Adembenemende magie in echt Afrikaanse fantasy
Let op: deze recensie bevat spoilers van Bloed en beenderen, het eerste deel uit dezelfde serie.
Met Vrees en wraak, het tweede deel uit de ‘The Orïsha Legacy’-trilogie, helpt YA-schrijfster Tomi Adeyemi het betrekkelijk nieuwe genre Afrikaanse fantasy verder vorm te geven. Het blijkt een betere poging dan haar eersteling Bloed en beenderen. Adeyemi is gegroeid als auteur en geeft haar eigen verbeelding nu alle ruimte in plaats van reeds beproefde recepten wat anders op te dienen. Daardoor levert ze geen slap tussendeel af, maar juist een explosief verhaal vol adembenemende magie waarin de van haar bekende thema’s rond racisme volop tot hun recht komen.
Adeyemi (1993) is een Amerikaanse met Nigeriaanse wortels. Ze studeerde Engelse literatuur en, op latere leeftijd, West-Afrikaanse mythologie, wat terug is te zien aan haar werk. Het land Nigeria en diens mythologie zijn duidelijk de belangrijkste inspiratiebron geweest voor ‘The Orïsha Legacy’. Hoewel haar debuut Bloed en beenderen de hype die eromheen ontstond niet helemaal waarmaakte, heeft Adeyemi er toch veel enthousiaste lezers en belangrijke prijzen aan over gehouden.
In Vrees en wraak, dat is vertaald door Maren Mostert en Renske Groeneveld, gaat het verhaal verder waar het in deel één ophield. Zij het dat hoofdpersoon Zélie een wat onverwachte koers probeert te varen. Het ritueel waarmee ze de magie terugbracht is een puinhoop geworden die haar vader het leven heeft gekost en bovendien een groep edelen (zogeheten títans) óók magische krachten heeft bezorgd. Daardoor wil ze nu vooral weg uit Orïsha om elders een beter leven op te bouwen. Dit tot ontsteltenis van prinses Amari, want die wil als koningin de troon opeisen en met Zélies hulp een nieuw en vredig Orïsha stichten. Dat gaat echter zomaar niet, want enerzijds wordt het koninkrijk aangevallen door een militante groep rebellerende maji, de zogeheten Iyika en anderzijds is er een nieuwe koning wiens machtige medestanders de maji willen uitroeien. Zélie en haar volk steven daardoor toch weer op een oorlog met het koninkrijk af, maar Amari blijft haar zinnen op de troon zetten. Het wordt dan de vraag of beide dames alsnog tot een vergelijk zullen komen of tegenover elkaar komen te staan.
Gedurende het verhaal dat volgt maakt de auteur een paar opvallende keuzes waarmee ze definitief de meer gebruikelijke fantasypaden achter zich laat. De eerste is dat Zélie een getroebleerde en vertwijfelde heldin tegen wil en dank blijft, in plaats van zich vol opofferingsgezindheid in ieder gevaar te storten. Een goede keus, want het maakt Zélie tot een menselijk personage, terwijl ze er geen spat minder stoer van wordt. Daarvoor is de ontwikkeling van haar magische krachten te verbazingwekkend en cool. Op de tweede plaats is ook de weg die Amari gaat niet wat lezers zullen verwachten en dat geeft het plot rondom haar een paar verrassende wendingen. Ondertussen wordt het concept van de tien verschillende maji-stammen – waar in het vorige deel weinig mee was gedaan – nu wel uitgewerkt. Daarmee is dit boek een stuk eigenzinniger en ook Afrikaanser dan Bloed en beenderen was.
Het blijkt bovendien een beter geschreven boek dan zijn voorganger, dat op een aantal punten goed te herkennen was als een debuut. Maar daar heeft Adeyemi aan gewerkt. Nog steeds voert ze het tempo soms zo hoog op dat er dingen te snel gaan, maar de emoties of meningen van mensen slaan niet meer zo ongeloofwaardig snel om als in het eerste deel wel gebeurde. Ook de overdadige stukken uitleg die het vorige boek ontsierden zijn verdwenen. Daarnaast gebruikt ze de ruimte in om het thema van de rassenvervolging – dat de auteur zo op de agenda had gezet – verder uit te werken. De auteur weet het zelfs zo naadloos in het verhaal te integreren dat het er helemaal één mee wordt.
Helaas komt Vrees en wraak nog te rommelig over voor een ultieme waardering. Adeyemi weet haar lezers echter zozeer te boeien en verwonderen met haar spetterende verbeelding, hoge tempo en levensechte personages, dat deze alleen maar met ingehouden adem kunnen wachten op het afsluitende deel van de trilogie.
Reageer op deze recensie