Lezersrecensie
Kleurloos, saai, afstandelijk boek
Wat een vreselijk langdradig, saai en wat mij betreft taai en kleurloos boek. Het boek beschrijft een groot deel van het leven van Werner. En die arme Werner komt er nooit goed van af: beetje een sulletje die uiteindelijk nog ambtenaar wordt ook. Het boek beschrijft zijn jeugd, zijn gehuwde leven als (stief)vader van twee dochters en zo kabbelt het boek eindeloos door. Af en toe gebeurt er wat, je schrikt er haast van op...
Wat opvalt in het boek? De platte seksuele beschrijvingen die zo typisch zijn voor pretentieuze auteurs uit het Nederlandse taalgebied, niet eens heel expliciet, maar wel plat: "verslijt jongens als tampons", dat soort stijl. Het geeft bij mij een heel hoge vieze-mannetjes-vibe.
En wat er meer opvalt: eindeloze verhandelingen over muziek. Gitaarmuziek vooral. Eric Clapton en Peter Green van Feetwood Mac. Oude-mannen-muziek, die vast heel mooi zal zijn, maar het dwepende gejeremieer over deze muziek, en of het 'god' is is nauwelijks vol te houden.
Op de achterkant wordt de creatieve opzet van het boek geprezen: 'een bont palet aan vertelvormen'. En het klopt: de auteur rijgt krantenknipsels, bijbelteksten, dagboekfragmenten, ik-persoonvertellingen en allerlei andere vertelvormen aan elkaar. Dat het 'een bont palet' oplevert is waar, maar het levert voor de lezer zo weinig houvast op, die door de afstandelijke manier van schrijven toch al ver te zoeken is, dat de score van twee sterren bijna voelt als een gunst.
Wat opvalt in het boek? De platte seksuele beschrijvingen die zo typisch zijn voor pretentieuze auteurs uit het Nederlandse taalgebied, niet eens heel expliciet, maar wel plat: "verslijt jongens als tampons", dat soort stijl. Het geeft bij mij een heel hoge vieze-mannetjes-vibe.
En wat er meer opvalt: eindeloze verhandelingen over muziek. Gitaarmuziek vooral. Eric Clapton en Peter Green van Feetwood Mac. Oude-mannen-muziek, die vast heel mooi zal zijn, maar het dwepende gejeremieer over deze muziek, en of het 'god' is is nauwelijks vol te houden.
Op de achterkant wordt de creatieve opzet van het boek geprezen: 'een bont palet aan vertelvormen'. En het klopt: de auteur rijgt krantenknipsels, bijbelteksten, dagboekfragmenten, ik-persoonvertellingen en allerlei andere vertelvormen aan elkaar. Dat het 'een bont palet' oplevert is waar, maar het levert voor de lezer zo weinig houvast op, die door de afstandelijke manier van schrijven toch al ver te zoeken is, dat de score van twee sterren bijna voelt als een gunst.
1
Reageer op deze recensie