Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Droompaleis van glas en ijzer, maar geen happy end

Anne-Claire Verham 24 oktober 2019 Hebban Recensent

Het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam werd halverwege de 19e eeuw gebouwd als het Nederlandse antwoord op spraakmakende tentoonstellingsgebouwen, zoals het Crystal Palace in Londen en het Glaspalast in München. Sprookjesachtige kolossen die in recordtijd werden opgetrokken uit glas en ijzer, en waren bedoeld om technische ontwikkelingen en nieuwe nijverheidsproducten onder de aandacht te brengen.  

De bouw van het Paleis duurde echter jaren; de exploitatie liepen niet zoals elders en in 1929 brandde het af. Toch zou dit droompaleis in het collectieve geheugen van Amsterdammers blijven bestaan en deze eeuw zwol de roep om herbouw dan ook weer aan. Geen wonder dat bouwkundig historicus Gabri van Tussenbroek (1969) het als onderwerp koos voor zijn nieuwe boek. In IJzeren ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse industrie schets hij een eerlijk beeld van de geschiedenis van dit gebouw.  

Gabri van Tussenbroek is bouwhistoricus van de stad Amsterdam en hoogleraar Stedelijke Identiteit en Monumenten aan de UvA. Hij schreef al meer dan tien boeken over onderwerpen binnen de bouwgeschiedenis. Daaronder het befaamde De toren van de Gouden Eeuw, waarmee hij in 2018 werd genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs.  

Dit verhaal begint in de jaren ’50 van de 19e eeuw als huisarts Samuel Sarphati de extreme armoede en misère in het verpauperde Amsterdam niet langer kan aanzien. Hij trekt ten strijde tegen de misstanden, waarbij hij een verbijsterend uigebreide agenda aan activiteiten ontwikkelt. Zonder nieuwe werkgelegenheid gaat er echter niets van terechtkomen en daarom moet de zwakke Nederlandse industrie een flinke duw in de rug krijgen. Een aantrekkelijk, modern gebouw waar tentoonstellingen gehouden kunnen worden ten behoeve van de nijverheid is daartoe een belangrijke pijler. Zo promoten andere landen in deze media-arme tijd hun industrie en innovatie immers ook.  

Bij de Nederlandse overheden hoeft Sarphati echter niet aan te kloppen voor hulp. Daar gelooft iedereen heilig in het liberale ideaal van een overheid die zich nergens mee bemoeit. Alles moet via particulier initiatief tot stand komen. Lastig, maar Sarphati en de zijnen gaan voortvarend aan de slag. Wat volgt is een langdurige geschiedenis waarin de heren veel voor elkaar krijgen, maar er ook van alles misgaat. Uiteindelijk zullen de deuren van het Paleis voor Volksvlijt in 1864 opengaan en zal het veel mensen gelukkige herinneringen bezorgen. De geschiedenis rond het gebouw zelf wordt echter nooit gelukkig, met de brand als treurig einde.  

De auteur doet in dit boek waar hij goed in is. Op vlotte en heldere wijze vertelt hij de geschiedenis van het gebouw, alsook van de plek aan het Frederiksplein waar het stond. Daarbij plaatst hij alles mooi in het kader van tijd en plaats. De verwikkelingen rond het Paleis zijn immers nauw verbonden met de geschiedenis van de Amsterdam, van Sarphati als persoon, van Nederland als land en van internationale ontwikkelingen op het gebied van architectuur. Van Tussenbroek laat goed zien hoe dit allemaal in elkaar grijpt.  

Helaas blijft hij teveel hangen in zijn eigen stedenbouwkundige vakgebied. Zelfs de informatie over ‘de opkomst van de Nederlandse industrie’ die de ondertitel belooft, blijkt grotendeels in het kader te staan van de bouw zelf. Het zijn de bouwmaterialen, het ijzer en het glas, waar het vooral om draait. Over hoe het verder ging met de Nederlandse industrie en over de rol die het Paleis speelde bij de ontwikkeling en ‘beschaving’ van Nederlandse arbeiders wordt nauwelijks iets gezegd. Indirect rechtvaardigt Van Tussenbroek dit door te stellen dat het Paleis toch maar in beperkte mate de functies kreeg waarvoor het was gebouwd. Maar dat doet te weinig recht aan allerlei kleinschalige activiteiten die er wel degelijk zijn geweest.  

Toch kan de eindconclusie alleen maar zijn dat IJzeren ambitie een goedgedocumenteerd boek is, dat een wezenlijke bijdrage levert aan de kennis over het Paleis voor Volksvlijt. Diegenen die het willen herbouwen kunnen er hun voordeel mee doen, al is er ook voor hen nog geen happy end in zicht.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Anne-Claire Verham

Gesponsord

Een indringend verhaal op het scherp van de snede, vanuit de belevingswereld van de strafrechtadvocate die als slachtoffer moet strijden voor een eerlijke behandeling onder het recht waar ze altijd in heeft geloofd.

Hetzelfde boek lezen brengt mensen samen: je hebt direct iets om over te praten! Daarom lezen we in november met heel Nederland 'Joe Speedboot' van Tommy Wieringa. Je haalt het boek gratis op bij je bibliotheek.