Genreoverstijgende true crime
Maggie Nelson (1973) is een auteur die met haar uiteenlopende oeuvre moeilijk in één hokje te plaatsen is. Ze schrijft essays, gedichten en (literaire) kritieken en publiceerde in totaal negen boeken. Haar meest bekende werken zijn De Argonauten en Bluets. Bij Atlas Contact verscheen recent de Nederlandse vertaling van De rode stukken van de hand van Nicolette Hoekmeijer, het boek werd oorspronkelijk in 2007 gepubliceerd.
'Over hoe literatuur ons kan helpen grip te houden op de werkelijkheid en onze herinneringen.' – recensent Anne
De ondertitel autobiografie van een rechtszaak verraadt al dat ook De rode stukken zich lastig in één hokje laat plaatsen, een poging daartoe zou het gelaagde werk van Nelson ook weinig recht doen. De heropening van een jarenoud moordonderzoek met behulp van nieuwe DNA-technieken vormt de aanleiding van het schrijven van Nelson, maar de inhoud en literaire vorm van dit boek overstijgen de huidige hype rondom true crime ver.
In 2005 verscheen Jane: A Murder van Nelson, een dichtbundel waarin Nelson het verhaal van haar in 1969 op gruwelijke wijze vermoorde tante Jane probeert te vertellen, gebaseerd op diens dagboekfragmenten. Wanneer Jane: A Murder zo goed als klaar is, ontvangt Nelsons moeder een telefoontje dat de zaak rondom de moord op Jane wordt heropend naar aanleiding van nieuw DNA-bewijs.
‘Kort gezegd begon het ideaal van catharsis, dat gedurende het schrijven van Jane had gefungeerd als een naïeve maar onmiskenbare stimulans, scheurtjes te vertonen en bleek het de drogreden te zijn die ik er ergens altijd al in had gezien.’
In De rode stukken probeert Nelson te vangen wat er door haar en haar familie heengaat tijdens dit nieuwe proces en de daaropvolgende rechtszaak, die vooral veel ‘oud’ zeer naar boven lijkt te halen. De schrijver reflecteert op rouwprocessen en vraagt zich af hoe je geacht wordt te rouwen.
Daarmee neigt het boek eerder richting psychologische analyse dan naar true crime, maar Nelson betrekt ook de media en de maatschappij in haar overpeinzingen en schuwt daarbij de nodige (grauwe) humor niet, zo schrijft ze over dode witte meisjes:
‘Meisjes wier leven en dood, te oordelen naar de hoeveelheid zendtijd, kennelijk belangrijker zijn dan alle vermoorde, vermiste en in nood verkerende gekleurde mensen bij elkaar?’
Nergens gaat de auteur gruwelijke details uit de weg, maar wie een boek wil lezen over een gruwelijke moordenaar met de intentie te smullen van alle pijn en gruwel is bij Nelson aan het verkeerde adres. Als geen ander weet ze met scherpe observaties de lezer aan het denken te zetten. Over een rechtszaak, zo lang na dato, en welke invloed dat heeft op alle betrokkenen. Over rouwen, trauma, verlies en gerechtigheid. En over hoe literatuur ons kan helpen grip te houden op de werkelijkheid en onze herinneringen.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een waar boek' en 'Lees een duister boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie