Zouteloze personages
Hoe werkt het eigenlijk als twee mensen literair samenwerken? De een zanger, schrijver en acteur (Francesco Guccini), de ander schrijver van toneelstukken, romans en korte verhalen (Loriano Macchiavelli). Zitten ze samen achter de pc, schrijven ze om beurten en vullen ze elkaar aan? Gebruiken ze nog een schrijfblok? En hoe vaak filosoferen ze over hun bedoelingen, zitten ze wel op dezelfde lijn? Het moet lastig zijn om een adequate auteurseenheid te vormen. Het lijkt de makke van De buizerd.
Het bergdorpje Casedisopra in de Apennijnen trekt veel toerisme en culturen aan. In de plaatselijke trattoria-bar zijn dorpsafspraken en -gekeuvel aan de orde van de dag, men neemt elkaar graag op de hak. Een dankbaar slachtoffer is Adùmas, een stroper die wel van een glaasje grappa houdt. Niemand gelooft dan ook dat hij een mensenvoet in de bek van een everzwijn heeft gezien. Alleen Marco, inspecteur Dienst Bosbeheer alias de Buizerd, helpt Adùmas bij de zoektocht naar de vermoedelijke schrokop, want de Buizerd kent het gebergte en de bossen als geen ander. Intussen keert de 24-jarige Francesca terug naar Casedisopra, waar ze vroeger de mooiste dagen van haar leven beleefde. Het opgewonden standje jaagt iedereen tegen zich in het harnas en tiert een eind weg als ze geen toegang krijgt tot haar familiehuizen: een luxeappartement en een scheef onbewoonbaar huis. Door haar opvliegende gedrag maakt Francesca geen vrienden, maar rijkeluiszoon Novello ontfermt zich graag over haar en ook de Buizerd laat zich niet onbetuigd — enig gevoel van romantiek is de mannen niet vreemd. Als na een grote bosbrand een lijk (met beide voeten) wordt gevonden, is de Buizerd vastbesloten om de nu twee misdrijven op te lossen. Parfum, een roze lingeriesetje en een zwartgeblakerde telefoonkaart vormen de enige leidraad. Bovendien heeft de Buizerd te kampen met diefstal bij de staatsviskwekerijen.
De buizerd is geen literaire uitdaging. Dat hoeft ook niet, maar saaiheid en nietszeggend speurwerk zijn de doodsteek voor thrillers. Een nodeloos ingewikkelde plotlijn en een knullige romance doen de rest. Maar hét struikelblok zijn de langdradige en curieuze dialogen. De buizerd leest als een dorpstoneelstuk met bijpassende overdreven toonzettingen en onnatuurlijk klinkende gesprekken. Vooraf worden als in een programmaboekje alle personages en figuranten (op de kop af vijfenveertig) in volgorde van opkomst geïntroduceerd. Maar goed ook, want de vele op elkaar lijkende Italiaanse namen scheppen verwarring; vaak terugbladeren dus. De spelers zijn veelal geïrriteerd en geagiteerd, maar ook hoofdrolspeler de Buizerd stemt niet tevree. De auteurs proberen hem gezag te geven, maar het resultaat is meer het type dorpsbromsnor. Jammer van de vrouwonvriendelijke tonen. Francesca wordt als een onmondig kind betutteld en steevast met 'jongedame' of 'juffrouw' aangesproken. Allochtonen komen er evenmin best af. "Donder jij ook een eind op, Marokkaan!"
Is er nog iets positiefs? Jawel! En dan kom ik terug op die broodnodige auteurseenheid. Zo onbevredigend als de spanningsboog en de dialogen (toneelachtergrond Macchiavelli?) zijn, zo fraai zijn de zijdelingse beschrijvingen van het langgerekte gebergte en het bergdorp met zijn culturele historie, fraaie uitzichten, grasweides en hoge waterstanden van de bergstromen. Liefde en respect voor de Apennijnen (Guccinis bakermat) klinken als een aperte ode. Het is beslist origineel om een thriller te schrijven rondom een boswachter en terloops aandacht te vragen voor het gevaar voor in de natuur levende dieren met navenante diefstal en stroperij, mogelijk een heikel punt in de Apennijnen.
Een slechte thriller betekent niet altijd een slecht verhaal. In positieve zin zou De buizerd een als thriller verpakte reisgids kunnen zijn; over de culinaire terzijdes valt nog te twisten. Maar de zouteloze personages en het gros van de dialogen die kunnen worden gekwalificeerd als bladvulling, nekken De buizerd. Daarbij is het ergerlijk en niet meer van deze tijd dat vrouwen als onbenullige lastpakken worden neergezet.
Reageer op deze recensie