Een surrealistische omkering
Yoko Tawada (1960) werd in Tokyo geboren en verhuisde op 22-jarige leeftijd naar Duitsland. Ze schrijft zowel in het Japans als in het Duits en heeft voor haar werk verschillende literaire prijzen ontvangen. De laatste kinderen van Tokyo is haar meest recente roman die vanuit het Japans door Luk van Haute naar het Nederlands vertaald werd. De roman verscheen in 2019 bij uitgeverij Signatuur.
Japan heeft zichzelf na een verschrikkelijke ramp geïsoleerd van de rest van de wereld. Door de ramp is de lucht en de zee vergiftigd en de jongere generaties inwoners van Tokyo worden steeds zwakker. De fragiele generatie waarin Mumei geboren werd zal waarschijnlijk nooit volwassen worden. Zijn overgrootvader Yoshiro daarentegen is op zijn honderdste nog steeds springlevend en draagt de zorg voor zijn kwetsbare achterkleinzoon.
'Yoshiro vond het onnodig dat mensen van zijn generatie het lange leven vierden. Hij was dankbaar dat hij leefde, maar dat bejaarden lang leefden was normaal, en dat behoefde dus geen gelukwensen. Dat kinderen ondanks het hoge sterftecijfer weer een dag aan de dood waren ontsnapt, was meer reden tot feest.'
De wereld die Tawada creëert in De laatste kinderen van Tokyo lijkt op die van ons, maar is in veel opzichten anders. Het is een interessante wereld die veel potentie heeft, maar die tegelijk niet is uitgewerkt zoals je van een echte dystopische roman zou verwachten. In de beknopte schrijfstijl en omvang van het boek worden veel zaken slechts kort toegelicht of zijn omstandigheden helemaal niet uitgewerkt.
De mensheid is getroffen door een ramp die alles weer terug bij ‘het begin’ brengt en tegelijk wordt het menselijk ras met uitsterven bedreigd. De mens keert weer terug naar een leven zonder elektriciteit, zonder importgoederen en zonder contact met de buitenwereld in de zin van andere landen, maar zelfs ook andere delen van Japan. In navolging van dit nieuwe leven lijkt de mens zich langzaam te evolueren tot een nieuw soort wezen, een wezen zonder botten, een octopus.
De personages lijken echter helemaal op zichzelf aangewezen, jonge kinderen hebben een maandelijkse controle bij de dokter in verband met hun gestel en er wordt over een overheid gesproken maar deze lijkt zich niet om de resterende bewoners van Tokyo te bekommeren. Tawada slaagt erin een beeld te scheppen van een verlaten metropool. Een angstaanjagend en spookachtig tafereel waarin enkel de laatst overgeblevenen, die nergens anders naartoe kunnen, hun leven proberen te leiden.
'Met bloeddoorlopen ogen dwaalden bejaarden als spoken van markt tot markt, op zoek naar fruit dat ze hun achterkleinkinderen te eten konden geven.'
De wereld waarin de laatste kinderen van Tokyo leven is een wereld zonder leenwoorden en een waarin invloeden van andere talen verboden zijn. Dit gegeven is waarschijnlijk interessanter in de oorspronkelijke taal en enige kennis van het Japans lijkt nodig om de humor hierin te kunnen zien, hoewel Van Haute duidelijk zijn best heeft gedaan er in het Nederlands nog wat van te maken.
Het verhaal wisselt verschillende keren van perspectief, maar steeds binnen de leefwereld van Yoshiro en Mumei, over andere delen van de nieuwe wereld komt bijna geen informatie binnen. Sommige zaken worden middels flashbacks toegelicht of uitgewerkt maar er blijven vooral heel veel vragen en lege plekken over. Tawada laat iets te veel ruimte wit om haar wereld overtuigend te laten zijn. Daardoor blijft het geheel vooral surrealistisch.
Hoewel het idee dat aan deze roman ten grondslag ligt zeker interessante vraagstukken opwerpt, was dit boek indrukwekkende geweest als de wereld wat verder uitgewerkt zou zijn. De surrealistische elementen in het verhaal maken een magisch realistisch verhaal dat men van andere hedendaagse Japanse schrijvers zou kunnen herkennen. Ondanks de tekortkomingen is De laatste kinderen van Tokyo een interessant boek dat het overdenken waard is.
Reageer op deze recensie