Een stroom aan associaties
De Vlaamse Lies Gallez (1990) won de publieksprijs van de A.L. Snijdersprijs, de Hendrik Prijs en de TOTAALprijs, haar korte verhalen verschenen in onder meer De Gids en Kluger Hans. Gallez geeft les aan anderstalige nieuwkomers en bij uitgeverij Querido verscheen haar debuutbundel vol korte verhalen: Het water vangen.
In Het water vangen maken we in verschillende verhalen en vanuit verschillende perspectieven kennis met vluchteling Omar die nergens geaccepteerd wordt, hoort een meisje de tweede oerknal die zich alleen in haar oor nestelt als een piep en raakt een andere jonge vrouw, die nooit seks heeft gehad, ervan overtuigd dat ze zwanger is van een dolfijn.
De personages in de verhalen van Gallez zijn op het eerste gezicht normale mensen, net zoals de alledaagse taferelen waarmee hun verhaal doorgaans begint. Het zijn echter de associaties in het werk van Gallez die haar personages en verhalen uniek maken. Dat uniek-zijn maakt het leven voor haar personages echter niet altijd gemakkelijker.
Een rode draad lijkt er op het eerste gezicht niet te bestaan tussen de zeer diverse verhalen in de bundel. Maar wellicht is de blauwe draad die het geheel samenbrengt op een meer metaforisch niveau voldoende. Rivieren, water en het blauw vormen de verbinding tussen de verhalen en net zoals in elke verhalenbundel is het ene verhaal afzonderlijk beter dan het andere, maar de auteur laat zien dat ze kan schrijven.
‘Wie had kunnen voorspellen dat het meisje de piep Herman zou noemen? (Ik niet in ieder geval. Ik weet niet waar deze naam vandaan komt, maar het meisje noemt hem vanaf nu Herman. We gaan verder.)’
Gallez heeft een bijzondere manier van vertellen die bijna in alle verhalen terugkomt, een stijl waarin de verteller (meestal ‘ik’) de lezer direct aanspreekt, hem buiten het verhaal zet en uitlegt wat ze gaat doen, waarover ze twijfelt, wat ze niet weet of waar ze verder niet over uit wil weiden. Zijpaden worden tussen haakjes aangekondigd maar nooit verder uitgewerkt. De gedachtewereld van de personages worden op die manier rijker maar soms ook bijna onnavolgbaar, zeker in de frases waar de auteur haar associaties en metaforen de vrije loop laat.
‘Ik ben er ook niet achter hoe je de dood in een verhaal past zonder dat er zwarte gaten ontstaan waarin woorden in het niets oplossen.’
Interessant is het driedelige verhaal over vluchteling Omar, dat in stijl wat afwijkt van de rest en wat rauwer is opgeschreven. De drie korte verhalen vormen daarmee een soort intermezzo in de bundel. Ook andere actuele thema’s komen terug in de verhalen, zoals genderverhoudingen en wat het betekent om een meisje of een jongen te ‘moeten’ zijn.
Liefde, verlies en de relatie tussen ouder en kind probeert Gallez te vangen in een ontwapenend en tegelijk surrealistisch en bij vlagen zelfs absurdistisch debuut, waarin de zoektocht naar verbinding, naar het ongrijpbare centraal staat binnen een diversiteit aan actuele thema’s.
Reageer op deze recensie