Satirische fantasyklassieker terecht in ere herstelt
Het duurde maar liefst 89 jaar voordat de Britse fantasyklassieker Lud-in-the-Mist een Nederlandse vertaling kreeg. Het in 1926 door Hope Mirrlees geschreven verhaal was een tijdlang erg populair, maar raakte bij het grote publiek in de vergetelheid. Daar is het weer uitgehaald door een aantal bewonderaars en navolgers, waaronder met name Neil Gaiman. Deze voorzag een recente Engelstalige heruitgave van een voorwoord en dringende leesaanbeveling. Het is deze uitgave inclusief voorwoord die nu ook in het Nederlands is vertaald.
Lud-in-de-Mist is een stad; de hoofdstad van de kleine republiek Dorimar. De plaats doet denken aan succesvolle 17de-eeuwse handelssteden als Londen, Antwerpen en, heel duidelijk, Amsterdam. Behalve dat ten westen van Dorimar, achter de zogeheten ‘Omstreden heuvels’, een Elfenrijk ligt. Daar willen de zakelijke en nuchtere Dorimarezen echter niets van weten. Er is al eeuwenlang geen enkel contact met de Elfen geweest en er mag zelfs niet over hen gepraat worden. Alles wat met de elfen te maken heeft gaan de Dorimarezen onvervaard te lijf met de wet, wat hun hoogste goed is.
Probleem is echter dat het vermaledijde elfenfruit, waar verstandige mensen raar van gaan doen als ze het eten, toch steeds weer het land wordt binnengesmokkeld. Daar krijgt hoofdpersoon Nathaniel Cantecleer, burgemeester van Lud-in-de-Mist, nog flink problemen mee. Eerst is het zijn 12-jarige zoon Ranulf die elfenfruit lijkt te hebben gegeten. Niet veel later komen ook de leerlingen op juffrouw Primula Houtappels Academie voor jongedames ongelukkigerwijs met het fruit in aanraking en vluchten zij als gevolg daarvan naar het land achter de heuvels. Daaronder zijn ook de dochters van Cantecleer en diens boezemvriend Ambrosius Kamperfoelie. Als de heren vervolgens op onderzoek uitgaan doen ze verrassende ontdekkingen en worden ze steeds meer in het nauw gedreven door op macht beluste tegenstanders. Tenslotte is het aan Nathaniel Cantecleer om de confrontatie aan te gaan en een onvermoede lotsbestemming te accepteren.
Aan de vorm merk je soms dat dit boek in een andere tijd is geschreven. Hope Mirrlees vertelt het verhaal grotendeels vanuit het gezichtspunt van een algemene verteller, wat rond 1926 vaker werd gedaan dan tegenwoordig. Een nadeel hieraan is namelijk dat het afstand creëert tussen de lezer en de hoofdpersonen. Doordat de lezer meekijkt door de ogen van de auteur in plaats van door die van de personages, voelt hij zich minder betrokken bij de helden. Deze afstandelijkheid maakt Hope Mirrlees echter op tal van manieren goed. Ze schrijft fraaie (zij het niet altijd gemakkelijke) zinnen, toont zich een ware koningin van de metafoor en stopt haar verhaal vol met humor en levenswijsheden. De manier waarop ze haar menselijke personages in al hun burgerlijkheid portretteert is raak getroffen. De op folkloristische leest geschoeide elfen zijn mysterieus en daarmee is het verhaal dat ook. Je blijft benieuwd naar de afloop. Vertaler Gert van Santen levert hierbij overigens uitstekend werk en doet de bijzondere schrijfstijl van Mirrlees alle recht.
Inhoudelijk gezien is er in ieder geval niets aan dit verhaal gedateerd. Integendeel. Binnen het hedendaagse, veelal op het werk van Tolkien geïnspireerde, fantasyaanbod komt Lud-in-de-Mist origineel en fris over. Het verhaal blijkt ook voor meerdere interpretaties vatbaar. Je kunt het zien als een allegorie over de spanning tussen fantasie (het Elfenrijk) en gezond verstand (Dorimar). Of als een maatschappijkritische satire, waarbij de moderne materialistische wereld een spiegel krijgt voorgehouden. Of anders als een verhaal over omgaan met vreemdelingen en andersdenkenden. In feite zijn echter al deze thema’s in het boek terug te vinden en valt het vooral op dat ze allemaal nog minstens even actueel zijn als in 1926.
Dat maakt het meer dan wat ook terecht dat dit boek weer volop in de belangstelling staat. De ene lezer zal echter wat gemakkelijker kunnen opgaan in de humorvolle, beschouwende schrijfstijl van Hope Mirrlees dan de ander. Maar juist vanwege deze bijzondere maar soms wat moeilijke schrijfstijl is ook de Nederlandse vertaling, zo lang na dato, meer dan gerechtvaardigd.
Reageer op deze recensie