Een aanwinst voor de jeugdliteratuur
De Britse Lissa Evans schrijft om en om een boek voor volwassenen en één voor kinderen. Tot nu toe heeft ze al zes titels op haar naam staan, toch is het jeugdboek Wode Weus en de Wieze Walla’s de eerste die naar het Nederlands is vertaald. Zowel de titel als de cover doet vermoeden dat het hier een boek voor jonge lezertjes betreft, maar dit is misleidend. Vanwege het fraaie taalgebruik en de soms onderkoelde humor is Wode Weus meer geschikt voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar.
Na de dood van hun vader leest de 11,5 jaar oude Fien elke avond het boek van de Wieze Walla’s voor aan haar jongere zusje Minnie. Op een dag belandt Minnie in het ziekenhuis waardoor Fien noodgedwongen bij haar neurotische neef Harmen moet logeren. Boos en verdrietig schopt Fien Wode Weus, de lievelingsknuffel van Minnie, van de keldertrap. Uit frustratie gooit ze het Wieze Walla-boek erachteraan. Wanneer ze de spullen weer terug wil halen vallen Harmen en zij door een soort konijnenhol rechtstreeks in Minnie’s wereld, die van de Wieze Walla’s. Er is in het land van de Walla’s iets goed mis en om terug te kunnen keren naar huis zal Fien de problemen eerst moeten oplossen.
Wode Weus en de Wieze Walla’s speelt zich grotendeels af in de fantasiewereld van de Wieze Walla’s, wezentjes die lijken op gekleurde vuilnisbakken en alleen maar in rijm praten. Wallaland is overgenomen door het reusachtige rode konijn Wode Weus, eigenlijk Rode Reus maar Minnie heeft moeite met de letter r. Zijn slechte humeur zuigt alle kleur weg uit het landschap en laat de Walla’s kleurloos en ontredderd achter. Fien en Harmen krijgen de oplossing van de Grijze Walla’s in de vorm van een raadsel dat ze zullen moeten ontcijferen voordat het te laat is. Ze worden hierbij geholpen door Dokter Wortel, een reusachtige wortel op wielen en door Ella, roze speelgoedolifant en lifecoach. Dit viertal vormt een onwaarschijnlijk team en spreekt enorm tot de verbeelding. Fien lijkt op haar vader: ze is verstandig en krijgt dingen voor elkaar, maar heeft moeite met het uiten van haar gevoelens. Harmen is overal bang voor en komt de deur nauwelijks uit; dokter Wortel fungeert als zijn psycholoog en dat doet ze met veel onderkoelde humor. Toch steelt speelgoedolifant Ella de show met haar hilarische coaching-kreten die er vooral op gericht zijn samen te werken en persoonlijke blokkades op te heffen.
Een magisch, spannend en ontzettend grappig verhaal, maar ondertussen heeft de auteur veel thematiek in het boek verwerkt. Fien moet samenwerken met haar reisgenoten en met de Walla’s om haar weg naar huis terug te kunnen vinden. Door deze samenwerking ontdekken alle spelers in het verhaal een andere kant van zichzelf, maar ook van elkaar. Soms is verandering nodig om iets voor elkaar te krijgen en het is niet voor niets dat Wallaland er aan het eind van het boek heel anders uitziet dan in het begin. Ook mensen zijn niet of zwart of wit, het loont de moeite om verder te kijken dan alleen de buitenkant. Lissa Evans heeft een beeldende schrijfstijl met fantastische dialogen, die bewaard zijn gebleven dankzij de goede vertaling van Jenny de Jonge.
Wode Weus en de Wieze Walla’s is een spannend verhaal in een fantasiewereld die onder de oppervlakte veel gemeen heeft met onze eigen wereld. De auteur heeft opmerkelijke karakters in het leven geroepen die samen op een speelse manier veel belangrijke zaken aankaarten die aansluiten bij de belevingswereld van de beoogde doelgroep. Wode Weus en de Wieze Walla’s is een aanwinst voor de (vertaalde) jeugdliteratuur.
Reageer op deze recensie