Meeslepende vertelperspectieven
Met de epiloog beginnen is niet nieuw, maar zelden begint een boek zo intrigerend en provocerend als De ogenverzamelaar van de Duitse thrillerauteur Sebastian Fitzek. De lezer wordt nota bene geadviseerd níet verder te lezen, want "Het protocol van de afschuw zou niemand in handen mogen vallen. Zelfs niet in die van je ergste vijand." Slimme Fitzek, hij weet best dat wij dan juist het tegenovergestelde doen. Gelukkig maar!
Alex Zorbachs geprezen talenten als onderhandelingsrechercheur worden van de een op de andere dag gereduceerd tot nul. Een verkeerde beoordeling van een geesteszieke die een baby van een viaduct af wil gooien, nekt hem. Hij wordt journalist bij een sensatiekrant, waar men blij is met de primeurs vanwege de 'inside information' vanuit zijn oude beroep. Dit komt ook van pas bij alle artikelen over de sadist die eerst de moeder vermoordt en vervolgens haar kind ontvoert. De vader krijgt vijfenveertig uur de tijd om zijn kind te vinden, anders sterft het. Extra wreed is dat bij de altijd te laat gevonden slachtoffertjes het linkeroog ontbreekt. Wanneer Alex' portemonnee op de vierde plaats delict wordt gevonden, krijgt hij van de politie het voordeel van de twijfel maar zijn voorkeursbehandeling — vanwege de goede oude tijd — is voorbij. Alina, een blinde fysiotherapeute, kruist zijn pad. Door haar gave in het verleden te kunnen kijken, is ze ervan overtuigd dat ze 'de ogenverzamelaar' behandeld heeft. Alex en Alina vinden aanknopingspunten naar de ontvoerde 9-jarige Tobias en bijgestaan door de jonge krantenhulp, Frank, belandt het drietal in een gruwelijk en levensgevaarlijk spel. De ogenverzamelaar wint elke spelronde en vindt zelfs Alex' veiliggewaande toevluchtsoord
Fitzek scoort behendig in het aanwakkeren van onze collectieve woede over het krenken van weerloze kinderen en ontlokt ons beklemmende vragen waarop je het antwoord niet wilt weten; nou ja, eigenlijk wel natuurlijk. Want waarom ontvoert de ogenverzamelaar de kinderen, waarin sluit hij ze op, wat doet hij met ze? De suggestieve met mystiek omgeven vertelstijl kan — ook voor mensen met een sterke geest — nogal intens zijn. Fitzek plaatst geestelijke kwellingen boven lichamelijke. Dat is goed, want de ergste gruwel zit meestal in ons hoofd.
Het basisverhaal is misschien niet origineel (moorden, ontvoering) maar de gevarieerde invalshoek van meeslepende vertelperspectieven met cursieve intermezzi voor een extra toonzetting is het wel. De boven de hoofdstukken wegtikkende tijd tot afloop van het ultimatum en de omgekeerde paginanummering vormen samen met de aftellende stopwatch en Alina's bijzondere gave een knap bedachte symboliek. Mooi is de analogie tussen de blinde vrouw, het verwijderde linkeroog bij de kinderlijkjes en de metaforische blindheid die ons pas later duidelijk wordt. En wat een cynische stoutheid om juist een blinde een prominente rol te geven in een boek als de De ogenverzamelaar. Fitzek deed onthullend researchwerk naar de donkere wereld van de blinden en met hun hulp kon hij het personage Alina treffend neerzetten. Vraagt u zich wel eens af hoe blinden dromen en waarom er bij veel telefoons en toetsenborden een markeerpuntje op de '5' zit?
Het risico van het creëren van een nachtmerrie is de overdrijving, in facto Fitzeks valkuil. Om de geloofwaardigheid erin te houden, zou enige relativering op zijn plaats zijn. Maar het zal de fans van de vooral in Duitsland op een voetstuk geplaatste auteur worst zijn. Resteren de vele plotwendingen, waarbij de spanning op bepaalde momenten zó bloedstollend is, dat je jezelf nog geen plaspauzemoment gunt.
De ingenieus bedachte eindplot voelt als een uitzichtloos vonnis: levenslang!
Reageer op deze recensie