte wielerjournalist en tv-presentator Filemon Wesselink toen hij Boogerd te gast had in zijn tv-programma De week van Filemon. De 25 minuten die het programma duurde waren te kort. Toen eind 2014 vervolgens bekend werd dat Boogerd ploegleider zou worden bij een nieuwe Nederlandse wielerploeg, ontstond het plan hem een jaar lang te volgen en daar een boek over te schrijven.
In de loop van 2015 hield Wesselink verscheidene interviews met Boogerd over zijn leven na het wielrennen en volgde hij hem een aantal malen als ploegleider van wat inmiddels de Roompot wielerploeg heet. Daar maakte hij een persoonlijk ingekleurd verslag van. De lezer krijgt volop te horen wat de journalist allemaal meemaakt, te horen krijgt en denkt wanneer hij met zijn vroegere wieleridool optrekt. De openheid en eerlijkheid die Wesselink van Boogerd vraagt, geeft hij zelf ook. En dat maakt dit boek niet alleen sympathiek, maar ook sterk, want juist door die persoonlijke insteek is het meer geworden dan een portret van een bekend persoon. Samen met de auteur maakt de lezer Michael Boogerd mee in plaats van alleen over hem te lezen. In het boek worden gedeelten van de interviews en de verslagen in korte hoofdstukken met elkaar afgewisseld. Hierdoor ontstaat er een zekere spanningsopbouw in het verhaal van de gevallen vedette, dat aanspoort tot doorlezen.
Ondertussen krijgt Boogerd alle ruimte dat verhaal te doen. Daarbij doet hij serieus zijn best om zo open en eerlijk mogelijk te praten over de dingen die hem zijn overkomen, goed dan wel slecht. Hij vertelt zeker niet alles (hij wil sowieso niet over anderen uit de school klappen), maar geeft zich meer bloot dan de meeste mensen zouden doen. Zijn standpunt in de dopingkwestie komt duidelijk naar voren, maar wordt nergens opdringerig. Het blijft aan de lezer zijn eigen mening te vormen. In een interview op Hebban zegt Wesselink dat hij een boek wilde schrijven over de psyche van Boogerd en hoopte dat het een eerlijk verhaal zou worden. Dat is redelijk gelukt, al is er van een diepgaand en doorwrocht psychologisch portret niet echt sprake.
Filemon Wesselink blijkt vooral een begenadigd schrijver die met een goed oog voor markante details verslag doet van alles dat hij ziet en meemaakt. Dat geeft met name mooie scènes wanneer hij naast Boogerd in de ploegauto zit. Omdat dit eigenlijk nooit het geval is bij belangrijke wedstrijden (dan gingen belangrijke sponsors namelijk voor), krijgen we een kleurrijk beeld geschilderd van lokale, rommelige en vaak wat kneuterige wielerwedstrijden. De beschrijvingen van hoe het er dan in een ploegauto aan toe gaat zijn bij tijd en wijle hilarisch. Het idee dat ploegleiders hun renners vanuit de auto strak kunnen dirigeren loopt ook flink wat deuken op. Zelfs de ploegleider weet niet wat er precies in de wedstrijd gebeurt. Het blijft een sport vol mysterie.
Het enige probleem met dit boek is dat het nog steeds wat kort is en er opnieuw zaken blijven liggen. De meest opvallende lacune is dat Wesselink nooit aanwezig is bij trainingen van team Roompot. Boogerd laat herhaaldelijk weten dat hij veel motivatie haalt uit het trainen van jonge renners, maar we zien dit niet in werking en dat is jammer.
Uiteindelijk laat dit boek dan ook het gevoel achter dat je best meer had willen lezen. Dat het potentieel nog steeds niet volledig is benut en er meer in had gezeten. Dat geeft echter wel aan hoezeer Filemon Wesselink iets heeft neergezet dat tot de verbeelding spreekt.
Reageer op deze recensie