Eigenzinnig en filosofisch
Hanna Bervoets (1984) heeft ondertussen al heel wat titels op haar naam staan. Toch is het in haar geval niet zo dat je alles wel zo’n beetje gezien hebt als je een van haar boeken hebt gelezen. Ivanov bereikte de longlist van de ECI Literatuurprijs en dit jaar won Bervoets zowel de BNG Literatuurprijs 2016 (voor haar hele oeuvre) als de Frans Kellendonk-prijs vanwege haar ‘originele kijk op maatschappelijke of existentiële problematiek’.
Dat maatschappelijke engagement zien we ook weer terug in haar nieuwste roman Fuzzie. Heel anders dan Ivanov of het eerdere Efter typeert Bervoets Fuzzie als een sprookje. In het boek volgt de lezer verschillende personages die in het bezit zijn van een klein, pluizig bolletje (een fuzzie). Dit bolletje praat tegen hen en lijkt hen te begrijpen. Daarom laten de personages zich graag leiden door het pluizige ding, het vult een leegte in hun leven en lijkt daarin wonderwel te slagen, maar is dat ook zo?
Bervoets opent met een intrigerende proloog en zuigt de lezer daarmee meteen het verhaal in. De stijl van Bervoets leest heel prettig. Ze schrijft veelal korte zinnen en gebruikt geen onnodig ingewikkelde woorden. Hierdoor identificeer je je met al haar personages ook heel gemakkelijk, zelfs als je zelf geen lesbienne of man van in de zestig bent. Bervoets weet de lezer bij haar personages en hun problemen te betrekken, juist omdat hun problemen bijna banaal en alomtegenwoordig zijn.
Iedereen mist iets in zijn leven, vooral waar het de liefde betreft. Fuzzie is dan ook een boek over gemis, verdriet en rouwen, maar zeker ook over hoop. Het bolletje geeft de personages hoop. Dit doet het door filosofische lezingen af te steken over de gevoelens van de personages. Deze passages zijn interessant, het bolletje stelt een vraag en probeert hier vervolgens zelf ook een antwoord op te formuleren: wat is missen, wat is verlangen? De fuzzie voorziet hier in de behoeften van de eenzame personages en lijkt hen zekerheid te geven.
Soms slaat het bolletje door en verheft hij banale activiteiten tot filosofenvoer, maar gelukkig is er ook sprake van minder filosofische reflectie op de hedendaagse maatschappij, die voor veel lezers herkenbaar zal zijn:
"[…] op werkdagen zijn de wandelpaden het domein van joggende studenten en daarvan zijn er maar een paar vandaag: op felgekleurd, fluorescerend schoeisel klossen ze voorbij, een gymp tegenwoordig geen gymp wanneer hij niet op een tropische zeevis lijkt."
Ook leveren de personages in Fuzzie maatschappijkritiek; bijvoorbeeld over de oppervlakkigheid van hedendaagse datingsites en datingapps.
Voor de lezer is het af en toe even schakelen, van de filosofische preken van het bolletje naar de verschillende perspectieven van alle personages en weer terug, of dwars door elkaar heen. Wat het boek af en toe verwarrend maakt is dat het niet altijd één geheel lijkt te zijn, er zijn veel onderbrekingen in een verhaal dat eigenlijk geen doorlopend verhaal is maar eerder een samenraapsel van korte momenten van verschillende personages. De metaforen die het bolletje gebruikt in zijn uiteenzettingen vormen daarin wel een duidelijke leidraad. Het thema wordt vervolgens in verschillende situaties door Bervoets in de ‘praktijk’ gebracht bij haar personages.
Toch slaagt Bervoets erin haar boek tot het einde interessant te houden. En knap genoeg sluit ze haar roman even sterk af als dat het begint op de allereerste pagina. Het laatste hoofdstuk dat een fietstocht beschrijft die als metafoor voor het menselijk leven dient, knoopt alle losse eindjes op filosofische wijze aan elkaar. Vervolgens worden ook alle verhalen van de personages afgesloten voor de lezer, en blijven er enkel nog veel vragen over.
Reageer op deze recensie