Lezersrecensie
Wetenschap voorop
Ellen de Bruin is redacteur bij NRC Handelsblad en nrc.next. In deze hoedanigheid schrijft ze het vaakst over wetenschap, psychologie en menselijk gedrag. Haar debuutroman Onder het ijs is geïnspireerd op een bestaand wetenschappelijk onderzoek en een expeditie naar het noordpoolgebied in de zomer van 2004.
Een groep klimaatwetenschappers doet onderzoek op een schip in het noordpoolgebied, onder hen is Bas Fretz. Zij vervangt haar hoogleraar, Reinier, die kort voor vertrek onverwacht overleed. Bas hield net iets teveel van Reinier en hoopt er op het schip achter te komen of hij ook iets voor haar voelde, maar als junior onderzoeker tussen de wildvreemde wetenschappers lijkt ineens alles ingewikkeld, zeker wanneer de missie dreigt te mislukken.
De wetenschap en de ontdekkingen over klimaatwetenschap staan centraal in de debuutroman van De Bruin. Termen als dinoflagellaten, Filisphaera en Habibacysta vliegen de lezer om de oren. Veel technische details zullen ongetwijfeld al sterk vereenvoudigd zijn weergegeven, maar toch domineert de wetenschap de fictie.
De Bruin heeft ook vooral heel veel woorden, zinnen en ruimte nodig om haar verhaal, waarin al met al eigenlijk weinig gebeurt, te vertellen. “Wetenschap is wachten,” is een citaat dat verschillende keren voorkomt en na lezing weet de lezer wat ermee bedoeld wordt. In het geval van Onder het ijs is lezen ook vooral wachten.
“Ze loopt naar de galley. Ze brengt Tom koffie zonder hij erom gevraagd heeft. Hij kijkt even verbaasd op, maar zijn boek is te spannend voor meer conversatie dan een snel geknikt bedankje. Hij heeft het bijna uit. Hij drinkt gedachteloos terwijl hij doorleest.”
Elke handeling krijgt gedetailleerde beschrijvingen en hoewel het boek niet vervelend langdradig wordt, voegen deze beschrijvingen ook weinig toe aan de sfeer of de inhoud van het verhaal. Elke stap die wordt gezet is door de auteur opgeschreven, waardoor slow reading geen keuze maar een opdracht is.
Hoofdpersonage Bas is kinderachtig en wereldvreemd voor haar leeftijd. Ze denkt veel, maar andere personages reageren daar ook op alsof ze het (al dan niet per ongeluk) hardop heeft uitgesproken, een trucje dat een keer of twee leuk is maar daarna vooral stoort. Van psychologische diepgang, afgezien van een paar vreemde hallucinaties als gevolg van scheepsmedicijnen, is ook geen sprake en dat is jammer.
Het debuut van De Bruin is dus vooral interessant voor mensen die geïnteresseerd zijn in klimaatwetenschap of in onderzoek en zeker niet slecht geschreven. Wie op zoek is naar de door de achterflap beloofde ‘roman over liefde en verlies […] en de macht en onmacht van de mens’, komt echter bedrogen uit.
Een groep klimaatwetenschappers doet onderzoek op een schip in het noordpoolgebied, onder hen is Bas Fretz. Zij vervangt haar hoogleraar, Reinier, die kort voor vertrek onverwacht overleed. Bas hield net iets teveel van Reinier en hoopt er op het schip achter te komen of hij ook iets voor haar voelde, maar als junior onderzoeker tussen de wildvreemde wetenschappers lijkt ineens alles ingewikkeld, zeker wanneer de missie dreigt te mislukken.
De wetenschap en de ontdekkingen over klimaatwetenschap staan centraal in de debuutroman van De Bruin. Termen als dinoflagellaten, Filisphaera en Habibacysta vliegen de lezer om de oren. Veel technische details zullen ongetwijfeld al sterk vereenvoudigd zijn weergegeven, maar toch domineert de wetenschap de fictie.
De Bruin heeft ook vooral heel veel woorden, zinnen en ruimte nodig om haar verhaal, waarin al met al eigenlijk weinig gebeurt, te vertellen. “Wetenschap is wachten,” is een citaat dat verschillende keren voorkomt en na lezing weet de lezer wat ermee bedoeld wordt. In het geval van Onder het ijs is lezen ook vooral wachten.
“Ze loopt naar de galley. Ze brengt Tom koffie zonder hij erom gevraagd heeft. Hij kijkt even verbaasd op, maar zijn boek is te spannend voor meer conversatie dan een snel geknikt bedankje. Hij heeft het bijna uit. Hij drinkt gedachteloos terwijl hij doorleest.”
Elke handeling krijgt gedetailleerde beschrijvingen en hoewel het boek niet vervelend langdradig wordt, voegen deze beschrijvingen ook weinig toe aan de sfeer of de inhoud van het verhaal. Elke stap die wordt gezet is door de auteur opgeschreven, waardoor slow reading geen keuze maar een opdracht is.
Hoofdpersonage Bas is kinderachtig en wereldvreemd voor haar leeftijd. Ze denkt veel, maar andere personages reageren daar ook op alsof ze het (al dan niet per ongeluk) hardop heeft uitgesproken, een trucje dat een keer of twee leuk is maar daarna vooral stoort. Van psychologische diepgang, afgezien van een paar vreemde hallucinaties als gevolg van scheepsmedicijnen, is ook geen sprake en dat is jammer.
Het debuut van De Bruin is dus vooral interessant voor mensen die geïnteresseerd zijn in klimaatwetenschap of in onderzoek en zeker niet slecht geschreven. Wie op zoek is naar de door de achterflap beloofde ‘roman over liefde en verlies […] en de macht en onmacht van de mens’, komt echter bedrogen uit.
1
Reageer op deze recensie