De Zweedse John le Carré?
Bij spionageverhalen denk je al gauw aan grootmachten zoals Amerika en Rusland die elkaar de loef proberen af te steken. James Bond komt in gedachten en de Koude Oorlog-thrillers van John le Carré. Maar om Engeland een spionagestrijd op hoog niveau te laten voeren met Zweden? Met Brussel als achtergrond? Het ligt niet voor de hand, maar desondanks, en misschien juist daarom heel verrassend, slaagt Andreas Norman er met Stille oorlog op een formidabele wijze in.
De Zweedse Bente Jensen woont met haar man en twee zoons in Brussel. Ze werkt zogenaamd bij een computerbedrijf maar in het echt is ze een spion. Via een overloper krijgt ze een USB-stick met belastende informatie over de aanwezigheid van Engeland in Syrië in handen. Deze informatie zou de Engelse veiligheidsdienst behoorlijk in diskrediet brengen. Reden voor MI6 om alles op alles zet om deze USB-stick terug te krijgen. De spion Jonathan Green mag alle middelen gebruiken om dit doel te bereiken.
Stille oorlog wordt verteld aan de hand van Bente Jensen en Jonathan Green. Het verhaal gaat niet alleen in op hun spionageactiviteiten, maar vooral ook op welke weerslag deze hebben op hun privéleven. Jensen kampt met een autistische zoon en met een partner die steeds meer van haar vervreemdt. Green bedriegt zijn eigen vrouw, maar ontdekt dat hij daarmee te hoog spel heeft gespeeld. Zowel Jensen als Green lopen er tegenaan dat ze er helemaal alleen voor staan door het vak dat ze gekozen hebben.
Norman weet hun geïsoleerde positie goed weer te geven, en dat lukt hem door een schrijfstijl te hanteren die afwijkt van het advies ‘Show, don’t tell’. Stille oorlog is in de tegenwoordige tijd geschreven en geeft voornamelijk weer wat de hoofdpersonen denken, voelen en doen. Daardoor leest het als een afstandelijk verslag, alsof het slechts een weergave is van wat er op het moment gebeurt, zonder oordeel van de auteur. Dat versterkt de eenzaamheid van de hoofdpersonen en daardoor word je als lezer nog meer door hen geboeid. Wat beweegt hen? Waarom doen ze dit? Norman geeft een inkijkje, maar tegelijkertijd zijn zijn hoofdpersonen net zo onbereikbaar als andere mensen die een dubbelleven leiden.
Norman wordt al getipt als de Zweedse John le Carré en dat is niet onterecht. Stille oorlog heeft alles wat een goed spionageverhaal maakt: een realistisch plot ingebed in een actuele setting, intrigerende hoofdpersonen en een dosis actie. En dat allemaal hier om de hoek in Brussel.
Reageer op deze recensie