Lezersrecensie
Geen verhaal dat blijft hangen
De debuutroman Glorie van Patricia Jozef verscheen in augustus 2017 bij uitgeverij De Geus. Jozef studeerde schilderkunst in Gent en filosofie in Brussel en Amsterdam, in allebei de vakgebieden zocht ze verhalen. Beide onderwerpen zijn dan ook ruimschoots vertegenwoordigd in haar debuutroman. Jozef geeft momenteel les aan migranten en interesseert zich in de uiteenlopende levens die ze tegenkomt.
Glorie vertelt eigenlijk twee verhalen. Allereerst dat van Marcel, een filosoof zonder baan die zich uiteindelijk door flink te bluffen binnen weet te praten op de kunstacademie en daar de organisatie van een internationaal kunstcongres in Berlijn op zich neemt. Ondertussen zorgt hij voor zijn ouder wordende moeder, die steeds minder goed voor zichzelf kan zorgen. Het tweede verhaal is het verhaal van Bodine, een kunstenares die op het congres in Berlijn spreekt en in contact komt met de organisatie, ze hoort dat Marcel is ontslagen maar haar band met Marcel blijft lang onduidelijk. Ook heeft Bodine net een zoon van één jaar.
Filosofie en kunst dus. De verhalen van Marcel en Bodine geven een interessant inkijkje in de kunstwereld, zowel aan de kant van de makers (de kunstenaars) als die van de ontvangers (de wetenschappers, filosofen, critici, curatoren etc.). “Mensen denken vaak dat goede kunst ook goed bedacht is, en aan de kunstenaar wordt een genialiteit toegeschreven, terwijl het dagelijkse werken in het atelier van een heel andere orde is.” Tegelijk wordt duidelijk dat het leven en werken in deze omgeving ook maar ‘gewoon’ is en dat ook kunstenaars dagelijkse problemen hebben.
De schrijfstijl van Jozef is – ondanks het feit dat er verschillende filosofische overdenkingen over kunst in het verhaal zitten – nergens overdreven filosofisch of ingewikkeld. De vele dialogen in over het algemeen korte zinnen en opdeling in korte hoofdstukjes houdt het boek goed in balans. In de manier waarop de twee levens die centraal staan in het boek beschreven worden schuilt op een subtiele manier maatschappijkritiek. Bijvoorbeeld de manier waarop de moeder van Marcel behandeld wordt door artsen en de moeilijkheid van overplaatsing naar een verzorgingshuis. In het verhaal van Bodine staat dan weer vooral het moederschap en de keuze tussen carrière en moeder-zijn centraal.
Glorie is een samenraapsel van interessante anekdotes waarin echter met moeite een rode lijn of samenhang te vinden is en de scènes geven minder inzicht in de personages dan je als lezer zou hopen. Door de geringe diepgang is Glorie dus geen verhaal dat lang blijft hangen. Het einde is verrassend maar de ontknoping levert de lezer niet per se nieuwe inzichten op over de twee levens en daardoor mist het verhaal een einde, boodschap of clue.
Jozef heeft een prima debuut geschreven, maar het is niet helemaal duidelijk welke kant de lezer ermee op moet en voor een boek zonder boodschap is het verhaal op zichzelf te mager. Er worden teveel losse eindjes niet aan elkaar geknoopt en dat is jammer, zeker voor een boek met zo’n interessant onderwerp als uitgangspunt.
Glorie vertelt eigenlijk twee verhalen. Allereerst dat van Marcel, een filosoof zonder baan die zich uiteindelijk door flink te bluffen binnen weet te praten op de kunstacademie en daar de organisatie van een internationaal kunstcongres in Berlijn op zich neemt. Ondertussen zorgt hij voor zijn ouder wordende moeder, die steeds minder goed voor zichzelf kan zorgen. Het tweede verhaal is het verhaal van Bodine, een kunstenares die op het congres in Berlijn spreekt en in contact komt met de organisatie, ze hoort dat Marcel is ontslagen maar haar band met Marcel blijft lang onduidelijk. Ook heeft Bodine net een zoon van één jaar.
Filosofie en kunst dus. De verhalen van Marcel en Bodine geven een interessant inkijkje in de kunstwereld, zowel aan de kant van de makers (de kunstenaars) als die van de ontvangers (de wetenschappers, filosofen, critici, curatoren etc.). “Mensen denken vaak dat goede kunst ook goed bedacht is, en aan de kunstenaar wordt een genialiteit toegeschreven, terwijl het dagelijkse werken in het atelier van een heel andere orde is.” Tegelijk wordt duidelijk dat het leven en werken in deze omgeving ook maar ‘gewoon’ is en dat ook kunstenaars dagelijkse problemen hebben.
De schrijfstijl van Jozef is – ondanks het feit dat er verschillende filosofische overdenkingen over kunst in het verhaal zitten – nergens overdreven filosofisch of ingewikkeld. De vele dialogen in over het algemeen korte zinnen en opdeling in korte hoofdstukjes houdt het boek goed in balans. In de manier waarop de twee levens die centraal staan in het boek beschreven worden schuilt op een subtiele manier maatschappijkritiek. Bijvoorbeeld de manier waarop de moeder van Marcel behandeld wordt door artsen en de moeilijkheid van overplaatsing naar een verzorgingshuis. In het verhaal van Bodine staat dan weer vooral het moederschap en de keuze tussen carrière en moeder-zijn centraal.
Glorie is een samenraapsel van interessante anekdotes waarin echter met moeite een rode lijn of samenhang te vinden is en de scènes geven minder inzicht in de personages dan je als lezer zou hopen. Door de geringe diepgang is Glorie dus geen verhaal dat lang blijft hangen. Het einde is verrassend maar de ontknoping levert de lezer niet per se nieuwe inzichten op over de twee levens en daardoor mist het verhaal een einde, boodschap of clue.
Jozef heeft een prima debuut geschreven, maar het is niet helemaal duidelijk welke kant de lezer ermee op moet en voor een boek zonder boodschap is het verhaal op zichzelf te mager. Er worden teveel losse eindjes niet aan elkaar geknoopt en dat is jammer, zeker voor een boek met zo’n interessant onderwerp als uitgangspunt.
1
Reageer op deze recensie