Debuut staat na veertig jaar nog als een huis
Veertig jaar nadat Ken Follett (1949) debuteerde met Door het oog van de naald verschijnt het boek opnieuw in druk. Follett is verrast door de levensduur van het boek, zegt hij in de ‘Noot van de auteur’. Nog steeds ontvangt hij bijna maandelijks een nieuwe editie van het boek. Nu hij het boek na veertig jaar herlezen heeft, is hij er trots op dat hij op 27-jarige leeftijd al tot zoiets in staat bleek te zijn, net als Paul McCartney die bewonderend de vroegere liedjes van de Beatles terugluistert.
Door het oog van de naald speelt aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Duitsland vreest een invasie van de geallieerden, maar weet niet waar die zal plaatsvinden. Faber (codenaam De Naald, omdat hij doodt met een stiletto) is een Duitse spion die gestationeerd is in Engeland. Hij ontdekt dat de Engelsen een grote misleiding hebben opgesteld die ervoor moet zorgen dat de Duitsers hun pijlen op Calais richten in plaats van op Normandië, waar de invasie gepland is. Met deze bewijzen wil Faber Duitsland bereiken, maar daarvoor moet hij wel zijn achtervolgers van zich afschudden. Een klopjacht door Engeland begint, met als inzet de afloop van de oorlog.
Follett wisselt in het boek continu van perspectief tussen Faber en degenen die hem achterna zitten. En alhoewel de uitkomst bekend is, beschrijft Follett de jacht zodanig dat het vermoeden rijst dat zijn sympathie eerder bij de Duitse spion ligt dan bij de Engelse inlichtingendienst.
In Door het oog van de naald is al de schrijfstijl van Follett herkenbaar die hij ook in de rest van zijn oeuvre doorvoert: de eendimensionale personages krijgen een karaktereigenschap toegemeten en wijken daar gedurende het boek praktisch niet van af, maar Follett weet dat zo meeslepend te vertellen dat het niet gaat storen. Integendeel. Bijna als bij een soap wil je alleen nog maar weten hoe het verder gaat. Al in zijn debuut neemt Follett de lezer op vakkundige wijze mee naar een zorgvuldig opgebouwde climax. Een jonge vrouw moet zonder enige hulp zien op te boksen tegen een nietsontziende moordenaar.
In zijn ‘Noot van de auteur’ zegt Follett dat hij het grootste deel van Door het oog van de naald in drie weken schreef. Tegenwoordig kost het hem drie jaar om een (vuistdik) boek te schrijven. Hij zou willen dat het hem dat opnieuw in drie weken zou lukken. Daarin is hij niet de enige, gezien zijn grote lezersschare.
Reageer op deze recensie