Lezersrecensie
Chaos in zijn hoofd
‘De partituur voor de toverfluit’ is een roman van de schrijver Ludwig Bauer, verschenen in 2002 en uitgegeven door KLIN, de ‘Kroatische Literatuur in Nederland’. Het boek werd vertaald door Sanja Kregar.
De hoofdpersoon Ferdinand Konjic is de oorlog in Sarajevo ontvlucht en terechtgekomen in Wenen. Hij werkt daar als chauffeur voor een dubieuze taximaatschappij.
‘Hij is een chauffeur, een chauffeur met chaos in zijn hoofd.’
In de roman worden zijn dagelijkse beslommeringen verteld en wordt beschreven hoe hij zich in zijn nieuwe omgeving redt. Hij moet zich aan de regels en wetten van die omgeving aanpassen, wat hij maar moeilijk vindt. Hij probeert houvast in zijn nieuwe leven te vinden maar is achterdochtig en paranoïde. Doorheen het verhaal voel je zijn ontreddering, zijn ontgoocheling en zijn psychische pijn meer en meer.
Als migrant wordt hij ook geconfronteerd met de autochtonen die hem als buitenlander met misnoegen, veroordeling, afkeer en haat bejegenen.
‘Hij hoeft niets te zeggen, het is genoeg dat hij zijn mond opendoet. Het is
genoeg dat hij gaapt. Hij, Ferdinand, niest waarschijnlijk zelfs als een
buitenlander […] Nee, hij hoeft zijn mond niet eens open te doen, zijn ogen
wijd opendoen, is al voldoende.’
Ferdinand is een goedmoedig man, een fluitist. Hij heeft een speciale fascinatie voor vogels. Die symboliseren zijn zusje Fatima, Seka die een oorlogsslachtoffer is. Hij gaat steeds meer leven in zijn herinneringen aan haar. Haar verhaallijn komt dan ook in de hele roman terug.
Door zijn werk komt Ferdinand in contact met ene Abraham George Washington, een Amerikaanse evangelist die met een klein gezelschap met muziek en dans in Wenen optreedt. Zo wil hij een boodschap van wereldvrede en liefde brengen. A. G. Washington of Reverend onderstreept dat eigenliefde en ijdelheid de bron van alle kwaad zijn. Hij pleit voor de christelijke liefde, die vooropstelt dat je iedereen, ook je vijand moet liefhebben.
Nadat Ferdinand zijn baan verloren heeft en hij bescherming nodig heeft, gaat hij op het voorstel van Reverend in om een muziekensemble samen te stellen van allerhande vluchtelingen uit ex-Joegoslavië. De naam van het ensemble wordt ‘Een toekomst voor Bosnië’. Idealiter zou Reverend willen dat niet alleen slachtoffers van de oorlog maar ook daders van oorlogsmisdrijven in het ensemble vertegenwoordigd worden.
‘…om daders en slachtoffers elkaar te laten ontmoeten en om hun allemaal
door de muziek de mogelijkheid te bieden een nieuw leven te beginnen,
een nieuw leven zonder verschrikkingen en vrij van het kwaad.’
Ferdinand kwijt zich goed van zijn opdracht. Hij verzamelt verschillende muzikanten uit Bosnië die hij al eerder in de roman ontmoette en vormt zo het ensemble.
Maar dan introduceert Reverend een zogenaamde oorlogsdader…
Ludwig Bauer laat het verhaal doen door een alwetende verteller. Het komt koel en clean over. Voor de lezer is het moeilijk om zich in de karakters in te leven, met hen mee te voelen. Je komt nooit onder Ferdinands huid. Hij blijft eerder op een afstand. De personages blijven ook eerder eendimensionaal en lijken vooral nodig om de plot gaande te houden. Ze weten geen sympathie op te wekken.
De auteurs schrijfstijl is direct, scherp en soms cynisch.
In het hele verhaal wordt aandacht voor de oorlog in ex-Joegoslavië gevraagd. Dat deze gruwelijk is geweest wordt niet zozeer breed en helder uiteengezet als wel doorheen gans het boek gesuggereerd
Ludwig Bauer (1941) is een Kroatische schrijver, vertaler, columnist en taalkundige. Tevens doceerde hij Slavistiek in Zagreb, Londen en Washington. In Zagreb was hij hoofdredacteur bij Uitgeverij ‘Globus’ en het literaire tijdschrift ‘Nasa knjiga’.
