Knikkers als edelstenen
Qadir groeit op in Afghanistan in een klein gehucht van zo’n twintig huisjes. Zijn geboortedatum weet hij niet precies, alleen zijn leeftijd. Hij is acht jaar oud en geboren 'tussen die ene aanslag en de andere' volgens zijn moeder. Hij en zijn vriendje Ayob bezitten samen twintig knikkers, het enige maar zeer waardevolle bezit dat ze hebben.
De knikkers van Qadir bestaat uit een proloog en vier delen die elk genoemd zijn naar een edelsteen. De proloog is in feite de climax, die zich chronologisch gezien afspeelt aan het eind van deel drie. Het stuk is letterlijk uit de tekst geknipt en naar voren gehaald, om een soort 'in medias res' te creëren. Echter, omdat de rest van het verhaal netjes chronologisch is, dient het verder geen enkel doel behalve de paar alinea’s verwarring die de lezer ervaart omdat ze de draad kwijt is aan het eind van deel drie.
De edelstenen – topaas, smaragd, jaspis en robijn – hebben spirituele eigenschappen die overeenkomen met waar Qadir zich bevindt in het leven. Topaas, doorzichtig, onttrekt de drager aan het oog van kwaadwillenden; smaragd, groen als de lente, maakt de drager onsterfelijk; jaspis voorziet de drager van wilskracht en tenslotte robijn, de levenssteen.
Qadir groeit op in de orale traditie. Sprookjesachtige en magische vertellingen die doorgegeven zijn door zijn moeder en spreekwoorden en metaforen waarmee zijn vader zich vaak uitdrukte vormen een rode draad in het leven van de jongen, een leven dat getekend wordt door oorlog.
Het is lastig om niet blasé te reageren op wéér een verhaal over een vluchteling en de afgrijselijke gebeurtenissen die zijn leven overspoelen. Het wordt echter interessant als Qadir, inmiddels echtgenoot en vader van drie kinderen, via de vader van een vermoorde vriend een telefoonnummer ontvangt. Het telefoonnummer blijkt van Ayob, zijn vroegere vriendje, die tegenwoordig door het leven gaat als Ahmed en hem kan helpen aan de juiste contacten om te kunnen ontsnappen uit Afghanistan.
Het boek onderscheidt zich van andere verhalen en films omdat Qadir – die met zijn gezin op de vlucht gaat en in België terechtkomt – de bekende filosoof Leo Bormans tegenkomt, auteur van Geluk (The World Book of Happiness) en key note speaker. Qadir verblijft op dat moment in het vluchtelingenkamp dat in het dorp staat waar Leo Bormans woont. Dankzij de ontmoeting tussen deze twee is dit boek tot stand gekomen.
Dan valt het eerste vonnis: een sommatie om het land te verlaten. Met gekromde tenen en vol ongeloof over de stupiditeit van – in dit geval – de Belgische overheid lees je de brief die 'de grote portier' na het interview in Brussel stuurt. Dat taalgebruik! Die argumenten! Ongelooflijk. Dankzij Bormans en Qadirs fenomenale geheugen staan het interview en de brief ongecensureerd in het boek. De vrienden van Qadir zamelen geld in zodat het gezin een woning kan betrekken. Na vier jaar verblijf in België wordt hen asiel verleend. Qadir begraaft de knikkers in zijn gehuurde volkstuintje. De cirkel is rond.
Reageer op deze recensie