Valeur slaat een grensverleggende brug in thrillerland
Ouderliefde is een rekbaar begrip en de bekendmaking van bedrog komt in vele gedaanten: "Nee, ik ben niet je echte papa, maar ik ben toch je vader", "We hebben je niet zélf ter wereld gebracht", "We houden net zo veel van je", "Je bent het kind van een hoerenmeid". Het zijn wrede boodschappen die adoptiekinderen krijgen, maar ze verklaren de innerlijke stiltes en gevoelens van eenzaamheid die de kinderen van kleins af aan intuïtief hebben aangevoeld. De Deense journalist Erik Valeur schetst met zijn debuutroman Het zevende kind een aangrijpend beeld van deze moreel veroordeelde buitenbeentjes bij wie schande en onechtheid levenslang aan hun bestaan blijven kleven, evenals het grenzeloze verlangen hun roots te vinden. Door de flinterdunne toevoeging van verdachte sterfgevallen, duistere complottheorieën en een ijzersterke plot, verdient deze magistrale roman ook het predicaat spannend. Terecht overladen met prijzen, waaronder een voor vertaalster Angelique de Kroon die de bedoelingen van Valeur overtuigend en zuiver wist te vertolken.
"Is de grootste leugen niet het verloochenen van iemands afkomst?"
Mei 1961. De geboorte van een kind in het Rigshospital in Kopenhagen. De hartverscheurende schreeuw van een jonge moeder schalt door de gangen als ze beseft dat haar kind weg is, meegenomen voor de afgesproken adoptie. Enkele dagen later wordt een reiswiegje met een pasgeborene in het stille donker bij de deuren van kindertehuis Kongslund in Skodsborg neergezet. Het kind wordt liefdevol opgenomen en belandt met zes andere baby's in de Olifantjeskamer van het tehuis. Vijf jongens en twee meisjes, wachtend op nieuwe ouders. Een van de baby's, de misvormde Marie, wordt nooit opgehaald en moet haar leven lang afscheid nemen van kinderen die wel dat geluk hebben. Met onvermoede kracht weet Marie de adoptieadressen van haar kamergenootjes te achterhalen en hen jarenlang te bespieden. Het is dramatisch wat ze hoort en ziet. Is Kongslund een dumpplaats voor bastaardkinderen van onaantastbare notabelen van het land? Wordt hun afkomst daarom angstvallig geheimgehouden? Marie is compromisloos bij het ontrafelen van de geheimen achter de kinderen, met wie zij zich voor altijd verbonden voelt door hun gezamenlijke start in de Olifantjeskamer. Maar welke geheimen verbergt Marie zelf?
Mei 2008. Orla Berntsen, stafchef bij het ministerie van Nationale Zaken, ontvangt een anonieme brief met een foto uit 1961 van zeven baby's in de Olifantjeskamer van Kongslund. Een adoptieformulier en babysokjes zijn bijgevoegd. De brief brengt het ministerie in grote paraatheid. Voormalig hoofdcommissaris Carl Malle krijgt onbeperkte bevoegdheden om de briefschrijver te vinden, want de angst dat het geheim achter de foto uitkomt is immens. Politieke intriges en corruptie worden hierbij niet geschuwd, maar Malle ontmoet zijn gelijke in Marie.
De ruim zevenhonderd pagina's durende psychologische reis rond adoptiekinderen leest niet gemakkelijk en vraagt opperste concentratie. Valeurs dichterlijke vrijheden, bolstaand van symboliek, zijn van een verbijsterende schoonheid. De fraaie filosofische beschrijvingen, die zich voornamelijk in het hoofd van de eenzelvige Marie afspelen, bekrachtigen niet alleen de intelligentie maar ook de fijngevoeligheid van de auteur. De wijze waarop adoptiekinderen zich naar volwassenheid worstelen en ergens onderweg op zoek gaan naar hun identiteit, kun je niet alleen vanuit een persoonlijke beleving zo sterk beschrijven, maar ook door een rotsvast geloof in je eigen morele overtuiging. Valeur woonde de eerste twee jaren van zijn leven in een kindertehuis in Skodsborg, jawel! Zijn drang om Het zevende kind te schrijven moet groot geweest zijn, het verhaal is doordrenkt van kwetsbare blootstellingen. Maar Valeur doet meer. De getrokken parallellen met sprookjes van Hans Christian Andersen zijn verrassend doordacht. En net zo makkelijk beschrijft hij politieke intriges, corruptie, racisme en de macht van het leugenachtige woord, waarbij zijn journalistieke ervaring om de hoek komt kijken. Valeur kent zijn pappenheimers.
Geen grotere dooddoener dan de duiding literair. Het zevende kind verdient meer dan deze loftuiting. Valeur slaat een grensverleggende brug in thrillerland. Roman staat op de flap, maar als liefhebber van het genre heeft Valeur wel degelijk bewust spanning toegevoegd. Hij genereert echter een ander soort spanning dan de traditionele, noem het gerust vernieuwend en normbrekend. Voor alle duidelijkheid: Het zevende kind heeft vooral een literair-filosofische basis, maar met een onderhuidse, traag cumulerende spanningsboog en een apotheose om U tegen te zeggen. Bewust of onbewust bewerkstelligt Valeur een wake-upcall bij het soms hautaine gemuggenzift over de geschreven thriller.
Het zevende kind kent vele slachtoffers, maar er is er één die zegeviert, en dat is Valeur.
Reageer op deze recensie