Van A naar welke B precies?
Op 10 juni 1907 stonden in Peking vijf automobielen aan de start van wat een groot huzarenstuk beloofde te worden: een autorace van vele duizenden kilometers naar Parijs. De route liep grotendeels over onverharde wegen, dwars door onherbergzame oorden als de Gobiwoestijn en Siberië. Veel mensen geloofden niet dat iemand Parijs ging halen. Aangezien de finish wel degelijk is bereikt, is er al veel gezegd en geschreven over deze race. Dat was echter niet recentelijk en ook niet erg objectief. Vandaar dat de Britse auteur Kassia St Clair met Van Peking naar Parijs een nieuwe poging waagt, maar dan onpartijdig en op een manier een moderne historicus waardig. Dat lukt aanvankelijk goed, maar uiteindelijk verliest haar boek richting.
'Hoofdstukjes met kleurrijke verhalende fictie over het verloop van de tocht worden om en om afgewisseld met meer informatieve stukken over uiteenlopende, met de wedstrijd samenhangende onderwerpen.' – recensent Anne-Claire
Cultuurhistoricus en journalist St Clair heeft een specialisatie in modegeschiedenis en schreef twee non-fictieboeken. Daarbij viel ze op met originele onderwerpen binnen haar specialisatie. Het geheime leven van kleuren en De gouden draad zijn dan ook beide naar het Nederlands vertaald. Met Van Peking naar Parijs begeeft de auteur zich op heel ander terrein, al steekt haar belangstelling voor kleding met enige regelmaat de kop op. Vaste vertaalster Annemie de Vries nam in ieder geval ook dit boek voor haar rekening.
De autorace Peking-Parijs was georganiseerd door het Franse dagblad Le Matin en grotendeels een Franse aangelegenheid. De vijf automobielen die uiteindelijk de start in het verre Peking haalden, varieerden onderling sterk in gewicht, vermogen en type bemanning. Onder de bestuurders waren een Italiaanse prins, een oplichter en enkele autocoureurs. Sommige auto's hadden een monteur als bijrijder, andere een journalist, en de prins beide. Eén voertuig was een Spyker waardoor Nederland, ondanks een Franse chauffeur, als een van de drie deelnemende landen telde.
De race beslaat echter maar de helft van het boek. Hoofdstukjes met kleurrijke verhalende fictie over het verloop van de tocht worden om en om afgewisseld met meer informatieve stukken over uiteenlopende, met de wedstrijd samenhangende onderwerpen. Zo lezen we bijvoorbeeld over de politieke situatie rond 1907 in China en Rusland en over de geschiedenis van de door de journalisten veelgebruikte telegraaf. Het belangrijkste onderwerp is echter de geschiedenis van de automobiel. Daarbinnen zoekt de auteur de diepte op met vragen over waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt bij de ontwikkeling van de auto in de periode rondom 1907. Interessant, aangezien Ford nog geen anderhalf jaar later het baanbrekende T-model op de markt bracht.
Desondanks was deze opzet een riskante keuze, aangezien het gemakkelijk een onsamenhangend boek had kunnen opleveren. Lange tijd pakt het echter goed uit. In beide soorten tekst weet de auteur een variëteit aan historische informatie op speelse en behapbare wijze te brengen. Ze heeft een goed gevoel voor leuke anekdotes en voor relatief onbekende stukjes geschiedenis. Bovendien weet ze een fijne wisselwerking tot stand te brengen. Als je na een informatief hoofdstuk er weer eentje over de race leest, begrijp je meer en zie je alles beter voor je.
Helaas nemen de zaken geleidelijk aan een andere afslag. Als de focus steeds meer komt te liggen bij de geschiedenis van de auto, neemt de relatie tussen informatie en wedstrijdverslag af. Iets dat ook komt doordat St Clair dan steeds vaker aan de periode rond 1907 voorbijgaat en de toekomst induikt. Dit omdat ze ook de zwarte kanten van de automedaille graag onder de aandacht brengt. Dat doet ze echter zo voortvarend dat het idee van een vrolijk historisch boek over een woest avontuur erdoor wordt ondermijnd. Tegelijkertijd is het te weinig constructief om deze aanklacht te gaan zien als hoofddoel achter het boek. Wat de eindbestemming wel had zullen zijn, is niet langer duidelijk.
Net als de coureurs is Kassia St Clair echter een pionier die een nieuwe geschiedkundige weg probeert te zoeken in een voor haar onbekende specialisatie. Misschien een onverstandige keuze, maar al met al komt ze toch een heel eind en blijft het boek tot ruim voorbij de helft boeien.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een sportief boek' en 'Lees een waar boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie