A giant leap for woodkind
Tweeduizend jaar cultuurgeschiedenis pakt Johan de Boose (1962) bij de kladden in zijn toch vrij dunne boek Het vloekhout. Omdat hij deze geschiedenis wilde vertellen aan de hand van een centrale ik-figuur moest hij iets verzinnen, want geen mens leeft zolang. Hij kwam uit bij een stuk hout dat, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, wél zolang kan bestaan. Maar ja, een stuk hout als hoofdpersoon is een even originele als controversiële keuze die gemakkelijk de mist in kan gaan. De Boose heeft echter meer dan genoeg verbeelding, intelligentie en gevoel voor humor om eruit te halen wat erin zit. Daarmee maakt hij het niet voor alle, maar wel voor veel lezers mogelijk deze grote gedachtesprong met hem te maken.
Johan de Boose is een Vlaamse auteur met een grote staat van dienst. Hij maakte radio-, tv- en theaterprogramma’s, was acteur en schreef toneelstukken, dichtbundels, romans en non-fictie. Hij werd genomineerd voor prijzen en won er ook een paar, waaronder in 2008 de Henriëtte Roland Holst-prijs. Daarnaast spreekt hij Russisch en Pools en is hij gepromoveerd tot doctor in de Slavistiek. En toch bereikte zijn naam het Nederlandstalige leespubliek tot voor kort maar mondjesmaat. Nu Het vloekhout echter een nominatie voor de Libris Literatuur Prijs in de wacht heeft gesleept, is dat aan het veranderen.
Op sommige plaatsen valt te lezen dat Het vloekhout het derde deel is van een trilogie, wat suggereert dat de andere twee delen, Gaius en Jevgeni, eerst gelezen moeten worden. Dat is niet het geval. Na overleg met de uitgeverij heeft de auteur besloten dit deel als zelfstandige roman te schrijven en als zodanig valt het ook probleemloos te lezen.
Wat betreft identificatie en geloofwaardigheid heeft het evidente nadelen om een stuk hout als hoofdpersoon en verteller te hebben en daar zal niet iedereen zich overheen kunnen zetten. Er zijn echter ook voordelen en die weet de auteur maximaal te benutten. Zo kan hout door de tijd heen van vorm en functie veranderen en dat doet het dan ook, met alle daarmee gepaard gaande verhaalkansen van dien.
Dat verhaal begint met een olijfboom die getuige is van de brute verkrachting van de dertienjarige Maryam en vervolgens van het leven van haar zoon Jesjoea. Tot zijn eigen ontsteltenis wordt de boom omgehakt en tot Jesjoea’s kruis getimmerd. Van hout uit dit kruis (ook wel vloekhout genoemd) komt een ‘dikke spaander’ die uiteindelijk wordt omgevormd tot een opmerkelijk Russisch icoon dat van wezenlijk belang is voor alles dat er nog volgt. Zijn connectie met Maryam en Jesjoea raakt het hout echter nooit meer kwijt en religie is dan ook het belangrijkste thema van het boek.
Naast zijn eigen verhaal, dat de rode draad vormt, vertelt de hoofdpersoon vooral dat van zijn opeenvolgende eigenaren. Tenslotte bepaalt hij zijn eigen lot niet, maar wordt hij steeds weer opgepakt of gekocht. Dat leidt tot een boek dat bestaat uit twaalf korte hoofdstukken die onderling sterk verschillen. Niet alleen zijn er wijzigingen in tijd, plaats en eigenaar, maar ook vertelvorm en thema kunnen behoorlijk afwijken.
Historisch gezien maakt het hout hierdoor echt een reis door tijd en ruimte. Daarbij kiest de auteur een aantal interessante haltes, niet zelden in het hem zo goed bekende Rusland. Dat levert een aantal fraaie stukjes miniatuurgeschiedenis op. Jammer is alleen dat de trein soms te snel weer vertrekt, als de lezer nog best meer had willen horen over die plek of zijn bewoners.
Als verhaal heeft Het vloekhout twee gezichten. Enerzijds is er een erudiete kant die ervoor zorgt dat de tekst vol staat met wijze inzichten, filosofische redeneringen, referenties naar andere literatuur, mooie zinnen en een visie op thema’s als religie, oorlog en wetenschap. Anderzijds is er de, op schelmenromans geïnspireerde, luchtige kant vol humor, spot en avontuur. Dat de auteur dit voor elkaar krijgt in de notendop die zijn roman toch is, is bijzonder knap, maar levert wel een erg geconcentreerde tekst op. Je leest gemakkelijk over dingen heen, niet alles is even duidelijk en herlezen van het boek of stukken ervan is bijna een vereiste. Gelukkig is dat beslist geen straf.
Het vloekhout is dan ook een bijzonder origineel verhaal dat wordt verteld door een auteur die een heel eigen stem heeft ontwikkeld. Soms provoceert hij de lezer, maar hij zet deze ook regelmatig aan het denken. Johan de Boose is net zo eigenzinnig als zijn karakters blijken te zijn en niet bang compleet nieuwe wegen in te slaan. En dat doet uitkijken naar de eerstvolgende, nog niet ontdekte maan in verhaaluniversum waarop hij zijn vlag zal planten.
Reageer op deze recensie