Boek met tanden
Een nieuwe generatie, een nieuw begin. Dat is wat de lezer gemakkelijk kan denken bij het lezen van de flaptekst van Infernal Devices van Philip Reeve (1966), het derde deel uit de vierdelige serie Mortal Engines. De dochter van Hester en Tom, Wren, is nu vijftien en zal het veilige Anchorage-in-Wijnland verlaten om avonturen te bleven en het op te nemen tegen de anti-tractionisten van de Groene Storm. De belangrijkste doelgroep van de serie is en blijft tenslotte jonge tieners. Toch blijkt het anders in elkaar te steken. Allerlei personages uit de vorige delen, zoals Hester, Tom, Nimrod Pennyroyal en de sluipers Shrike en Fang, zijn weer gewoon present en de draad wordt grotendeels opgepakt waar deze zestien jaar eerder was neergelegd. Vaste vertaler Jacques Meerman heeft dan ook geen moeite met dit boek.
Het weerzien met de bekende personages is enerzijds leuk, maar zet het idee van een young adult wel onder druk. Er zijn vrij veel volwassen gezichtspunten en hoewel Wren zich kranig weert, springt dertiger Hester uiteindelijk toch weer het meest in het oog. Zij het (conform haar karakter) niet uitsluitend in positieve zin, waardoor er een soms wat ongemakkelijk verhaal ontstaat met een diffuus beeld van goed en kwaad. Iets waar zelfs veel volwassen lezers moeite mee zullen hebben, laat staan jongere. Zeker omdat het wringt met de jeugdige schrijfstijl, koddige namen en andere jeugdboekgekkigheid die we toch ook weer aantreffen.
Het lijkt opmerkelijk dat een auteur die bijna uitsluitend naam heeft gemaakt met jeugd- en kinderboeken deze weg is ingeslagen. Hij blijkt echter goede redenen te hebben die gaandeweg duidelijk worden als het verhaal zich ontwikkelt in een richting die altijd al de bedoeling was. Zaken uit vorige delen houden meer verband met elkaar dan gedacht, gebeurtenissen uit het verleden hebben consequenties in het heden en dingen die eenmalig leken krijgen een vervolg. Infernal Devices is misschien geen compleet nieuwe start, maar wel de onthulling van het ware verhaal dat Reeve al steeds aan het vertellen was. Een verhaal dat afstevent op een spectaculaire eindconfrontatie met de Groene Storm bovendien.
De plaats van handeling is deze keer een drijvende in plaats van rijdende stad, te weten de Britse badplaats Brighton. Dat is nog steeds een vakantieoord dat het vooral moet hebben van toeristen die met luchtschepen komen aangevlogen. De stad heeft dan ook geen kaken en jaagt niet op andere steden. Toch blijkt er het nodige mis in Brighton, zoals de aanwezigheid van een bijzonder levendige slavenhandel en een op grof eigenbelang uit zijnde burgemeester. En juist hier komt Wren terecht, nadat ze door een onhandige poging het avontuur op te zoeken, is ontvoerd door de Straatjongens. Dit nadat ze het zogeheten blikken boek heeft gestolen; een boek dat voor sommigen veel waard blijkt te zijn, al is het verder niemand duidelijk waarom. Vervolgens trekken zowel veel mensen als sluipers naar Brighton, ofwel om Wren te redden ofwel om het blikken boek te bemachtigen. Tussen hen bevindt zich ook dr. Oenone Zero, een nog piepjong lid van de Groene Storm. Als supergenie betreffende het construeren van sluipers heeft ze al een hoge positie in de organisatie. Ze begint echter te twijfelen aan de methoden van de Groene Storm en daardoor komt haar leven in gevaar.
Al met al kan worden gesteld dat Brighton weliswaar een stad is zonder tanden, maar Infernal Devices een boek met tanden. Behalve links en rechts wat ongemakkelijk is het verhaal ook heftig en intelligent en de humor goed getroffen. Haarfijn legt Philip Reeve bloot hoe geweld leidt tot meer geweld en hoe corrupt gemeentebestuur eruit ziet. De ontknoping kent een paar goed voorbereide verrassingen, waarmee de auteur zijn leven als matige plotter heeft gebeterd. Ondertussen verrijkt hij zijn wereld met de drijvende steden en nog enkele andere originele toevoegingen. Kortom, toch weer een leuk seriedeel dat reikhalzend doet uitkijken naar de afsluiting.
Reageer op deze recensie