Sympathieke autobiografie, matig zelfhulpboek
In het inleidende hoofdstuk schrijft auteur Lisette Thooft het zelf al: de titel Kom uit je hoofd moet niet al te letterlijk worden genomen. Het is immers niet de bedoeling je verstand te negeren. De ondertitel Op weg naar harmonie tussen denken en voelen omschrijft eigenlijk beter wat de bedoeling is. De auteur laat daarbij de weg zien die ze zelf is gegaan om de bewuste harmonie te bereiken. Niet om andere mensen dezelfde methoden op te dringen, maar vooral ter inspiratie van de lezer. En daarmee is dit boek zowel autobiografie als zelfhulpboek. De wederzijdse kruisbestuiving pakt echter niet in alle opzichten goed uit. De autobiografische insteek legt namelijk beperkingen op aan het zelfhulpgedeelte.
Lisette Thooft is een geheel persoonlijke weg gegaan om tot een gezonde geest in een gezond lichaam te komen. Een paar behoorlijk heftige jeugdtrauma’s speelden haar parten en het verwerken van die trauma’s is waar het om draait in dit boek. Daarbij speelde het bereiken van ‘lichaamsbewustzijn’ voor haar een doorslaggevende rol. Dit in samenhang met een sterk geloof in de psychosomatische achtergrond van de meeste lichamelijke klachten. Toch is leren luisteren naar je eigen lijf niet het einddoel dat Thooft wilde bereiken. Dat waren toch zaken als emotionele bevrijding, geestelijke verheffing en levensgeluk.
De ongekend openhartige manier waarop de auteur haar eigen roerige geschiedenis aan de lezer toont, verdient respect en maakt dit boek sympathiek. Ze combineert een vlotte schrijfstijl met droge humor en frisse zelfspot. Je kunt ook gemakkelijk relateren aan Thooft, die net zo ongeremd vertelt over haar mislukkingen en de vele valkuilen waar ze in is getrapt als over haar successen en momenten van inzicht.
'…, en ik dacht bij mezelf: "Nu ben ik tweeënzestig, ik heb twee kinderen groot gebracht en ik ben al bijna negen jaar grootmoeder, en dit is de eerste keer in mijn leven dat ik min of meer goed met boosheid ben omgegaan".'
Echt knap is de manier waarop de tekst is opgebouwd. Op het eerste gezicht lijkt de hoofdstukindeling zuiver thematisch (Hoe je kunt leren voelen, Hoe je kunt leren poepen, Hoe je kunt leren ademhalen, et cetera), maar al lezende merk je dat er wel degelijk een verhaallijn door al die hoofdstukken heen loopt. Die vertelt het levensverhaal van de auteur zodanig dat dit precies aansluit op de thema’s die ter sprake komen. Uiteindelijk sluit het boek af met een fraai hoofdstuk over liefde en geluk, waarin alles samenkomt.
Probleem is echter dat het door de autobiografische insteek een eenzijdig en weinig vernieuwend zelfhulpboek is geworden. Methoden die de auteur niet zelf heeft geprobeerd komen niet of slechts beknopt ter sprake. Dat geldt ook voor fysieke problemen waar de moderne mens vaak mee worstelt, zoals gebrek aan beweging, eetproblemen, RSI, lichtdeprivatie of chronisch slaaptekort. Problemen die veelal het gevolg zijn van de druk die mensen in het heden door de maatschappij krijgen opgelegd en niets te maken hebben met trauma’s uit het verleden. Traumaverwerking is ongetwijfeld een zeer nuttig ding voor velen, maar wordt in dit boek toch te zeer naar voren geschoven als enige zaligmakende oplossing.
Ondertussen zijn de therapieën, cursussen en ceremoniën die de auteur heeft gevolgd veelal uit de hoek der spiritualiteit en alternatieve geneeswijzen afkomstig, waarbij redelijk wat bekende namen de revue passeren. Zelfs als je daar maar weinig vanaf weet, zul je veel in dit boek genoemde methoden en leermeesters herkennen. Wat dat betreft is er weinig nieuws onder de zon. Daar komt bij dat de vergaande intimiteit waarmee Thooft bepaalde therapieën beschrijft soms ongemakkelijk wordt. Het is goed voor te stellen dat er ook lezers geschrokken zullen afhaken in plaats van geïnspireerd raken.
Inspirerend is dit boek dan ook vooral in algemene zin. Het doet de lezer beseffen dat persoonlijke ontwikkeling iets is dat met veel vallen en opstaan gepaard gaat, maar dat het desondanks de moeite loont om toch door te zetten. Op een meer gedetailleerd niveau biedt Kom uit je hoofd echter te beperkte informatie aan lezers die zelf nog zoekende zijn. Vandaar dat dit boek als autobiografie een stuk beter uit de verf komt dan als zelfhulpboek.
Reageer op deze recensie