Verhalen om te vergeten
W.G. Sebald werd in 1944 geboren in het Zuid-Duitse dorpje Wertach. Hij studeerde taal- en letterkunde en woonde vanaf 1970 in Norwich, waar hij werkzaam was als hoogleraar Europese literatuur. Sebalds werk werd in verschillende landen bekroond met literaire prijzen, waaronder de Los Angeles Time Book Prize for Fiction en de Heinrich-Heine-Preis. Zelf kwam de schrijver in 2001 om in een auto-ongeluk.
De Emigrés verscheen oorspronkelijk in 1992 en werd in 2005 door Ria van Hengel naar het Nederlands vertaald. Deze vertaling werd in 2019 opnieuw uitgegeven ter ere van het 75-jarige bestaan van uitgeverij De Bezige Bij. Ook de debuutroman Duizelingen en de boeken De ringen van Saturnus en Austerlitz kregen voor deze gelegenheid een nieuw jasje.
Meer dan een roman is De emigrés een bundel met vier lange verhalen. Sebald beschrijft hierin de levens van vier joodse mannen die Duitsland verlieten om zich te vestigen in Zwitserland, Frankrijk, Engeland en de verre steden New York en Jeruzalem. Net als in Duizelingen en De ringen van Saturnus zoekt de auteur de grens op tussen fictie en non-fictie. Documentaire fictie staat er op de achterflap, een dubbelzinnige term die het werk van Sebald goed vangt.
'Van een vertrek uit Duitsland was, in elk geval in mijn aanwezigheid, niet één keer sprake, ook niet nadat de nazi’s bij ons in huis schilderijen, meubels en waardevolle voorwerpen hadden geconfisqueerd als Duits cultuurgoed waarop wij geen recht hadden.'
De vier mannen zijn personen (of personages) die de ik-verteller goed kent, een ervan is een oom, een ander een oude leraar. Sebald probeert via zijn ik-verteller hun levensverhalen vorm te geven, deze maakt daarbij gebruik van onder andere dagboeken en interviews met anderen. Soms is het voor de lezer onduidelijk wie er waar aan het woord is; de ik-verteller, de persoon over wie het verhaal verteld wordt of een getuige.
De auteur springt in dit werk meer dan ooit van de hak op de tak en meermaals raakt hij de lezer kwijt in zijn van elkaar losstaande verhalen. Een diepere laag komt in het boek zelf niet naar voren en mist omdat de verhalen duidelijk los van elkaar blijven en buiten de ik-verteller geen overlap kennen. Hierdoor lijkt de bundeling volkomen willekeurig en blijven de personages oninteressant en vergeten. Hun levensverhaal blijft niet hangen.
Wie meer werk van Sebald gelezen heeft zal niet verrast zijn te horen dat ook in De emigrés gebruik is gemaakt van beeldmateriaal, het gaat dan voornamelijk om foto’s die het verhaal moeten bevestigen of ondersteunen. Ook Engelse uitspraken of citaten blijven in het Engels gehandhaafd in de tekst. Dit alles draagt bij een gevoel van werkelijkheid en heeft een non-fictieve uitstraling.
De mooie zinnen die Sebald schrijft en die vaak wel heel beeldend zijn, maken dit werk juist weer meer een roman, buiten het feit dat er wel degelijk fictieve zaken verwerkt zijn in de levensverhalen.
'De zon was ondergegaan, het water een schaduwrijke vlakte, maar op de heuvels rondom hier en daar nog een dwalend lichtje.'
Sebald blijft een interessante schrijver, al was het maar vanwege de verschillende vormen en genres die hij in zijn werken samenbrengt op een ongekende manier. Maar met De emigrés weet hij deze vorm toch minder overtuigend neer te zetten en dat maakt het resultaat, de verhalen, niet heel memorabel.
Reageer op deze recensie