De lezer op het verkeerde been met indrukwekkend slot
Frank Heinen (1985) schrijft columns, verhalen, interviews en artikelen die te lezen zijn in onder andere de Volkskrant, De Morgen, Revisor en HP/De Tijd. Zijn boeken over wielrennen werden lovend ontvangen en in 2009 ontving hij de Hard Gras Prijs voor beste sportjournalistiek. Tien jaar later verschijnt zijn debuutroman De zaak Tom bij De Bezige Bij.
Hoofdpersonage Bob Persoon neemt zijn dove, zwijgzame broer Tom mee uit de zorginstelling waar hij tot voor kort verbleef. De eenzame Bob moet samen met zijn – in een rolstoel gezeten – broer op de vlucht wanneer hij in de media wordt neergezet als een monster dat zijn broer ontvoerd heeft. Het meisje van de koffiecorner in de bibliotheek waar Bob elke dag kwam, Nina, helpt hem en reist met de twee mannen mee naar plekken die Bob zich van jeugdvakanties kan herinneren. Er volgt een roadtrip die niet goed kan aflopen.
Het verhaal van Heinen overtuigt de eerste ruwweg tweehonderd pagina’s niet. De geloofwaardigheid van de reis van Bob en Tom is ver te zoeken; Nina die ineens besluit mee te gaan met de twee wildvreemde mannen, hoe ze later een journalist op hun pad brengt om verhaal te doen van de ontvoering. Hoe ze onderweg nog een zwerver oppikken die ofwel een geweldige kok, een gevlucht politicus of gewoon een oplichter uit Tunesië blijkt te zijn die de Tunesische politiek en de vluchtelingencrisis het boek binnen brengt…
Toch is Bob een personage waar de lezer sympathie voor krijgt, het wordt duidelijk dat hij veel om zijn broer geeft en het beste met hem voor heeft, zijn aanpak is echter keer op keer onhandig en onbekwaam. Ondanks de soms wat onduidelijke sprongen in de chronologie aan het begin van het boek weet Heinen toch de aandacht van de lezer vast te houden. Door de korte, staccato zinnen houdt hij bovendien de snelheid vast en kun je niet anders dan doorlezen.
De zaak Tom bewijst dat de aanhouder wint. De finale van het boek is geslaagd en spannend en leest nog sneller dan het begin. Het begin van de roman blijkt een omkadering voor het eigenlijke verhaal dat zich in de laatste tientallen pagina’s van het boek afspeelt, tijdens een live televisie-uitzending. De snelheid van de vraag-antwoordconstructie in de talkshow afgewisseld met de beschreven filmpjes, cameraperspectieven en backstage ervaringen werkt perfect in de roman.
“Bob weet niet wat het hele verhaal is. Wat hij wil vertellen is hoe dan ook niet zijn hele verhaal. Kan niet eens. Maar dat kan niemand wat schelen, of zijn verhaal ook het hele verhaal is. Dat hij het zo noemt, is voldoende.”
Het is jammer dat de reis naar dit einde toe ongeloofwaardig en minder interessant is, maar de informatie blijkt noodzakelijk voor Heinen om in die laatste pagina’s alles aan elkaar te kunnen knopen én de lezer op het verkeerde been te zetten. Verrassingen stapelen elkaar op en niets of niemand is wat het lijkt.
Dat Heinen kan schrijven lijdt absoluut geen twijfel, zijn roman leest vlot en de laatste tientallen pagina’s van zijn debuutroman zijn geweldig interessant en vermakelijk, zowel in hun commentaar op de journalistiek als de gezondheidszorg en de massale klopjacht die sociale media vandaag de dag mogelijk maken, het is echter jammer dat de auteur zo’n enorme – minder geslaagde – inleiding nodig had om tot dit indrukwekkende slot te komen.
Reageer op deze recensie