Hij schrijft voor kinderen en volwassenen. Vele van zijn werken zijn vertaald in het Duits en Slovaaks. ‘De partituur voor de toverfluit’ is Bauers eerste roman die integraal is vertaald in het Nederlands.
De hoofdpersoon Ferdinand Konjic is de oorlog in Sarajevo ontvlucht en terechtgekomen in Wenen. Hij werkt daar als chauffeur voor een dubieuze taximaatschappij.
‘Hij is een chauffeur, een chauffeur met chaos in zijn hoofd.’
In de roman worden zijn dagelijkse beslommeringen verteld en wordt beschreven hoe hij zich in zijn nieuwe omgeving redt. Hij moet zich aan de regels en wetten van die omgeving aanpassen, wat hij maar moeilijk vindt. Hij probeert houvast in zijn nieuwe leven te vinden maar is achterdochtig en paranoïde. Doorheen het verhaal voel je zijn ontreddering, zijn ontgoocheling en zijn psychische pijn meer en meer.
Als migrant wordt hij ook geconfronteerd met de autochtonen die hem als buitenlander met misnoegen, veroordeling, afkeer en haat bejegenen.
‘Hij hoeft niets te zeggen, het is genoeg dat hij zijn mond opendoet. Het is
genoeg dat hij gaapt. Hij, Ferdinand, niest waarschijnlijk zelfs als een
buitenlander […] Nee, hij hoeft zijn mond niet eens open te doen, zijn ogen
wijd opendoen, is al voldoende.’
Ferdinand is een goedmoedig man, een fluitist. Hij heeft een speciale fascinatie voor vogels. Die symboliseren zijn zusje Fatima, Seka die een oorlogsslachtoffer is. Hij gaat steeds meer leven in zijn herinneringen aan haar. Haar verhaallijn komt dan ook in de hele roman terug.
Door zijn werk komt Ferdinand in contact met ene Abraham George Washington, een Amerikaanse evangelist die met een klein gezelschap met muziek en dans in Wenen optreedt. Zo wil hij een boodschap van wereldvrede en liefde brengen. A. G. Washington of Reverend onderstreept dat eigenliefde en ijdelheid de bron van alle kwaad zijn. Hij pleit voor de christelijke liefde, die vooropstelt dat je iedereen, ook je vijand moet liefhebben.
Nadat Ferdinand zijn baan verloren heeft en hij bescherming nodig heeft, gaat hij op het voorstel van Reverend in om een muziekensemble samen te stellen van allerhande vluchtelingen uit ex-Joegoslavië. De naam van het ensemble wordt ‘Een toekomst voor Bosnië’. Idealiter zou Reverend willen dat niet alleen slachtoffers van de oorlog maar ook daders van oorlogsmisdrijven in het ensemble vertegenwoordigd worden.
‘…om daders en slachtoffers elkaar te laten ontmoeten en om hun allemaal
door de muziek de mogelijkheid te bieden een nieuw leven te beginnen,
een nieuw leven zonder verschrikkingen en vrij van het kwaad.’
Ferdinand kwijt zich goed van zijn opdracht. Hij verzamelt verschillende muzikanten uit Bosnië die hij al eerder in de roman ontmoette en vormt zo het ensemble.
Maar dan introduceert Reverend een zogenaamde oorlogsdader…
Ludwig Bauer laat het verhaal doen door een alwetende verteller. Het komt koel en clean over. Voor de lezer is het moeilijk om zich in de karakters in te leven, met hen mee te voelen. Je komt nooit onder Ferdinands huid. Hij blijft eerder op een afstand. De personages blijven ook eerder eendimensionaal en lijken vooral nodig om de plot gaande te houden. Ze weten geen sympathie op te wekken.
De auteurs schrijfstijl is direct, scherp en soms cynisch.
In het hele verhaal wordt aandacht voor de oorlog in ex-Joegoslavië gevraagd. Dat deze gruwelijk is geweest wordt niet zozeer breed en helder uiteengezet als wel doorheen gans het boek gesuggereerd
Ludwig Bauer (1941) is een Kroatische schrijver, vertaler, columnist en taalkundige. Tevens doceerde hij Slavistiek in Zagreb, Londen en Washington. In Zagreb was hij hoofdredacteur bij Uitgeverij ‘Globus’ en het literaire tijdschrift ‘Nasa knjiga’.
Hij schrijft voor kinderen en volwassenen. Vele van zijn werken zijn vertaald in het Duits en Slovaaks. ‘De partituur voor de toverfluit’ is Bauers eerste roman die integraal is vertaald in het Nederlands.
1
Reageer op deze recensie