De kunst van het weglaten
Het internationale succesdebuut van Emma Cline, De meisjes, verscheen in 2016. In 2017 werd de Californische auteur een van de Best Young American Novelists en Cline schreef en publiceerde verschillende verhalen in onder andere The New Yorker. In 2020 verscheen de verhalenbundel Daddy, naar het Nederlands vertaald door Tjadine Stheeman en Ariane Schluter.
De hoofdpersonages in de verhalen van Cline bevinden zich allemaal onbedoeld of onterecht nét aan de buitenkant van de maatschappij. Ze balanceren op het dunne randje tussen dat wat normaal is en dat wat door anderen alleen maar als een mislukking of falen gezien kan worden. Een nanny duikt onder voor de pers na een schandaal, een vader wordt gebeld om zijn zoon op te halen na een onbeschrijfelijk incident.
‘En hij voelde zich inderdaad schuldig; het verhaal was afschuwelijk, pervers, hij kreeg er kramp van in zijn onderbuik. Maar wat kon hij, wat kon wie dan ook, er nu nog aan doen? Hij maakte zijn excuses, waarbij hij zorgvuldig zijn woorden koos; zodanig dat ze elke vorm van een toekomstige rechtszaak uitsloten.’
Onbeschrijfelijk, of wellicht onnodig om te beschrijven? De wandaden en misstanden die zo drukkend aanwezig zijn in de verhalen van Cline worden nergens expliciet gemaakt. De lezer weet dat er iets afschuwelijks gebeurd moet zijn, zoals de lezer in De meisjes wist dat er iets afschuwelijks stond te gebeuren, maar de auteur benoemt het nergens. Alle incidenten worden tussen de regels gelaten, open voor invulling en interpretatie door de lezer zelf.
Het schrijven van korte verhalen is de kunst van het weglaten beheersen en die beheerst Cline, misschien wel iets te goed. Soms lijkt ze te veel weg te laten om het verhaal interessant te kunnen houden. De mokerslag waarmee sommige verhalen binnen kunnen komen, ontbreekt in deze bundel en hoewel de verhalen allemaal anders zijn, lijken ze vaak ook meer van hetzelfde. De personages krijgen te maken met tegenvallers en misverstanden. Komen in situaties terecht die verstrekkende gevolgen hebben in hun leven, maar we zien het nergens expliciet terug.
‘Je hoefde maar een klein duwtje tegen de wereld te geven en je kreeg de vreemdste uithoeken te zien, de duistere, machteloze verlangens.’
De verhalen in Daddy neigen soms naar het banale, maar altijd is er een kleine twist aan deze ogenschijnlijk normale levens. Alledaagse interactie en de misverstanden die daarbij horen spelen een hoofdrol in de verhalen, die steeds opnieuw lijken uit te lopen op een drama. Het is interessant hoe Cline haar realistische schrijven vermengt met opvallende details, om de lezer het normale leven te tonen en hem daar in dezelfde zin weer van te vervreemden.
‘Auto’s in meloen- en mandarijntinten stonden in doodlopende straatjes te blakeren in de zon. Honden lagen op hun zij te hijgen in de schaduw.’
Daddy is geen bundel die je meteen achterover blaast, maar de details in de verhalen van Cline en de actieve rol die van de lezer wordt verwacht, maken dat de verhalen je bij blijven.
Reageer op deze recensie