Lezersrecensie
De dood is het einde van het zoeken, leerde ik op Bali, en het begin van het begrijpen.
Jan Brokken (1949) is schrijver van romans, reisverhalen en is één van de belangrijkste vertegenwoordigers van het genre literaire non-fictie in de Nederlandse literatuur. Wat kenmerkend is voor zijn schrijfstijl is dat hij geschiedenis op een persoonlijke manier vertelt. .
In het boek Kampschilders wordt het verhaal van een aantal schilders in een Jappenkamp wel heel persoonlijk daar de schilderes Maria Hofker in het vrouwenkamp Kampili een kampgenoot is van Brokkens moeder Olga. In het mannenkamp Parepare, waar de schilders Willem Hofker en Rudolf Bonnet waren geïnterneerd was ook Brokkens vader Han één van de gevangen.
In een interview met Grietje Braaksma vertelt Jan Brokken dat hij in dit boek een antwoord heeft willen geven op de vraag of kunst een functie kan hebben in tijden van oorlog. Kan kunst in vreselijke omstandigheden redden, helpen, troosten, helen en hoop geven?
De schilders in het mannenkamp blijven vooral individuele kunstenaars. Willem Hofker was door bezig te zijn met zijn kunst altijd bezig met het verwerken van de werkelijkheid, hoe dramatisch die ook was. Aanvankelijk vonden de gevangenen een kunstenaar maar vreemd. Echter als Hofker hen portretteerde keken ze vol bewondering toe en de tekening die het resultaat was bood perspectief op een toekomst. Immers het was een tekening die, op de dag dat ze weer een eigen huis zouden hebben, zo aan de wand kon worden gehangen. Maria Hofker was veel socialer, zij ging in het vrouwenkamp ook lesgeven. Zij hielp de vrouwen en meisjes om over het prikkeldraad heen te blijven kijken naar de horizon en te blijven geloven in het leven buiten het prikkeldraad. In het boek wordt de sfeer in de kampen indringend beschreven. Een sfeer waarin de angst regeert. Angst voor alle gevaren die de gevangen elk moment kunnen treffen. Kunst is daarin een tegengif, een perspectief op een betere toekomst.
Het motto van het boek is het volgende: And so they are returning to us, the dead. W.G. Sebald, The Emigrants. In het interview met Grietje Braaksma vertelt Jan Brokken hierover. Na zijn bestseller De tuinen van Buitenzorg (2021) waarin hij het verhaal vertelt van zijn ouders die in 1935 vertrokken naar Nederlands-Indië, dacht hij dat zijn ouders dood waren. Na zijn boek De Kampschilders kwamen ze levend bij hem terug. Goddank, zegt hij daarover, want ze kunnen ons ongelooflijk veel leren. Goddank is Jan Brokken een meesterverteller die het verhaal van zijn ouders en de kampschilders indringend weet neer te zetten zodat wij van hen kunnen leren.
In het boek Kampschilders wordt het verhaal van een aantal schilders in een Jappenkamp wel heel persoonlijk daar de schilderes Maria Hofker in het vrouwenkamp Kampili een kampgenoot is van Brokkens moeder Olga. In het mannenkamp Parepare, waar de schilders Willem Hofker en Rudolf Bonnet waren geïnterneerd was ook Brokkens vader Han één van de gevangen.
In een interview met Grietje Braaksma vertelt Jan Brokken dat hij in dit boek een antwoord heeft willen geven op de vraag of kunst een functie kan hebben in tijden van oorlog. Kan kunst in vreselijke omstandigheden redden, helpen, troosten, helen en hoop geven?
De schilders in het mannenkamp blijven vooral individuele kunstenaars. Willem Hofker was door bezig te zijn met zijn kunst altijd bezig met het verwerken van de werkelijkheid, hoe dramatisch die ook was. Aanvankelijk vonden de gevangenen een kunstenaar maar vreemd. Echter als Hofker hen portretteerde keken ze vol bewondering toe en de tekening die het resultaat was bood perspectief op een toekomst. Immers het was een tekening die, op de dag dat ze weer een eigen huis zouden hebben, zo aan de wand kon worden gehangen. Maria Hofker was veel socialer, zij ging in het vrouwenkamp ook lesgeven. Zij hielp de vrouwen en meisjes om over het prikkeldraad heen te blijven kijken naar de horizon en te blijven geloven in het leven buiten het prikkeldraad. In het boek wordt de sfeer in de kampen indringend beschreven. Een sfeer waarin de angst regeert. Angst voor alle gevaren die de gevangen elk moment kunnen treffen. Kunst is daarin een tegengif, een perspectief op een betere toekomst.
Het motto van het boek is het volgende: And so they are returning to us, the dead. W.G. Sebald, The Emigrants. In het interview met Grietje Braaksma vertelt Jan Brokken hierover. Na zijn bestseller De tuinen van Buitenzorg (2021) waarin hij het verhaal vertelt van zijn ouders die in 1935 vertrokken naar Nederlands-Indië, dacht hij dat zijn ouders dood waren. Na zijn boek De Kampschilders kwamen ze levend bij hem terug. Goddank, zegt hij daarover, want ze kunnen ons ongelooflijk veel leren. Goddank is Jan Brokken een meesterverteller die het verhaal van zijn ouders en de kampschilders indringend weet neer te zetten zodat wij van hen kunnen leren.
1
Reageer op deze recensie