Een duistere en menselijke roman
De Noorse auteur Karl Ove Knausgård is het meest bekend van zijn lijvige Mijn strijd-reeks, ook schreef hij Engelen vallen langzaam en verscheen zijn debuutroman Buiten de wereld in 2020 voor het eerst in Nederlandse vertaling. Zijn nieuwste roman De morgenster werd genomineerd voor de Noorse boekverkopersprijs en verscheen bij De Geus in vertaling van Marin Mars.
De vele personages in De morgenster verblijven in de Noorse Bergen, waar het heter is dan ooit. De enorme ster die opeens aan de hemel verschijnt wordt door hen allen waargenomen maar niemand weet waar hij vandaag komt of hoe hij te verklaren valt. Langzaam doen zich steeds meer ongebruikelijke verschijnselen voor, van zwermen lieveheersbeestjes tot duivelse aangezichten. Duistere krachten dringen het anders zo rustige en overzichtelijke leven binnen.
‘Aan de andere kant van de berg, waar de weg naar de stad naar het westen boog en het landschap vlakker werd, zag ik de ster weer, hij scheen laag boven de bergtoppen. Het was alsof ik nu al aan hem gewend was geraakt, en het was overweldigend. Het stille, blauwige nachtelijke landschap, de ster die zo sterk en helder scheen aan de verder lege hemel erboven.’
Knausgård is een schrijver die veel ruimte neemt, vooral voor beschrijvingen van het alledaagse leven en de omgeving waarin dit leven zich afspeelt. De beschrijvingen zijn prachtig gedetailleerd en zijn werk wordt op geen enkel moment langdradig. Naast dit bijzondere taalgebruik weet hij de lezer in De morgenster vast te houden door de spanning op te bouwen met gruwelijke elementen: een drievoudige monsterlijke moord, doden die niet dood lijken te zijn en onverklaarbare wezens die de bossen bevolken.
‘Het probleem van onze tijd was immers dat het menselijke alles opslokte en dat er daarbuiten niets anders meer bestond.’
Deze duistere krachten staan ver af van het alledaagse leven dat de vele personages leiden, Knausgård verbindt de verhaallijnen op subtiele wijze met elkaar maar maakt de verbindingen nergens helemaal af. De morgenster is dus allesbehalve een afgerond geheel, veel duistere zaken als verdwijningen en moorden blijven onopgelost, macaber en niet te bevatten. De losse eindjes zijn een uitdaging en tegelijk maken ze het boek origineel. Het laatste hoofdstuk bestaat uit een bijna wetenschappelijk essay over de dood en het geloof, nergens pretendeert de auteur een waarheid of oplossing te verkondigen.
‘Niet dat ik geloofde dat de ster Lucifer of Christus was. De ster was de ster. Maar dat het een teken ergens van was, daar twijfelde ik niet aan.’
Wel zitten er duidelijk veel verwijzingen naar de Bijbel, mythen en oude verhalen verwerkt in de roman. De doden en niet-doden, duivels, goden en andere onverklaarbare verschijnselen, de auteur lijkt te betreuren dat er voor hen in onze huidige maatschappij maar weinig plek is. De natuurwetenschappen hebben alles verklaard, maar weten we wat we zien of zien we alleen nog maar wat we weten en kan daarmee als het andere, het afwijkende, niet bestaan?
De morgenster bevat veel macabere elementen maar is geen macaber boek. Knausgård slaagt erin nieuwe werelden te openen door het onverklaarbare een plaats te laten hebben in de kleine levens van zijn personages zonder hiervoor een verklaring aan te dragen of daar zelfs maar naar op zoek te gaan. Het is een interessante en menselijke leeservaring die nog lang blijft rondspoken.
Reageer op deze recensie