Vasthouden en loslaten
Vier tijden, vier verhalen. En vier keer speelt alles zich af rondom die ene witte rots. Een schrijfster die ten tijde van de coronapandemie een reis naar de witte rots maakt om offers te brengen en dank te zeggen voor de geboorte van haar dochter. Een zanger die ruim vijftig jaar eerder zich verstopt voor de wereld en zichzelf even hervindt bij de witte rots. Een Yoeme-meisje, in 1907 geroofd en tot slaaf gemaakt door de Spaanse koloniale machthebbers, dat naar de haven bij de witte rots wordt gedeporteerd. En een luitenant die in 1775 de kust in kaart moet brengen en veroveren, maar ondertussen te maken krijgt met een collega die na het zien van de witte rots vreemd gedrag begint te vertonen.
'Hope gunt je amper rust, je moet door.' – Recensent Astrid
De witte rots bestaat echt. En de schrijfster in het verhaal is auteur Anna Hope zelf. Zij vindt in De witte rots niet alleen een stukje afronding in haar eigen levensverhaal, maar is ondertussen ook op een zoektocht naar andere verhalen rondom die heilige plek in Mexico, waar volgens de indianen de wereld is geboren:
'[…] op een dag, verscheen er een rots, een witte piek boven de golven: het eerste vaste voorwerp ter wereld. Het water bewoog ertegenaan: het sloeg, stak, zoog en trok. Die beweging, die wrijving, zorgde voor damp, die zich tot wolken vormde, waaruit regen viel die leven voortbracht. Hier werd de vormeloosheid verliefd op de vorm. En zo, aldus, daar en toen, werd de wereld geboren.'
In haar roman speelt Hope zelf ook met de vorm. De hoofdstukken dringen steeds dieper door in het verleden: via de schrijfster, de zanger, het meisje en de luitenant naar de witte rots; het hart van het boek. Vervolgens komt de lezer in omgekeerde volgorde weer terug naar het heden. Een andere manier van spelen met de vorm is het gebruik van typografie, zoals bij het weergeven van appberichten. Er worden ook andere 'spelletjes' gespeeld; bepaalde dieren en voorwerpen komen in elke tijd voor en ook voor de man met de veer is telkens een speciale plaats.
De schrijfster wil heel veel in haar roman. Zo zijn er veel thema’s. Vasthouden en loslaten zijn daar voorbeelden van, maar ook onthechting. De mens in het algemeen en de schrijfster in het bijzonder zijn kwijt geraakt wat belangrijk is. Ze zijn los van de natuur, los van hun gevoel en los van de aarde. Tegelijkertijd is de witte rots juist iets heel aards. Maar door haar mystieke krachten ook weer iets hemels. Net zo belangrijk zijn minder abstracte onderwerpen, zoals hoe kolonialisme tot op de dag van vandaag doorwerkt en het gevecht dat inheemse volken nog altijd moeten leveren om te mogen wonen op het land waar zij altijd hebben geleefd.
Soms trekt Hope de belangrijke onderwerpen uit deze tijd iets te ver door in de verhalen die zich in het verleden afspelen. De collega van de luitenant houdt er in zijn waanzin wel bijzonder moderne denkbeelden op na. En Hope laat het meisje in 1907 denken:
'Hoelang zal het duren voordat hun wereld ook valt? […] En als er nu eens een nog groter vallen op komst is? Want hoe kunnen die werelden hierna nog doorgaan?'
Alle verhalen zijn spannend, als lezer voel je de dreiging die onder de oppervlakte ligt. Ook in de Nederlandse vertaling door Gerda Baardman bekruipt dit gevoel de lezer. Hope gunt je amper rust, je moet door. Zo prachtig als de beschrijvingen ook zijn, hoe sterk de emoties die de hoofdpersonen tegenkomen, als je zelf niet af en toe even stilstaat, loop je de kans dat je je net zo gaat voelen als de schrijfster in het verhaal:
'Ze blijft even staan, is zich ervan bewust dat ze iets wil voelen, iets wat haar ontgaat – dat gevoel heeft ze op deze reis vaak gehad, het besef dat er een bepaalde betekenis is waar ze niet bij kan, alsof het een taal is die ze niet verstaat.'
Reageer op deze recensie