Hakt erin vanwege subtiliteit
In De verzamelaar kon de lezer kennismaken met Brian Howley, ook wel de Bottenverzamelaar genoemd, omdat hij een morbide belangstelling heeft voor mensen met lichamelijke afwijkingen zoals gespleten handen of botvergroeiingen. Hij legde hier een collectie van aan door die mensen te ontvoeren en uiteindelijk te vermoorden. De verzamelaar eindigde met de ontsnapping van Howley nadat hij gevangengenomen was. De opvolger is het directe vervolg op dat boek. Clara Foyle, een slachtoffer uit het eerste boek, is nog steeds vermist. En rechercheur Etta Fitzroy, die in het eerste boek jacht maakte op Howley, heeft de zaak nog steeds niet losgelaten.
Alhoewel De opvolger direct begint met een samenvatting van de gebeurtenissen uit De verzamelaar en het daardoor prima zelfstandig te lezen is, weet je ook gelijk dat je een geweldig boek gemist hebt als je dat niet gelezen hebt.
In De opvolger realiseert Howley zich dat hij zijn collectie weer van begin af aan zal moeten opbouwen en dat het gezien zijn leeftijd ook zaak is om iemand te vinden die de collectie kan voortzetten. Die iemand vindt hij in de 16-jarige Saul, die samenwoont met zijn alcoholistische moeder. Eigenlijk zorgt Saul al jarenlang meer voor zijn moeder dan andersom. Saul raakt in de ban van Howley, of eigenlijk meneer Silver zoals hij zich nu noemt, en komt er gaandeweg achter wat het betekent om in de voetsporen van een seriemoordenaar te treden.
Tegelijkertijd besluit Jakey Frith, één van de misvormde slachtoffers van Howley die wist te ontsnappen, dat hij nog iets goeds moet doen met het korte leven dat hem nog rest vanwege zijn ziekte. Hij wil Howley in de val lokken. En aldus dirigeert Fiona Cummins haar personages naar een onherroepelijk treffen.
Cummins heeft een bijzonder subtiele manier van schrijven. Ze doet niet aan het uitvergroten van situaties die als effectbejag kunnen worden gezien. Nee, in feite laat ze heel argeloos en zonder te benadrukken scènes de revue passeren die door je ziel snijden en waarvan je weet dat ze een traumatiserend effect moeten hebben op de personages. En juist vanwege die argeloosheid hakken die scènes er behoorlijk in.
Haar personages zijn gekwelde figuren, wat in het boek vaak het resultaat is van dingen die hen vroeger zelf ook zijn overkomen. Maar Cummins laat tegelijkertijd zien dat dat nooit een excuus kan zijn voor slecht gedrag. Je kunt ook sterker tevoorschijn komen uit een rotsituatie. Daarmee biedt ze de lezer tenminste nog enige hoop.
Reageer op deze recensie