Lief prentenboek over een lastig onderwerp
‘Never judge a book by its cover.’ Een bekende uitspraak, en in dit geval eentje om in gedachten te houden. Lida Dijkstra schreef al aardig wat titels voor zowel jonge als oudere kinderen, vaak met dieren in de hoofdrol. In De briefjes van Bing mag wasbeertje Bing die rol voor zijn rekening nemen.
Bing wordt gepest op school. Vooral Wolf, Bok en Zwijn zijn de grote pestkoppen. Papa en mama doen hun best om hem te troosten, maar helpen doet het niet. Gelukkig krijgt Bing een geweldig plannetje. Het pakt alleen iets anders uit dan hij had gedacht…
De briefjes van Bing is om te beginnen een lief boek. Een onderwerp als pesten is best zwaar, maar Dijkstra weet er met gepaste humor een zekere luchtigheid in te brengen. Zo probeert Bing zich op enig moment voor te stellen hoe hij één van zijn plaaggeesten een pak slaag geeft en zijn de rollen in zijn gedachten even omgedraaid. Daarnaast weet Bing een heel lieve en positieve oplossing te bedenken, die alles te maken heeft met de briefjes op de voorkant. Voor elk dier op school verzint hij namelijk een mooi compliment, schrijft het op een briefje en plakt het op de buik van het dier. De dieren zijn zo verrast, dat ze het pesten helemaal vergeten.
Het boek eindigt met een twist: de briefjes waaien namelijk door het grote hek naast de school, recht de wondertuin in. Daar woont een bijzonder dier, dat in al zijn eenzaamheid net zo verrast wordt door al die briefjes als de andere dieren. Uiteindelijk spelen alle dieren samen en is het pesten voorgoed verleden tijd. Deze twist zorgt voor een tweedeling in het boek, die niet meteen goed duidelijk is. Op de eerste pagina komt de wondertuin ter sprake, maar omdat de aandacht daarna volledig overgaat op het pesten van Bing, vergeet je die compleet als lezer. Totdat het hek openwaait en de verwarring ontstaat: Waar komt dat hek ineens vandaan? Gelukkig lees je een prentenboek nooit maar één keer en is die verwarring dus eenmalig.
De tekst is prettig geschreven, de zinnen zijn kort en goed afgestemd op de belevingswereld en het niveau van jonge kinderen. Soms mist er een logische introductie van een nieuw onderwerp. Bing komt bijvoorbeeld het verhaal binnen met de zin: ‘Nu wilde Bing dat ook helemaal niet’. Als lezer moet je op dat moment de link leggen tussen de woorden en de prenten. De verhouding tussen tekst en beeld is goed, de teksten per pagina zijn niet te lang en het beeld illustreert het verhaal uitstekend. Af en toe ligt er nadruk op een zinsdeel, dat groter, dikker en in een andere kleur staat geschreven. Dit geeft het speelse effect dat past bij een prentenboek.
De prenten van Marieke Nelissen passen perfect bij het verhaal. De zachte, kleurrijke tekenstijl benadrukt de positieve, bijna vrolijke manier waarop Bing een oplossing voor het pesten vindt. De stijl van Nelissen is niet in een hokje te stoppen; de ene spread is – op Bing na – volledig rozerood, de andere spread is een feest van gekleurde bloemen, planten en dieren. Het boek als geheel mist daardoor wat synergie, maar het geeft wel een verrassende dynamiek.
Om tot slot nog terug te komen op de allereerste zin: de voorpagina is van alle prenten in zowel kleurkeuze als dynamiek de minst verrassende en beeldende uit het hele boek. Laat je daarom vooral verrassen door de binnenkant en door de fijne en lieve vertaling van een onderwerp waarmee ieder kind in enige vorm weleens te maken zal krijgen.
Reageer op deze recensie