Een te grote leegte
Ginevra Lamberti werd geboren in de grootste afkickkliniek van Europa, San Patrignano in Italië. De kliniek stond bekend om zijn commune-achtige karakter. Lamberti groeide op in de vallei uit de titel van haar nieuwste roman Iedereen slaapt in de vallei. De Nederlandse vertaling werd gemaakt door Manon Smits. Lamberti schreef twee eerdere romans, won de Premio Mondello 2020 en werd vertaald in verschillende talen.
'Geen van de vele anekdotes over het leven in de vallei, waarvan de roman aan elkaar hangt, blijft echt hangen.' – recensent Anne
Hoofdpersonage Costanza is achttien jaar en groeit op in een onveranderlijke, koude en smalle vallei waar de zon laat opkomt en vroeg ondergaat. Het is een kleine wereld die zich geheel afspeelt in het gele huis, dat omringd wordt door bossen en velden. Het leven lijkt er stil te staan voor drie generaties vrouwen. Augusta, moeder van Costanza, zit vast in de vallei. Costanza ontvlucht het dorp zo snel ze kan en ketent zich vast aan een verslaving, waarop haar dochter Gaia ter wereld komt in een afkickkliniek en vervolgens teruggestuurd wordt naar de vallei.
'Want hij had zich nooit thuis gevoeld in de vallei en bleef zich voortdurend afvragen hoe hij daar in vredesnaam was beland. […] Hoe dan ook was het duidelijk dat ze allebei maar nauwelijks sympathie konden opbrengen voor die kloof die alles opslokte, […].'
Lamberti weet haar vallei als een verstikkende en soms zelfs vijandige omgeving neer te zetten. Iedereen slaapt in de vallei ademt de sfeer van een kleine Italiaanse gemeenschap uit de tweede helft van de twintigste eeuw en doet daarmee denken aan de Napolitaanse romans van Elena Ferrante. We leren de vrouwelijke hoofdpersonages bij Lamberti echter nauwelijks kennen. De wisselende perspectieven in verschillende tijden binnen korte hoofdstukken zorgen ervoor, samen met de afstandelijke verteltoon, dat alle personages in de vallei van een afstand worden bezien. Zeker in het begin is het lastig om de vele personages en hun relaties tot elkaar – en tot de vrouwelijke lijn van hoofdpersonages – uit elkaar te houden.
'Costanza, dochter van Tiziano die in elk geval een zoon wilde, en van Augusta die alleen maar een pop wilde.'
Met veel personages en weinig diepgang in de verhaallijn is de roman van Lamberti geen hele indrukwekkende. Geen van de vele anekdotes over het leven in de vallei, waarvan de roman aan elkaar hangt, blijft echt hangen.
'Maar dat kan niet, want de vallei is geen plek maar een tijd waar geen eind aan wil komen, het leven hier is geen tijd maar een plek waarvan de uitgang niet te vinden is.'
Pas tegen het einde van de roman, wanneer kleindochter Gaia een stem krijgt, vallen de eerder uitgezette puzzelstukjes een beetje op hun plek. Het is knap hoe Lamberti in haar proza de vervreemding en stilstand van de vallei weet te weerspiegelen. Het maakt Iedereen slaapt in de vallei tot een bijzondere leeservaring, maar de afstand tot de personages maakt de leegte te groot om de lezer echt onder de indruk achter te laten.
Reageer op deze recensie