Lezersrecensie
Prachtig portret van een huwelijk
In hoofdstuk 16 vertelt Brinkgreve zelf waar deze memoir over gaat: ‘het huis, ons huwelijk, de doorwerking van het verleden. Het is een vormgeving aan de rouw, vanuit een diepe behoefte om orde te brengen in de verwarrende ervaring van liefde en verwijdering, en van mijn gesplitste leven.’
Haar man Arend Jan Heerma van Voss, A genoemd in het boek, is in 2022 overleden en de schrijfster kijkt terug op haar leven met hem. Samen met haar zusje gaat ze aan de slag om het huis op te ruimen waar ze bijna 40 jaar met hem heeft samengeleefd. In de loop van de jaren is het overvol geraakt met spullen, er is achterstallig onderhoud, zij ervaart er een sfeer van moedeloosheid. Er komen vele herinneringen naar boven, mooie en minder mooie. Ze moet zich opnieuw gaan verhouden tot haar huis. ‘Het huis is een personage met wie ik een nieuwe relatie opbouw’.
Hun relatie begint veelbelovend maar wordt steeds moeizamer. Dat probeert ze te begrijpen. ‘Het schrijven geeft me de veilige ruimte om terug te gaan in de tijd’, schrijft ze. Ze vraagt zich af waarom ze bij hem is gebleven en hoe ze het volhield. Ze schrijft over het belang van vrienden en over het werk dat haar staande hield. Ze kreeg een gesplitst bestaan zoals ze dat noemt en ging steeds meer alleen naar hun huisje in Egmond.
Christien Brinkgreve is socioloog en was hoogleraar in Nijmegen en Utrecht. Ze was een van de eerste vrouwen in 1987 die hoogleraar werd, met twee jonge kinderen. Relaties tussen mannen en vrouwen was een belangrijk thema in haar werk.
In 42 korte hoofdstukken schrijft ze over de zoektocht naar wie hij was, haar verlangen naar verbondenheid, naar plaats durven innemen, de weerloosheid in haar relatie met hem en tegelijk haar stevige stem in de buitenwereld. Een sterke vrouw die samenleeft met een talentvolle man met een indrukwekkende staat van dienst, maar getraumatiseerd door de vroege dood van zijn zusje.
Ze schrijft dat ze onverschrokken eerlijk wil zijn, maar ze wilde geen afrekening, zegt ze in een interview met NRC. ‘Mijn boek is een portret van een huwelijk, niet van een man.’
Dat is heel goed gelukt. Ze schrijft subtiel, intiem, openhartig en evenwichtig. Nee, het leest zeker niet als een afrekening. Wat een bijzondere manier om te rouwen, om afscheid te nemen als je er zo woorden aan kunt geven.
‘Met dit boek dat je schrijft kan jij wel afscheid nemen’, zegt haar zoon. Hij begreep het belang van dit boek voor zijn moeder.
Haar man Arend Jan Heerma van Voss, A genoemd in het boek, is in 2022 overleden en de schrijfster kijkt terug op haar leven met hem. Samen met haar zusje gaat ze aan de slag om het huis op te ruimen waar ze bijna 40 jaar met hem heeft samengeleefd. In de loop van de jaren is het overvol geraakt met spullen, er is achterstallig onderhoud, zij ervaart er een sfeer van moedeloosheid. Er komen vele herinneringen naar boven, mooie en minder mooie. Ze moet zich opnieuw gaan verhouden tot haar huis. ‘Het huis is een personage met wie ik een nieuwe relatie opbouw’.
Hun relatie begint veelbelovend maar wordt steeds moeizamer. Dat probeert ze te begrijpen. ‘Het schrijven geeft me de veilige ruimte om terug te gaan in de tijd’, schrijft ze. Ze vraagt zich af waarom ze bij hem is gebleven en hoe ze het volhield. Ze schrijft over het belang van vrienden en over het werk dat haar staande hield. Ze kreeg een gesplitst bestaan zoals ze dat noemt en ging steeds meer alleen naar hun huisje in Egmond.
Christien Brinkgreve is socioloog en was hoogleraar in Nijmegen en Utrecht. Ze was een van de eerste vrouwen in 1987 die hoogleraar werd, met twee jonge kinderen. Relaties tussen mannen en vrouwen was een belangrijk thema in haar werk.
In 42 korte hoofdstukken schrijft ze over de zoektocht naar wie hij was, haar verlangen naar verbondenheid, naar plaats durven innemen, de weerloosheid in haar relatie met hem en tegelijk haar stevige stem in de buitenwereld. Een sterke vrouw die samenleeft met een talentvolle man met een indrukwekkende staat van dienst, maar getraumatiseerd door de vroege dood van zijn zusje.
Ze schrijft dat ze onverschrokken eerlijk wil zijn, maar ze wilde geen afrekening, zegt ze in een interview met NRC. ‘Mijn boek is een portret van een huwelijk, niet van een man.’
Dat is heel goed gelukt. Ze schrijft subtiel, intiem, openhartig en evenwichtig. Nee, het leest zeker niet als een afrekening. Wat een bijzondere manier om te rouwen, om afscheid te nemen als je er zo woorden aan kunt geven.
‘Met dit boek dat je schrijft kan jij wel afscheid nemen’, zegt haar zoon. Hij begreep het belang van dit boek voor zijn moeder.
3
Reageer op deze recensie