Vervangbaar, of niet vervangbaar, dat is de vraag
Ben je dezelfde persoon nog wel als je lichaam en geest exact zijn gedupliceerd, maar niet meer dezelfde versie als die waarmee je bent geboren? Dat vroeg de Amerikaanse wetenschapper en sciencefictionauteur Edward Ashton zich al sinds zijn jeugd af. Uiteindelijk ging hij de existentiële confrontatie aan en kwam tot de sciencefictionthriller Mickey7. Daarin vervult een kloon een wel heel bijzondere functie bij de kolonisatie van een planeet. Het eindresultaat is een filosofisch onderlegd, maar toch voornamelijk origineel, humorvol en redelijk spannend ruimteverhaal. Een breed internationaal leespubliek was al enthousiast en de verfilming is in productie.
'Realisme, een held tegen wil en dank, goed doordachte maar toch begrijpelijke wetenschap en humor.' - recensent Anne-Claire
Mickey7 is aldus de grote doorbraak van Ashton, maar het is niet zijn debuut. In de Verenigde Staten werden al twee sciencefictionromans van hem gepubliceerd en een zeker aantal korte verhalen. Het bracht hem een bescheiden carrière onder Amerikaanse genreliefhebbers. Nu kan worden gezegd dat de goedlopende Nederlandse vertaling van Louise Koopman en Waldemar Noë bepaald niet bepaald de eerste is. Op de Engelstalige markt is bovendien al een vervolg beschikbaar.
Hoofdpersoon, ik-figuur en antiheld is historicus Mickey Barnes. In de verre toekomst maakt hij onderdeel uit van een groep menselijke kolonisten op de weinig gastvrije ijsplaneet Niflheim. Zijn functie is die van een zogeheten ‘vervangbare’; de enige persoon op de missie die na overlijden kan en zal worden gekloond. In ruil daarvoor moet hij allerlei levensgevaarlijke klussen klaren of als proefkonijn of kanarie fungeren. Het is niettemin streng verboden dat er twee van hem tegelijk rondlopen. Dat gebeurt echter toch wanneer Mickey 7 onterecht voor dood wordt achtergelaten en bij thuiskomst Mickey 8 ‘uit de kuip’ treft. Bekendwording daarvan zal minstens een van hen noodlottig worden, dus besluiten ze de situatie geheim te houden. Als lokale levensvormen de aanval op de woonkoepel van de kolonisten inzetten, doen zich echter grotere problemen voor. Vanzelf moet de vervangbare dan weer in actie komen.
De belangrijkste kracht van het verhaal is dat het op een keur aan goede ideeën is gebouwd. Naast de filosofische draad rondom de vraag of Mickey 7 nu wel of niet dezelfde persoon is als de andere Mickey’s, zijn er meer kwesties die de auteur goed heeft doorgedacht. Zo geeft hij een geweldig realistisch en gedetailleerd uitgewerkt beeld van intergalactische kolonisatie door de mensheid. Het gevoel dat het zo wel eens echt kan gaan, was zelden zo groot. Het idee van de kloon als ‘vervangbare’ mens wordt eveneens uitstekend neergezet, waarbij dat idee dankzij de antiheld soms ook een dubbele bodem heeft.
Het boek is zeer beeldend geschreven en verfilming ligt voor de hand. Hoewel dat ergens toch verrassend is, aangezien we grotendeels de gedachten van de ik-persoon lezen en hij het woord zelfs met enige regelmaat direct tot de lezer richt. Bijvoorbeeld om iets te vertellen over de geschiedenis van het klonen en/of het koloniseren van planeten, want Mickey is niet voor niets historicus. Hij klinkt dan echter zozeer als een voice-over, dat het filmische gevoel in stand blijft.
In weerwil van die vertelconstructie en de filosofische onderlaag, zijn zowel de plotlijn als de schrijfstijl van Ashton aan de eenvoudige kant. Er is te veel ruimte voor kluchtige verwikkelingen rondom de twee klonen en te weinig voor de constructie van een doortimmerde plotlijn. Al moet gezegd dat de luchtigheid een al te duister verhaal voorkomt en de eenvoud ervoor zorgt dat een groot publiek deze nog behoorlijk wetenschappelijke sciencefiction probleemloos kan volgen. En de ontknoping is sterk en verrassend genoeg.
Het had wellicht spannender gekund, maar al met al is Mickey7 een interessant, geloofwaardig en leuk boek om te lezen. Realisme, een held tegen wil en dank, goed doordachte maar toch begrijpelijke wetenschap en humor; dat Edward Ashton wel wordt vergeleken met Andy Weir is begrijpelijk. Hij moet nog een stapje extra zetten om het niveau van de meest succesvolle sciencefictionauteur van het afgelopen decennium te evenaren, maar velen zullen hem nu al met veel plezier lezen.
Reageer op deze recensie