Reizen over leuke wegen maar zonder einddoel
Waarom heeft Europa geen roemruchte Route 66 of Pan-American Highway waar de verbeelding mee aan de haal gaat? Waarom staan wij Europeanen eerder ambivalent en onverschillig tegenover ons eigen wegennet? Dat zijn vragen waarop auteur en radiomaker Mathijs Deen (1962) een antwoord wil zoeken in zijn boek Over oude wegen. Daartoe heeft hij acht historische verhalen bij elkaar gebracht, van de prehistorie tot in het heden, die iets vertellen over de geschiedenis van reizen, vervoer en wegen. Jammer genoeg raakt de centrale vraagstelling en onderlinge samenhang daarbij uit het zicht. Opzichzelfstaand zijn het echter leuke en interessante verhalen om te lezen.
Mathijs Deen maakt documentaires voor VPRO radioprogramma VTO en schrijft daarnaast zowel fictie als non-fictie. Zijn verhalenbundel Brutus heeft honger werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2012. Verder schreef hij het populaire De Wadden, over de geschiedenis van de eilanden. Tijdens het schrijven van Over oude wegen maakte hij ook radiodocumentaires over de aan bod komende onderwerpen. Al met al een project waar hij jaren mee bezig is geweest.
Het boek begint met jeugdherinneringen van Deen, waaruit blijkt waar zijn interesse voor het onderwerp vandaan komt. Daarna volgt een introductie over het ontstaan van het hedendaagse net van E-wegen in Europa en de charmante maar helaas weinig realistische gedachtegang daarachter. Daarna begint het eigenlijke boek met een hoofdstuk over de verplaatsingen van onze verre voorouders in de prehistorie. Hierna volgt chronologisch uit iedere historische periode een verhaal.
Daarbij heeft de auteur ook afwisseling aangebracht in het type reiziger dat we volgen. Zo zijn er verhalen over een Deense stam op zoek naar een nieuwe vestigingsplaats, struikrovers, pelgrims, rondtrekkende acteurs, soldaten, wegracers en Marokkaanse (re)migranten. Bijna alle hoofdstukken hebben een specifieke hoofdpersoon. Zoals gezegd eindigt het boek uiteindelijk niet met overkoepelende inzichten betreffende het Europese wegennet en de manier waarop Europeanen daar tegenaan kijken. Er is wel een relativerende terugblik van Deen, maar daarin wordt niet meer gerefereerd aan de vragen uit het begin. Gedurende de eerste hoofdstukken lijkt de auteur nog wel op zoek naar antwoorden, maar uiteindelijk geeft hij voornamelijk informatie over reizen en wegen in de van toepassing zijnde tijdsperiodes. De focus ligt bij de hoofdpersonen en hun biografisch getinte verhalen.
Ondertussen zijn de onderwerpen op basis van persoonlijke interesses van de auteur gekozen en relateren ze nauwelijks tot niet aan belangrijke keerpunten in de geschiedenis van vervoer en wegen. Het zijn wel frisse, originele en interessante onderwerpen waar de meeste lezers weinig vanaf zullen weten. Verrassende stukjes geschiedenis, maar de willekeurigheid en het gebrek aan onderlinge samenhang gaat toch storen.
Daar komt bij dat er ook al weinig eenvormigheid is in de opzet van de verschillende verhalen. Zo krijgen we in het hoofdstuk over een IJslandse pelgrimvrouw op leeftijd eerst een uitgebreide voorgeschiedenis te lezen voordat de pelgrimstocht daadwerkelijk aanvangt. In het hoofdstuk over de vroege autocoureur Charles Jarrott blijft iets vergelijkbaars echter uit, hoewel die een van toepassing zijnde carrière als wielrenner had voordat hij overstapte op autoracen. Ondertussen is in het langste verhaal het Amsterdamse toneel tijdens de Gouden Eeuw het werkelijke hoofdonderwerp en zijn de verschillende reizen die erin worden gemaakt van secundair belang.
Dat neemt niet weg dat de verhalen aangenaam zijn om te lezen. Deen is een begenadigd verteller met een soepele schrijfstijl en een neiging tot milde humor. Hij weet zich bovendien goed in te leven in de personen die hij beschrijft en geeft hun innerlijke gevoelsleven soms prachtig weer. Al met al kruipt hij vrij dicht tegen fictie aan, waardoor het boek ook geschikt is voor mensen die doorgaans minder graag non-fictie lezen.
Toch blijft het jammer dat Deen steeds weer heeft gekozen voor wegen die hem het meeste aanstonden en wegen die verstandiger waren geweest links liet liggen. Nu dwaalt hij maar wat door de geschiedenis zonder een einddoel te bereiken. Plezierige zwerftochten zijn het, dat wel, maar er had meer in dit concept gezeten.
Reageer op deze recensie