Helletocht zonder genade, maar vol magie
'War never sleeps', zo lezen we op de Engelstalige versie van Het zwarte lied, het tweede deel van de fantasy duologie 'In de schaduw van de wolf' van Anthony Ryan (1970). Het blijkt een raak gekozen motto. In dit boek sleept de auteur zijn lezers namelijk aan de haren dwars door een gewelddadig strijdtoneel heen. Er is geen ontkomen aan. De vraag of hij daarmee een bijzondere en intense leesbeleving creëert of eentje die afstompt, dient iedere lezer voor zichzelf te beantwoorden. Dat er veel in het boek te beleven valt staat echter buiten kijf.
De Schotse Ryan is in het bezit van een universitaire graad geschiedenis en was ambtenaar in Londen. De duologie 'In de schaduw van de wolf' is het vervolg op de succesvolle trilogie 'In de schaduw van de raaf'. Het eerste deel, De roep van de wolf, verscheen vorig jaar. Het was toen onduidelijk of de nieuwe serie twee of drie boeken zou tellen, maar dit is beslist het afsluitende deel.
Helaas moet eerst worden opgemerkt dat de Nederlandstalige versie vragen oproept. Het motto waarmee de auteur zijn vlag plant, ontbreekt. Daarnaast wekken clichématige uitdrukkingen, stukken tekst in een eentonige verteltrant en matte oneliners de indruk dat deze vertaling van Gerda Wolfswinkel verre van optimaal is.
Hoe dan ook, het verhaal wordt opgepakt waar het was blijven liggen. Op het westelijke continent ligt het Eerbiedwaardige Koninkrijk na de verloren belegering van de stad Keshin-Kho in puin en de helden zijn gevlucht. Desondanks gloort er hoop als hoofdpersoon Vaelin al Sorna een nieuwe bloedzang krijgt en de andere helden het nog veilige Verlichte Koninkrijk naderen. Omdat de Stalen Horde van veroveraar en zelfbenoemde god Kehlbrand daar ook naartoe trekt, moet Vaelin zich niettemin haasten om zijn vrienden terug te vinden en de vijand te stoppen. Het blijkt echter dat zijn nieuwe lied een wel erg duistere invloed op hem heeft en een tussenstop in de Tempel van de Speren wordt, mede daardoor, onvermijdelijk.
Als Vaelin ten slotte in het Verlichte Koninkrijk aankomt, is de strijd daar al losgebarsten en kan hij alleen nog meevechten. De overmacht van het vijandelijke leger neemt echter schrikbarende vormen aan, terwijl Kehlbrand ook nog bezig is een gigantische vloot op te bouwen. Daarom gaan Vaelin en de zijnen op zoek naar bondgenoten en een eigen vloot, waarbij ze onder andere een aantal eilandenrijken aandoen. Ondertussen proberen beide zijden bovendien zoveel mogelijk begiftigden met magische krachten (meestal kinderen) in hun kamp te krijgen, want die kunnen het verschil wel eens maken.
Dit boek heeft zeker zijn momenten. Er zijn al vroeg verrassende wendingen in het verhaal, Vaelins plannen zijn inventiever dan ooit en hij maakt een paar spannende avonturen mee. Ook komt er beduidend meer robuuste magie aan te pas dan in het vorige deel en de ontknoping is een duologie waardig.
Niettemin zijn er ook kanttekeningen te plaatsen. Zo wordt er aan de cultureel doorwrochte wereldbouw die in het eerste deel zo opviel nauwelijks nog aandacht besteed, terwijl de vele koninkrijken en volkeren die een rol spelen verworden tot steeds moeilijker uit elkaar te houden pionnen op een schaakbord. Ondertussen horen we teleurstellend weinig over de verwikkelingen in het vijandelijke kamp, hoewel 'Het relaas van Obvar' dat we in dit kader lezen naar meer smaakt.
Uiteindelijk wordt echter alles overschaduwd door de voortrazende oorlog. Niet alleen door de gevechtshandelingen zelf, maar ook door allerhande, breed uitgemeten strategische overwegingen. Het gevolg is een genadeloze helletocht vol afgehakte lichaamsonderdelen, doorgesneden kelen, lijkenbergen en uit buiken kronkelende ingewanden. Al is dat niet zonder doel. Ryan onderneemt een geduchte poging de oorlog van binnenuit te bekijken in plaats van buitenaf en heeft er zeker wat over te melden. Eenzijdig blijft dat echter wel.
Al met al maakt de hierboven geschetste combinatie van kwaliteiten Het zwarte lied tot een goed oorlogsboek vol met fantasy-elementen, maar laat het als fantasyboek in de breedte toch te veel liggen.
Reageer op deze recensie