Het dorpse leven in het jaar 2020
Het is zes jaar geleden dat Petra Possel haar stad Amsterdam achterliet en vertrok naar een tussenwoning uit 1910 met zevenzestig vierkante meter woonoppervlak op het Friese platteland in Gaast. In haar eerder verschenen boek De stad uit beschrijft ze de overgang van het wonen in een stad naar wonen in een klein dorp waar je niemand kent, de taal (Fries) niet spreekt en het huis moet verbouwen. Alles gaat over is hier een vervolg op en geeft ons een inkijkje in hoeverre Possel inmiddels is ingeburgerd in het Friese dorpse leven met zijn eigen gebruiken en bijzondere dorpsgenoten.
Petra Possel (1963) is journalist, publicist, culinair recensent en radio-presentator. Net zoals De stad uit is dit boek een verzameling van korte verhalen waarvan een aantal eerder is verschenen in verkorte versie in NRC Handelsblad. Het zijn columns waarin Possel haar leven en de gebeurtenissen in het Friese dorp beschrijft. De vorige bundel stond in het teken van verandering; een verhuizing van een grote drukke stad naar een rustig dorp aan de andere kant van Nederland en alles wat daarbij komt kijken. Dit keer is het thema wederom verandering, maar wordt deze omslag veroorzaakt door invloeden van buitenaf:
'En terwijl mijn omgeving mij steeds vertrouwder voorkwam, veranderde de wereld om mij heen in rap tempo. 2020 bleek niet alleen een jaartal. een meestergetal dat symbool staat voor dualiteit, het markeerde een nieuw tijdperk dat ook aan mijn kleine dorpje niet voorbijging. En hoe hardnekkig ik ook probeerde te geloven dat alles gewoon zijn gangetje ging, er kwam een moment dat ook ik moest toegeven dat niets meer was wat het ooit leek.'
Alles gaat voorbij klinkt nogal cliché en uiteindelijk zijn deze woorden op alles van toepassing. De enige zekerheid die je in het leven hebt, is immers dat het eindig is. De verhalen van Possel vallen zeker niet onder de noemer cliché. Herkenbaar, zeker voor mensen die zelf in een (Fries) dorpje wonen, zijn de verhalen wel. Hier ligt een deel van de kracht van de korte verhalen van Possel. De verhalen beslaan gemiddeld drie pagina's en toch slaagt Possel er in om herkenbare personages te schetsen waarbij je direct een beeld hebt. De schrijfstijl van Possel is humoristisch met oog voor detail, gevoel voor taal en een gezonde dosis zelfspot.
'Dit dorp is eigenlijk altijd in lockdown', had ik lachend gezegd. Vond ik zelf erg grappig, tot ik het in zwart-witte koeienletters terugzag in de krant. Altijd in lockdown. Was dat nu wel zo?
De korte verhalen van Possel smaken naar meer. De verhalen zijn los van elkaar te lezen en volgen elkaar niet op. De verhalen zijn wel chronologisch geschreven naar seizoen, datum en tijd.
Doordat het boek geen doorlopend verhaal is, voel je geen drang om verder te lezen na het eindigen van een hoofdstuk. Na drie pagina's is dat verhaal in zijn totaliteit verteld en staat het volgende verhaal in het teken van een ander onderwerp. Ook zijn niet alle onderwerpen even boeiend of passen die bij het gekozen thema van dit boek. Stiekem wil je meer weten over de dorpse personages en de avonturen van Possel met 'De Nieuwe Man' en is het jammer dat het verhaal al zo snel weer ophoudt. Possels schrijfwijze maakt enthousiast en nieuwsgierig en biedt potentieel. Laten we hopen op een vervolg op de eerdere twee delen dat lange verhalen bevat waarbij je je helemaal kunt onderdompelen in het dorpse leven in Gaast.
Reageer op deze recensie