Lezersrecensie
Delbo’s pen is machtiger dan welke wreedheid ook
Mijn eerste gedachte bij het lezen van Niemand van ons zal terugkeren was: wat uitzonderlijk! Al vrij snel daarna kwam de bewondering. Het taalgebruik van Charlotte Delbo is van een hartverscheurende literaire schoonheid. Daarbij weet zij ons in poëtische stijl te vangen met grootse en roerend wezenlijke gedichten. Mede daardoor ben je in staat haar getuigenis uit de zevenentwintig maanden durende hel tot je te nemen. Een hel zonder enige relativering met de donkerste hoeken van de menselijke geest. Indringend, poëtisch, krachtig, en soms ook apathisch of verward. Maar nergens sentimenteel, wat een haast bovennatuurlijke mentale kracht verraadt, temeer omdat Delbo haar getuigenissen al kort na de oorlog kon beschrijven. Dichter bij wat moordkampen als Auschwitz en Ravensbrück voor vrouwen betekenden, kun je nauwelijks komen. Delbo’s pen is machtiger dan welke wreedheid ook.
Vrouwenverhalen over Auschwitz en andere moordkampen zijn er relatief weinig, maar dat is niet de enige reden dat dit boek buitengewoon is. Meestal wordt gesproken over muzelmannen, de wandelende doden. Al bestaat er wel een vrouwelijke term voor: Muselweib/muzelvrouw, ze worden weinig in deze context genoemd, alsof vrouwen niet hetzelfde moesten doorstaan, alsof Delbo veel van haar vriendinnen niet tot muzelvrouwen zag verworden. Alsof Delbo zichzelf niet een wandelende dode heeft gevoeld, maar dankzij haar vriendinnen erdoorheen werd gesleept. Alleen al daarom moest dit verhaal worden verteld, alleen al daarom moet dit verhaal worden gelezen.
Uit Is dit een mens van Primo Levi: “Hun leven is kort, maar hun aantal grenzeloos: zij, de muzelmannen, de teloorgeganen, vormen de ruggengraat van het kamp; zij, de naamloze, altijd andere en altijd eendere massa, de niet-mensen die in stilte marcheren en zwoegen, in wie de goddelijke vonk is gedoofd, die te uitgeblust zijn om nog echt te kunnen lijden. Men aarzelt om te zeggen dat ze leven; men aarzelt om hun doodgaan dood te noemen, die dood die ze niet vrezen omdat ze te moe zijn om hem werkelijk te begrijpen.”
Hoewel het onder lezers weinig bekend is, wordt Delbo binnen de Holocaust-literatuurgemeenschap algemeen gerespecteerd. Deze relatieve onbekendheid is deels te wijten aan het feit dat de canon van de Holocaust-literatuur de neiging heeft zich te concentreren op schrijvers als Anne Frank , Primo Levi en Elie Wiesel, wier werken al veel langer in druk zijn.
Delbo’s belangrijkste werk, haar trilogie Auschwitz et après verscheen in de delen Aucun de nous ne reviendra, Une connaissance inutile en Mesure de nos jours. Ze schreef ze in de jaren direct na de oorlog, maar publiceerde haar werken pas in de periode 1965-1971 om het de tand des tijds te geven en uit angst dat het geen recht zou doen aan de grootste tragedie die de mensheid had gekend. Wie haar werk leest, weet wel beter.
Pas in 2021 werden de eerste twee delen van Auschwitz et après naar het Nederlands vertaald onder de titel Niemand van ons zal terugkeren. Het derde deel laat nog op zich wachten, helaas. De trilogie draagt haar persoonlijke motto ‘Aujourd'hui, je ne suis pas sûre que ce que j'ai écrit soit vrai. Je suis sûre que c'est véridique'. ('Nu weet ik niet meer zeker of wat ik heb geschreven waar is. Ik weet zeker dat het waarachtig is.’)
Voorafgegaan door en met dank aan het voorwoord van Arnon Grunberg, die niet twijfelt aan de literaire waarde van Delbo's teksten zoals die van kampliteratuur hoort te zijn. Grünberg zelf leerde haar werk pas in 2020 kennen, maar weet nu al dat zij bij de groten hoort, gelijkwaardig aan iemand als Primo Levi.
Vrouwenverhalen over Auschwitz en andere moordkampen zijn er relatief weinig, maar dat is niet de enige reden dat dit boek buitengewoon is. Meestal wordt gesproken over muzelmannen, de wandelende doden. Al bestaat er wel een vrouwelijke term voor: Muselweib/muzelvrouw, ze worden weinig in deze context genoemd, alsof vrouwen niet hetzelfde moesten doorstaan, alsof Delbo veel van haar vriendinnen niet tot muzelvrouwen zag verworden. Alsof Delbo zichzelf niet een wandelende dode heeft gevoeld, maar dankzij haar vriendinnen erdoorheen werd gesleept. Alleen al daarom moest dit verhaal worden verteld, alleen al daarom moet dit verhaal worden gelezen.
Uit Is dit een mens van Primo Levi: “Hun leven is kort, maar hun aantal grenzeloos: zij, de muzelmannen, de teloorgeganen, vormen de ruggengraat van het kamp; zij, de naamloze, altijd andere en altijd eendere massa, de niet-mensen die in stilte marcheren en zwoegen, in wie de goddelijke vonk is gedoofd, die te uitgeblust zijn om nog echt te kunnen lijden. Men aarzelt om te zeggen dat ze leven; men aarzelt om hun doodgaan dood te noemen, die dood die ze niet vrezen omdat ze te moe zijn om hem werkelijk te begrijpen.”
Hoewel het onder lezers weinig bekend is, wordt Delbo binnen de Holocaust-literatuurgemeenschap algemeen gerespecteerd. Deze relatieve onbekendheid is deels te wijten aan het feit dat de canon van de Holocaust-literatuur de neiging heeft zich te concentreren op schrijvers als Anne Frank , Primo Levi en Elie Wiesel, wier werken al veel langer in druk zijn.
Delbo’s belangrijkste werk, haar trilogie Auschwitz et après verscheen in de delen Aucun de nous ne reviendra, Une connaissance inutile en Mesure de nos jours. Ze schreef ze in de jaren direct na de oorlog, maar publiceerde haar werken pas in de periode 1965-1971 om het de tand des tijds te geven en uit angst dat het geen recht zou doen aan de grootste tragedie die de mensheid had gekend. Wie haar werk leest, weet wel beter.
Pas in 2021 werden de eerste twee delen van Auschwitz et après naar het Nederlands vertaald onder de titel Niemand van ons zal terugkeren. Het derde deel laat nog op zich wachten, helaas. De trilogie draagt haar persoonlijke motto ‘Aujourd'hui, je ne suis pas sûre que ce que j'ai écrit soit vrai. Je suis sûre que c'est véridique'. ('Nu weet ik niet meer zeker of wat ik heb geschreven waar is. Ik weet zeker dat het waarachtig is.’)
Voorafgegaan door en met dank aan het voorwoord van Arnon Grunberg, die niet twijfelt aan de literaire waarde van Delbo's teksten zoals die van kampliteratuur hoort te zijn. Grünberg zelf leerde haar werk pas in 2020 kennen, maar weet nu al dat zij bij de groten hoort, gelijkwaardig aan iemand als Primo Levi.
20
8
Reageer op deze recensie