Van topgeschiedenis naar promotiemateriaal
In 1906 kreeg een Zeeuwse jongen een fiets van het merk Gazelle en ontdekte hij enthousiast een nieuw soort vrijheid. Want mobiliteit en bewegingsvrijheid was wat de fiets de mensheid bracht, voordat gemotoriseerd vervoer dat nog meer ging doen. Meer dan een eeuw later schreef Marian Rijk, de kleindochter van die jongen, het boek Eeuw in versnelling. Dat kreeg als ondertitel Hoe de fiets voor een maatschappelijke revolutie in Nederland zorgde, wat inderdaad het meest interessante hoofdonderwerp zou zijn geweest. Helaas blijkt het dat, ondanks een fabuleuze eerste helft, niet werkelijk te zijn. Het verhaal draait meer om de geschiedenis van fietsfabriek Gazelle. En ja, de flaptekst wijst wel in die richting, maar het eindresultaat strookt toch niet met de indruk die wordt gewekt.
Marian Rijk is opgeleid als industrieel ontwerper en heeft als uitgever gewerkt bij een educatieve uitgeverij. Tevens schreef ze de twee literaire thrillers, Dieptepunt en Blauwdruk, en maakte ze in 2016 furore met het Zeeuwse familie-epos Polderpioniers.
In Eeuw in versnelling worden in principe meerdere geschiedenissen met elkaar verweven. Enerzijds zijn er de verhalen over de ontwikkeling van de fiets tot het rijwiel dat wij kennen en over de maatschappelijke impact van de fiets. Anderzijds is er de geschiedenis van Gazelle als grootste fietsfabriek van het land, met daaraan gekoppeld de geschiedenis van de familie Kölling-Breukink, die de fabriek tot in de jaren ’70 heeft geleid. Daarbinnen is veel aandacht voor Willem Kölling (1869-1935), medeoprichter van Gazelle en tot zijn overlijden eigenaar en directeur. Zijn levensverhaal is zelfs zo dominant aanwezig dat het boek eigenlijk een halve biografie is.
Aanvankelijk lukt het Marian Rijk echter om alle elementen subliem te vermengen. Ze laat de verschillende verhalen naadloos in elkaar overvloeien en toont hoe het één onvermijdelijk voortkwam uit het ander. Hoe de uitvindingen op fietsgebied voortkwamen uit bepaalde ontwikkelingen en hoe de fiets vervolgens weer maatschappelijke veranderingen tot stand bracht evenals een bloeiende fietsindustrie. Ondertussen zien we hoe het leven van Willem Kölling met dit alles verstrengeld raakt en Gazelle daar een welhaast logisch gevolg van is. Goed passende puzzelstukjes zijn het, inzichtelijk en fascinerend om over te lezen.
Jammer genoeg houdt de betovering niet aan. Wanneer het basismodel van de fiets is uitontwikkeld, Gazelle op volle toeren is gekomen en compagnon Rudolf Arentsen zich in 1905 terugtrekt, verschuift de focus naar het bedrijf Gazelle en de familie die het bestuurde. Dat is inclusief allerlei voor de maatschappelijke geschiedenis van de fiets bijzonder oninteressante wetenswaardigheden als wie er in welke (land)huizen in thuisbasis Dieren woonden, welke landgoederen ze bezaten en hoe daarop werd gejaagd.
Wellicht kan deze ommekeer worden toegeschreven aan de belangstelling van de auteur met familiegeschiedenissen. Als bijkomende irritatie is er echter ook sprake van een hoog hallelujagehalte. Het boek verwordt tot één grote lofzang op het sociaal bewuste ondernemerschap van Gazelle in het algemeen en initiator Willem Kölling in het bijzonder. In veel opzichten is dat wellicht terecht, maar de fabriek en zijn leiders worden nu zo bejubeld dat je er de kriebels van krijgt. Mindere momenten worden ook wel genoemd, maar op besmuikte wijze en zo beknopt mogelijk. Het boek is goed geschreven en er is veel research gedaan, maar het gevoel promotiemateriaal te lezen dringt zich steeds meer op.
Binnen dit kader komt de bredere geschiedenis van de succesvolle Nederlandse fietsindustrie er maar bekaaid vanaf. Er wordt wel iets over gezegd, maar een constructief beeld van hoe deze markt in elkaar stak wordt niet gegeven. Zelfs een simpel feitje als dat fietsmerk Fongers het extra dure merk was, blijft onvermeld. Het benoemen van de concurrentie lag blijkbaar moeilijk.
Nergens is ook maar enige aanwijzing te vinden dat Marian Rijk Eeuw in versnelling in opdracht van Gazelle heeft geschreven, maar het laat wel die indruk achter. Zonde. Met een algemenere insteek had dit boek een standaardwerk binnen de Nederlandse fietsgeschiedenis kunnen worden, maar nu laat het gemengde gevoelens achter.
Reageer op deze recensie