Democratie in de wereld van de plant
Ken je de foto 'Earthrise', gemaakt door astronaut William Anders vanuit de Apollo 8 op 24 december 1968? Stefano Mancuso schrijft hierover in de inleiding van zijn magnifieke boek De universele rechten van de plant:
'Deze foto […] heeft ons idee van de aarde voorgoed veranderd en ons een planeet laten zien van een schitterende schoonheid, die ook kwetsbaar en teer is. Een kleurrijk eiland van leven in een verder leeg en donker universum.'
Mancuso is bioloog en hoogleraar plantkunde en in die hoedanigheid verbonden aan de universiteit van Florence. Hij heeft vele publicaties op zijn naam staan die de bijzondere, gespecialiseerde eigenschappen van planten behandelen, waarvan drie werken vertaald in het Nederlands. In 2008 verwierpen 36 Europese biologen de idee dat planten intelligentie konden bezitten, omdat planten geen localiseerbaar brein hebben. De universele rechten van de plant is Mancuso’s antwoord op die bewering.
Analoog aan De universele rechten van de mens, eenieder welbekend, heeft Mancuso dit pamflet geschreven om onze aandacht te vestigen op de 'plantheid'. Hij vraagt de lezer zich de plantenwereld voor te stellen alsof ze behoort tot een natie:
'… een land, een gemeenschap van individuen die hun oorsprong, gebruiken, organisaties en doelstellingen met elkaar delen: De Natie van de Planten. Als we de gemeenschap van planten zien als een menselijke natie, zijn de resultaten verrassend.'
Als je de plantengemeenschap beschouwt als 'land', zo stelt Mancuso, blijkt ze het dichtst bevolkt, langst levend en meest verspreid. In naam van de planten heeft de schrijver vervolgens een grondwet opgesteld, die acht artikelen bevat. Meest opvallend aan deze artikelen is dat de plantenwereld alle levende organismen als even belangrijk beschouwt:
'Artikel 1 De aarde is het gezamenlijke huis van het leven. Ieder levend wezen bezit soevereiniteit.'
Dat zegt nogal wat. De mens denkt dat hij of zij de heerschappij heeft over de aarde, maar niets is minder waar. Dat legt Mancuso ons fijntjes, soms met een vileine ondertoon, uit. Als enige organisme op aarde produceert een plant vrije zuurstof, waarvan alle dieren (inclusief de mens) die op het aardoppervlak rondwandelen, afhankelijk zijn. De mens is dus zéér schatplichtig aan de natie van planten.
Toch heeft de schrijver, uit naam van diezelfde planten, een democratisch beginsel opgeschreven. Ook in de andere artikelen blijft de toon democratisch, zij het beschermend. Het enige verbod in De universele rechten van de plant is artikel 6:
'Verbruik van iedere natuurlijke hulpbron die niet hernieuwbaar is voor toekomstige generaties van levenden, is verboden.'
Aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis, onderzoeken, empirisch bewijs én zijn ongelooflijk rijke kennis van planten en evolutie bewijst Mancuso dat de natie van planten van alle levende wezens het best georganiseerd is om nog een volgende 500 miljoen jaar te overleven en geeft hij de mens en passant een veeg uit de pan:
'cut the crap and start producing instead of consuming!'
Reageer op deze recensie