Spanning met een fijne toef humor
Een boek dat betiteld is als het beste Noorse kinderboek van 2015, zet de verwachtingen op scherp. Hetzelfde geldt voor de boektitel, die menig lezer direct zal doen denken aan Percy Jackson en De bliksemdief. Dit debuut van de Noors-Britse regisseur en scenarioschrijver Bobbie Peers is geschreven voor een publiek van 10 tot 12-jarige spanningszoekers. En spanning kunnen ze krijgen in dit verhaal.
William Wenton is een 12-jarige jongen met een enorme interesse in het kraken van codes. Hij woont op een geheim adres onder een valse naam, maar de reden waarom houden zijn ouders angstvallig voor hem verborgen. William komt er echter snel genoeg achter, wanneer hij de moeilijkste code ter wereld kraakt en in een groot en spannend avontuur vol wonderlijke ontdekkingen belandt.
En spannend is het juiste woord. Er zit behoorlijk wat vaart in dit boek, waardoor de jonge lezer direct meegesleept wordt in het verhaal. De geheimzinnigheid rond Williams valse identiteit, het kraken van de code en de verschillende achtervolgingen: elementen genoeg voor een boek vol sensatie. De tekst leest makkelijk weg, het verhaal is vlot en prettig geschreven, wat ten goede komt aan het spanningsgevoel.
De verhaallijn zelf is niet bijzonder origineel, maar de invulling ervan is dat wel. Het intelligente metaal luridium speelt een belangrijke rol, net als het hypermoderne Instituut voor Post-Humaan Onderzoek, waar William meer leert over zijn talent voor het ontcijferen van codes. Op het instituut wemelt het van de robots met de meest nuttige én nutteloze functies, wat een heel grappige twist aan het boek geeft. Deuren die praten, robots die alleen maar kunnen kibbelen, mechanische snorren die ineens van het gezicht af springen. Het geeft luchtigheid aan het verhaal.
Waarom maakt het boek zijn verwachtingen dan toch niet waar? Want ondanks de sensatie, het vlot geschreven verhaal en de originaliteit mist er toch iets. Dit lijkt te maken te hebben met de achtergrond van schrijver Bobbie Peers, die ook regisseur en scenarioschrijver is. Het verhaal leest als een film, maar geeft daardoor te weinig antwoord op belangrijke vragen die je jezelf als lezer stelt. Waarom zijn er maar zo weinig studenten op het Instituut, en waar zijn de ouders van William wanneer hij zelf op het Instituut verblijft? De schrijver heeft te veel willen vertellen in te weinig bladzijden. Zonde.
Wellicht stel je jezelf als 12-jarige lang niet zoveel vragen bij het lezen van een boek als een volwassene zou doen. William Wenton en de luridiumdief blijft dan ook een lekker spannend avontuur met een fijne toef humor. Wie na het lezen van dit boek meteen verder wil in het tweede van deze serie, zal eerst een snelcursusje Noors moeten volgen. De Nederlandse titel, William Wenton en het Cryptoportaal, verschijnt naar verwachting begin juni.
Reageer op deze recensie