Toegankelijke historie
Bianca Pitzorno (1942) is zeker geen onbekende naam in Italië. Ze werd geboren op Sardinië en schreef al meer dan vijftig boeken, voornamelijk voor kinderen. In Italië werden meer dan twee miljoen exemplaren van haar boeken verkocht en haar nieuwe roman De stof in haar handen verscheen in het Nederlands bij uitgeverij Signatuur. De roman werd vertaald naar het Nederlands door Saskia Peterzon-Kotte.
Aan het begin van de twintigste eeuw op Sardinië leert een naaistertje de kneepjes van het vak van haar oma. Daarna begint ze als naaister aan huis te werken om zo haar eigen geld te verdienen. Haar werk is haar weg naar de vrijheid en intussen maakt ze in de huizen van de rijken kennis met de meest wonderlijke vrouwelijke figuren. Ze is een onafhankelijke vrouw, in die tijd eigenlijk ongekend, maar het hoofdpersonage slaagt erin haar trots en werk te behouden:
‘Ik was niet bang voor de eenzaamheid. Al mijn dromen, verlangens en toekomstplannen hadden te maken met mijn werk, met de vooruitgang die ik boekte met knippen en naaien, en met het uitbreiden van mijn klantenkring.’
Pitzorno schrijft over een jong hoofdpersonage dat zeer volwassen aandoet. Vol dromen en verlangens werkt zij zich richting onafhankelijkheid in een wereld waarin (rijke) mannen het voor het zeggen hebben. Via haar horen we verhalen over andere sterke vrouwen, vrouwen die ze tegenkomt in de huizen waar ze werkt. De eigenzinnige Esther die voor zichzelf kiest als het er echt op aankomt bijvoorbeeld, en de Amerikaanse Lily Rose die over de wereld reist en een pistool verstopt in haar nachtkastje; ze dienen het hoofdpersonage tot voorbeeld.
Uiteraard wordt ze op den duur ook verliefd, maar wel op een man ver boven haar stand. Pitzorno heeft veel woorden en uitleg nodig om haar situatie te beschrijven en laat het hoofdpersonage dit ook zelf meerdere keren vol zelfmedelijden uitleggen. Het is daarmee net te veel van het goede en maakt de strijd naar onafhankelijkheid net dat beetje minder indrukwekkend.
De auteur onderschat haar lezer en overschat wellicht haar hoofdpersonage op sommige punten; het verhaal is bewonderenswaardig maar ongeloofwaardig, in die zin dat ze wel een heel spannend leven leidt voor één persoon van haar leeftijd. Aan het begin van de roman lijkt Pitzorno dit op te willen lossen door over de andere personages verhalen te vertellen, waardoor de eerste twee delen bijna als losse verhalen gelezen zouden kunnen worden. Daarna vervlecht het leven van het hoofdpersonage zich verder met haar omgeving en de verhalen, waardoor ze lastiger van elkaar te scheiden zijn. Dat is het moment dat de lezer meer het gevoel van een (historische) roman krijgt.
‘De tijd van de naaistertjes was voorbij. Het doel van dit boek is ervoor te zorgen dat ze niet voor eeuwig in de vergetelheid raken.’
Een historische roman die een interessant aspect van het leven van toen centraal stelt en die, hoewel het verhaal fictief is, zeker is gebaseerd op ooggetuigenverslagen en kranten uit diezelfde periode. De stof in haar handen stelt sterke vrouwen centraal en is een toegankelijk en goed leesbaar boek over mensen van eenvoudige komaf.
Reageer op deze recensie