Hebban recensie
Een voortreffelijk debuut
Het gaat Annie OSullivan niet voor de wind. Ze heeft een moeder bij wie ze het nooit goed kan doen en haar werk als makelaar loopt niet echt op rolletjes. Maar het kan altijd erger. Annie komt in een nachtmerrie terecht als ze op een dag ontvoerd wordt door een man. Hij sluit haar op in een blokhut met geen enkele kans op ontsnappen. De Griezel, zoals Annie hem in gedachten noemt, dwingt haar te leven volgens zijn regels, die zij noodgedwongen opvolgt.
Vermist wordt verteld door Annie zelf en begint als ze inmiddels teruggekeerd is in de maatschappij. Annie loopt bij een psycholoog; elk hoofdstuk is een sessie waar Annie in monoloogvorm verhaalt wat haar is overkomen. Deze vertelstijl is verraderlijk: in het begin zorgt ie voor een veilige afstand door haar beschouwende manier van vertellen en het feit dat je weet dat ze het overleefd heeft.
Maar langzamerhand gaat het verhaal onder de huid kruipen. Annie springt in haar verhaal ook naar de tijd na haar terugkomst. En dan valt het op dat ze over bepaalde details niet praat, waardoor de spanning alleen maar meer toeneemt.
Je hebt van die schrijvers die gelijk met hun debuut al laten zien dat ze over grote klasse beschikken. Stevens is daar één van. Ze weet genoeg afwisseling in haar verhaal te brengen door heen en weer te springen tussen, tijdens en na de ontvoering, waardoor de lezer niet constant met de ontvoerder en Annie te maken heeft. De personages zijn goed neergezet; de manier waarop bijvoorbeeld wordt beschreven hoe Annie reageert op haar omgeving is erg geloofwaardig. En wat ook heel belangrijk is in een thriller: Stevens weet hoe ze het verhaal op gang moet houden door de gebeurtenissen steeds erger te maken.
Maar dat moet je als lezer allemaal zelf ontdekken. Het is jammer dat de flaptekstschrijver daar niet net zo over dacht. Op de achterkant van het boek worden details en hints gegeven die pas in het laatste deel van het boek voorkomen. Een jammerlijke misser op een verder zo voortreffelijk debuut.
Vermist wordt verteld door Annie zelf en begint als ze inmiddels teruggekeerd is in de maatschappij. Annie loopt bij een psycholoog; elk hoofdstuk is een sessie waar Annie in monoloogvorm verhaalt wat haar is overkomen. Deze vertelstijl is verraderlijk: in het begin zorgt ie voor een veilige afstand door haar beschouwende manier van vertellen en het feit dat je weet dat ze het overleefd heeft.
Maar langzamerhand gaat het verhaal onder de huid kruipen. Annie springt in haar verhaal ook naar de tijd na haar terugkomst. En dan valt het op dat ze over bepaalde details niet praat, waardoor de spanning alleen maar meer toeneemt.
Je hebt van die schrijvers die gelijk met hun debuut al laten zien dat ze over grote klasse beschikken. Stevens is daar één van. Ze weet genoeg afwisseling in haar verhaal te brengen door heen en weer te springen tussen, tijdens en na de ontvoering, waardoor de lezer niet constant met de ontvoerder en Annie te maken heeft. De personages zijn goed neergezet; de manier waarop bijvoorbeeld wordt beschreven hoe Annie reageert op haar omgeving is erg geloofwaardig. En wat ook heel belangrijk is in een thriller: Stevens weet hoe ze het verhaal op gang moet houden door de gebeurtenissen steeds erger te maken.
Maar dat moet je als lezer allemaal zelf ontdekken. Het is jammer dat de flaptekstschrijver daar niet net zo over dacht. Op de achterkant van het boek worden details en hints gegeven die pas in het laatste deel van het boek voorkomen. Een jammerlijke misser op een verder zo voortreffelijk debuut.
1
Reageer op deze recensie